De hoorcolleges zijn in het Engels, maar deze samenvatting is in het Nederlands geschreven. Bij belangrijke begrippen heb ik de Engelse vertaling er tussen haakjes achter gezet, want dat is toch fijn om ook te hebben. De hoorcolleges zijn duidelijk en uitgebreid in de samenvatting behandeld. Door d...
Krouwel, bannink, van den ende en verhulst
All classes
Subjects
kiesstelsel
majoritair
proportioneel
natie
verzorgingsstaat
anglo saxon
continentaal
nordic
mediterranean
scandinavic
neoliberalisme
liberaal
populisme
elite
politieke partijen
frozen party systems
ze
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
GPSP - alle colleges, besproken literatuur en tentamentips in een document
Boek samenvatting per hoofdstuk en college GPSP - cijfer 9/10
Samenvatting en college aantekeningen GPSP
All for this textbook (7)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Bestuurs- En Organsatiewetenschappen
Governance And Politics Of Social Problems
All documents for this subject (2)
1
review
By: xaviepluim • 1 year ago
Seller
Follow
studentBO
Reviews received
Content preview
Lecture 1
Hoorcollege 1 is vooral inleidend. Alles wat er verteld is, heb ik later in deze samenvatting
uitgewerkt bij de bijbehorende colleges.
Lecture 2
Moderne democratieën zijn gebouwd op de ‘logica van vertegenwoordiging’ (logic
representation). Dit betekent: het proces dat de vertegenwoordigers van de kiezers de
beleidsalternatieven verdelen, onderzoeken en kiezen. Er is dus een permanente elite die voor
ons kiest, maar die verschillen onderling wel van elkaar:
1. Beheerders / trustees
- Deskundigen / experts (hebben kennis, tijd, interesse, opleiding en ervaring)
beslissen wat het beste is voor ons land en handelen in het belang van de
kiezers zonder hen noodzakelijkerwijs te raadplegen; wij snappen het toch
niet.
- Weten het beste hoe ze moeten zorgen voor een stabiele samenleving; is geen
aansporing tot corruptie of vriendjespolitiek
2. Afvaardiging / delegatie
- Regelmatig overleg voordat er een besluit genomen wordt
- Geven hun deskundige mening, maar zullen doen wat de stemmers willen.
- Ze geven alleen de mening van hun achterban weer.
3. Mandaat (moderne verkiezingen)
- Vertegenwoordigers houden zich aan de ideeën waardoor ze aan de macht zijn
gekomen. Je hebt beloofd deze uit te laten komen
- Je vertegenwoordigt een heel duidelijk deel van de bevolking: groep weet wat
die wilt
4. Resemblance / gelijkenis
- Mensen nodig die op jou lijken, die zijn zoals jij, zelfde geslacht, zelfde religie
Vereisten van een representatieve democratie
1. Verkiezingen
- Betekent niet gelijk dat er een democratie is als er verkiezingen zijn.
2. Grondwet → beperkt de acties, bevoegdheden en heerschappij en voorkomt ook
machtsmisbruik. Zo staat er in de Grondwet bijvoorbeeld dat een leider maar een
aantal jaren mag regeren, is er algemeen gelijk stemrecht en moet de regering
verantwoording afleggen aan het parlement.
Een oppositie (tegenmacht) is cruciaal voor een democratie, want dit zorgt ervoor dat een
macht zich niet centraliseert: oppositie zorgt voor een evenwicht in machtsconcentratie. Er is
dus een oppositie nodig die kritiek en tegenwerking/remming geeft.
1
,Er zijn 3 hoofddimensies / kenmerken van verkiezingssystemen (electoral systems), namelijk:
(1) kiesstelsel, (2) districten en district magnitudes en (3) ballot structure. Deze 3 dimensies
bepalen hoe populaire wensen worden vertaald in daadwerkelijke politieke representaties.
1. Kiesstelsel
Kiesstelsel → bepaald hoe de stemmen worden geteld en vervolgens worden omgezet in
zetels.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een majoritair en proportioneel kiesstelsel:
1. Majoritair → om 1 winnaar te identificeren
Majoritair → kiezers brengen 1 stem uit op 1 kandidaat→ stemmen worden geteld →
kandidaat met de meeste stemmen wint → winnaar wordt geïdentificeerd & krijgt wat
toegewezen moet worden
Majoritair systeem is in Frankrijk, Engeland, Amerika, Australië & Canada
Voordeel majoritair systeem :) → je weet precies wie je weg moet sturen en wie
verantwoordelijk is
Nadeel majoritair systeem :(→ slechts een paar grote groepen domineren.
- Gevaar: tirannie van de meerderheid → de meerderheid kan de
minderheidsgroepen onderdrukken en uitsluiten.
Simple majority system → eenvoudige meerderheid met een enkele stemming creëert 2
partijsystemen, omdat een partij 1 kiesdistrict volledig moet winnen. Ze kunnen 1
kandidaat vaststellen, dus kiezen ze iemand die door veel geliefd is en de andere partij
doet dat ook.
Single-Member Plurality (SMP) → kandidaat met de meeste stemmen in elk kiesdistrict
wordt gekozen.
