100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inkoopmanagement $4.29
Add to cart

Class notes

Samenvatting Inkoopmanagement

 189 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Collegedictaat van 14 pagina's voor het vak Inkoopmanagement aan de HHS

Preview 3 out of 14  pages

  • December 4, 2014
  • 14
  • 2014/2015
  • Class notes
  • Shakiel roeplal
  • All classes
avatar-seller
Inkoopmanagement.
Hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 9, 10, 11, 12 en 13.

Hoofdstuk 1, professionele inkoop.
Inkoopfunctie: Just In Time management voorraden op nul, geen voorraden dus. Dit wil
je vanwege de kosten van de 3 R’s: Rente, Ruimte en Risico’s.
Voorraad wegwerken door bijvoorbeeld aanbiedingen.

Er zijn 3 aspecten te benadrukken:
1. Technische aspect, product
2. Logistiek aspect, vervoer
3. Commercieel aspect, prijs

Externe oriëntatie vooral opzoek naar leveranciers.
Interne oriëntatie medewerkers helpen met diensten leveren.

Inkoopaandeel hoeveel procent van je geld geef je uit aan een product.
Concurrentiepositie doordat je lager in je kostprijs zit kan je concurrentiepositie behalen.
Ondernemingsstrategie je bepaald je inkoopbeleid door middel van je
ondernemingsstrategie, inkoopafdeling moet de moederorganisatie volgen.

1.1.4 Ontwikkeling van de inkoopfunctie. David Burt.
Administratieve functie.
Simpele vorm van inkopen, spullen halen die je nodig hebt.

Mechanische functie.
Er zijn al afspraken gemaakt met leveranciers, contracten uitknijpen en de laagste prijs opzoeken.
Risico is wel dat de kwaliteit minder wordt.

Proactieve functie.
Inkopers gaan zelf kijken wat de klant (medewerkers van de organisatie) nodig heeft. Klant
opzoeken om te kijken wat de problemen zijn.

Professionele strategische functie.
Partnership. Samen kijken naar een probleem en tot een oplossing komen. de toegevoegde
waarde staat boven de prijs.

1.1.5 Visie op de inkoopfunctie.
Besteloriëntatie.
Inkopers zijn verantwoordelijk voor het afhandelen van bestelorders.

Commerciële oriëntatie.
Aandacht besteden aan lage inkoopprijzen, kostenreducties, kortingen etc.

Logistieke oriëntatie.
Veiligstellen van de voorraad. Constante levering van de voorraad.

Strategische oriëntatie.
Inkoop moet bijdragen aan de versterkging van de concurrentiepositie van het bedrijf.

,1.1.6 duurzaam inkopen.

1.1.6.3 cradle to cradle
Van zand naar klant tot zand. Van grondstof tot grondstof via een consument.

Grondstoffen bestaan uit twee onderdelen: hernieuwbare grondstoffen (hout, gras etc.) en niet
hernieuwbare grondstoffen (olie, goud, gas)

1.2.1 fasen van het inkoopproces. Belangrijk voor tentamen.
1. specificeren
2. selecteren, welke leveranciers kunnen je dienst/ product leveren.
3. contract afsluiten
Deze 3 stappen zijn initiële inkoopfuncties het gebeurt 1 keer en dus is het initieel.

4. bestellen, kan zo vaak als je wil.
5. Bewaken
6. Nazorg, eerste instantie evalueren met de leveranciers en evalueren met de klant.
Na evaluatie met de medewerker zou het kunnen zijn dat de specificatie aangepast moet worden.
bij het veranderen van de leverancier pas je de selectie aan.

1.2.1.1 specificeren.
1. functionele eisen, wat moet het product doen?
2. technische eisen, materiaalkeuze.
3. logistieke eisen, transport, vervoer
4. kwaliteitseisen, norm waar een product of dienst aan moet voldoen.
5. commerciële eisen, contract eisen
6. milieuaspecten, uitstoot van CO2
7. sociale aspecten, salaris, scholing, taal

Back door selling.
Leveranciers kopen rechtstreeks bij de klant in. Inkoop overslaan.