- Geen minimum aantal stemmen te behalen en ook geen minimale afstand die behaald
moet worden tussen de eerste en de andere kandidaten
- Kan dus met (veel minder dan) 50% van de stemmen winnen
Multiple rounds of voting (run-off) → om te voorkomen dat 1 partij wint met minder dan
50% worden er meerdere stemrondes gehouden om uiteindelijk toch de meerderheid te
halen.
- Er wordt een minimumdrempel voor de overwinning vastgelegd (meestal 50%)
2
, - Is het geval bij de parlementsverkiezingen in Frankrijk, maar ook bij de
presidentsverkiezingen in Frankrijk, Oostenrijk en Polen
- In Amerika is het bij de tweede ronde alleen tussen de 2 winnaars van de eerste ronde.
Het kan dan zo zijn dat je dan op iemand moet stemmen waar je niet achter staat en
waardoor je je niet vertegenwoordigt voelt.
Alternative Vote System (AV) → kiezers rangschikken de kandidaten in volgorde van hun
voorkeur.
- Als geen enkele kandidaat meer dan 50% haalt op basis van de 1e voorkeuren, wordt
de kandidaat met de minste stemmen ‘verwijderd’ en worden die stemmen
overgedragen naar de tweede voorkeur.
First-past-the-post math → je kunt een meerderheid van de zetels hebben zonder de
meerderheid van de stemmen te hebben. Namelijk door de verdeling van de overige stemmen
toch de meerderheid krijgen. Meerderheid van de stoelen, dus je krijgt alle macht.
In majoritaire landen stemmen kiezers alleen op een kandidaat en niet op een lijst. Ze hebben
geen keuze binnen de partij, aangezien elke partij slechts 1 kandidaat per district presenteert.
2. Proportioneel → proportioneel verdelen van stoelen
Proportioneel → geef elke politieke partij een aandeel in de zetels die in verhouding is tot
het aandeel in stemmen. Dus bijvoorbeeld een partij die 25% van de stemmen krijgt, zou
25% van de zetels / stoelen moeten krijgen
- Compromissen, samenwerking en coalities nodig bij dit kiesstelsel.
Volledige proportionaliteit is bijna niet te realiseren .. Daarom zijn er 2 andere methodes:
1. List-proportional representation (lijst PR) → eenvoudig lijstsysteem
- Verkiezingswedstrijd tussen kandidatenlijsten, die doorgaans verschillende
politieke partijen vertegenwoordigen.
- Voor elke lijst worden stemmen geteld en het aandeel stemmen wordt vertaald
in een aandeel zetels. Je krijgt evenveel zetels als het aantal keren dat de quota
overschreden is
- Quota is 1000 en lijst met 5500 stemmen → 5 zetels
- Stoelen die nog moeten worden toegewezen gaan naar de partijen met de
grootste restanten
2. Single Transferable Vote (STV) → 1 overdraagbare stem
- Kiezers rangschikken de kandidaten in volgorde van hun voorkeur.
- Er wordt een quotum gesteld → eerste voorkeuren worden opgeteld en
degene die boven quota komen worden gekozen
3
, - Als er nog zetels over zijn gaan de stemmen voor degene die al verkozen zijn
naar tweede voorkeur
AV (majoritair) en STV (proportioneel) lijken op elkaar, maar 2 verschillen:
1. AV maakt normaal gesproken gebruik van een district met 1 lid, terwijl STV werkt
met districten met meerdere leden (multimember districts).
2. Het quotum dat een kandidaat moet halen om verkozen te worden is bij AV 50% van
de stemmen, maar bij STV lager dan 50%.
De meeste Europese landen gebruiken List-PR, maar dan vaak wel ‘limited PR’ →
evenredigheid beperken door kiesdrempels
Kiesdrempel (electoral thresholds)→ percentage van het minimum aantal stemmen dat een
partij moet behalen om in aanmerking te komen voor zetels. Zo wordt de toegang van
nieuwe partijen beperkt en daarom wordt overfragmentatie van het partijsysteem
voorkomen.
Tot slot er ook een combinatie tussen het majoritaire en proportionele kiesstelsel, namelijk de
reinforced proportionality (major bonus / proportionaliteitsmodel) → dit werkt als LPR
(proportioneel), maar er wordt een meerderheidsbonus toegevoegd om ervoor te zorgen dat
de winnende coalitiepartij een sterke meerderheid van de zetels krijgt en op die manier toch
alleen kan regeren. Daarom is er sprake van een beperkte evenredigheid bij dit systeem..
2. Districten en district magnitudes (grootte)
Hebben betrekking op de verdeling van een land in kiesdistricten en het aantal zetels
in elk district
Territoriale vertegenwoordiging → het idee dat parlementsleden zowel de natie als de
inwoners van hun district vertegenwoordigen
- Probleem voor een land met veel verschillende districten
Gerrymandering → je wilt in een district winnen, dus in je district laat je alleen mensen leven
die voor jou kiezen. Je zorgt er dus voor dat bepaalde groepen altijd in de minderheid blijven
binnen je district.
- Maar, grenzen kunnen zo ingedeeld zijn dat een minderheid toch wint
Single member district → districten met 1 lid, die slechts 1 vertegenwoordiger kan kiezen.
Dit is meestal het geval bij een majoritair systeem.
- Kan met districten met meerdere lidstaten, maar is heel zeldzaam
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentBO. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.61. You're not tied to anything after your purchase.