Concurrentie gerichte dialoog.
Eerst een probleem voorstellen en dan een specificatie opstellen. Alle leveranciers moeten het
probleem kennen.

1.2.1.2 offreren en selecteren.
Approved vendor list welke leveranciers leveren al in de organisatie.
Approved= goedgekeurd, Vendor= verkoper/ leverancier, List= lijst.
Prekwalificatie welke leveranciers zijn er op de markt om jou product of dienst te leveren.
Leveranciers die voldoen aan de criteria en dus overblijven.
Shortlist lijst van leveranciers die je gemaakt hebt aan de hand van de Approved Vendor List.

1.2.1.4 bestellen, bewaken en nazorg.
Tekenbevoegdheid bepaalde personen binnen de organisatie hebben de bevoegdheid om de
inkoopopdrachten goed te keuren. Dit werkt vaak met drempelbedragen.
Maverick buying inkopen buiten het contract om.
Contractenbeheer het in kaart krijgen van contracten die er binnen de organisatie zijn.
Orderbewaking 1. Advance status check, ver van te voren op bezoek bij de leverancier om te
kijken hoe het productieproces verloopt. Pro-actief

, 2. routine status check, herinnering naar de leverancier dat ze over een paar dagen moeten
leveren. pro-actief
3, Exception expiditing, reageren als de klant er om vraagt. Passief
Chaseren leverancier benaderen voordat de levertijd is verstreken.
Spoedorder moet snel binnenkomen.
Back orders het is al besteld maar het kan nog niet geleverd worden.
Split order werken onafhankelijk van elkaar. De order wordt opgesplitst, het ene product
heeft geen relatie tot het andere product.

1.2.3 koopsituaties.
New task situatie nieuw product die aangeschaft moet worden.
Gewijzigde herhalingsaankoop 1. Een nieuw product bij een bestaande leverancier, je kent
de leverancier al en zijn facturen. 2. Bestaand product bij een nieuwe leverancier.
Rechtstreeks herhalingskoop je verlengt het contract.

1.3.1 indeling van producten.
1. kapitaalgoederen bestaat uit equipment en systems, equipment zijn de producten die je nodig
hebt, systems zijn zaken die met elkaar samenwerken.
2. materialen raw materials zijn grondstoffen, processed materials zijn halffabrikaten en
components zijn de onderdelen die je bij elkaar zet tot een product.
3. verbruiksgoederen supplies (MRO Maintenance Repair and Operating supplies)/ facilitaire
artikelen.
4. diensten services inkopen.
Vendor managed inventory systemtoegang hebben tot de voorraadstatus van je leverancier.

1.4 wie koopt in.
1.4.1 decision making unit (DMU) een groep medewerkers die besluiten of er een product
of dienst wordt aangekocht.

1.4.2 rollen en functies binnen DMU’s
Gebruikers deze mensen weten wat er nodig is.
Beïnvloeders mensen die het project kunnen beïnvloeden, specialisten.
Kopers de partijen die de onderhandelingen uitvoeren met de leveranciers.
Beslissers zij besluiten of het gekocht mag worden of niet.
Gatekeepers de mensen die de informatiestroom beheersen.

1.4.3 Problem solving unit (PSU) de mensen die kijken naar het probleem.

1.4.5 organisatie van de inkoop
1. centrale inkoop organisatie hoofkantoor koopt alles in. Voordelen: 1. Hoe meer volume
je hebt hoe lager de prijs wordt. 2. Je weet we je moet bellen voor klachten. 3. Uniforme kwaliteit,
alle vestigingen hebben dezelfde kwaliteit.
2. decentrale inkoop organisatie alle vestigingen kopen zelf in. Voordelen: 1. Logistiek beter
te managen. 2. Je maakt gebruik van de innovativiteit van de lokale leveranciers. 3. Streek geeft
een bepaalde voorkeur.
3. Gecoördineerde inkoop cominatie van de twee hierboven. Komt het meest voor.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BendeVries. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added