100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting bedrijfsadministratie $3.75
Add to cart

Summary

samenvatting bedrijfsadministratie

1 review
 807 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting bedrijfsadministratie/boekhouden en voorbeelden balans etc.

Preview 3 out of 13  pages

  • December 4, 2014
  • 13
  • 2013/2014
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: mathushanravithasan • 3 year ago

avatar-seller
Samenvatting Bedrijfsadministratie

H1 Inventarislijst en (begin)balans
Inventarislijst
– inventarislijst: een opsomming in hoeveelheden van alle bezittingen en schulden. Uitgangspunt
voor een nieuw op te zetten boekhouding.
* beknopte: een inventarislijst waarin wordt verwezen naar bijlagen.
– bezittingen: met behulp hiervan oefent de onderneming haar activiteiten uit.
– schulden: bestaande en vaststaande verplichtingen die door betaling worden afgewikkeld.
– verkoop op rekening: de afnemer hoeft pas op een later tijdstip te betalen. Dit is een vordering op
een afnemer en wordt onder debiteuren gezet.
– inkoop op rekening: pas later betalen. Dit valt onder crediteuren.
– inventaris: magazijnstellingen, kassa's etc. Ze worden voor lange tijd gebruikt bij de uitoefening
van het bedrijf.

Eigen vermogen
bezittingen – schulden = eigen vermogen

(Begin)balans
– balans: overzicht waarop de bezittingen, schulden en eigen vermogen zijn vermeld per een
bepaald moment. Als het het begin van een nieuwe boekingsperiode is dan is het de beginbalans.
– scontrovorm/horizontale opstelling: de balans bestaat uit een linker- en een rechterzijde. Links de
bezittingen (debetzijde), en rechts de schulden en het EV (creditzijde)
– staffelvorm/verticale opstelling: in de externe jaarrekening
– de balans moet in evenwicht zijn, dus bezittingen = schulden + eigen vermogen

H2 financiële feiten en grootboek
Financiële feiten
– financiele feiten: transacties die van invloed zijn op balansposten. Ze veroorzaken wijzigingen in
de samenstelling vd balans.
– de eindbalans van de ene periode, na de financiele feiten te hebben verwerkt van die periode, is de
beginbalans vd volgende periode.
– 3 verschillende financiele feiten:
* die geen wijziging in het EV veroorzaken
* die wijzigingen in het EV veroorzaken dmv de bedrijfsuitoefening
* die wijzigingen in het EV veroorzaken dmv priveopnamen of stortingen

Grootboek
– de eindbalans wordt hieraan ontleent. Per financieel feit worden de debet- en creditwijzigingen in
een balans vastgelegd.
– ze zijn onderverdeeld in rekeningen van:
* bezit: debetzijde/links: bv. Gebouwen, voorraad goederen, debiteuren, kas
* schuld: creditzijde/rechts: bv. Hypothecaire lening, o/g (opgenomen geld), crediteuren
* eigen vermogen: creditzijde/rechts
– aan het begin vd periode worden ze geopend. Dit is de beginstand, de bedragen worden
overgenomen vd beginbalans.
* Voorbeeld:
1 gebouw 1
1 jan. van Balans 240.000 |
Na alle rekeningen over genomen te hebben is het totaal aan de debetzijde gelijk aan het totaal vd
creditzijde.
– de rekeningen staan aan dezelfde kant als bij de beginbalans.

,– na de opening wordt het grootboek bijgewerkt door de financiele feiten die zich gedurende de
periode voordoen. Ook na het bijwerken moet het grootboek in evenwicht zijn.
– boekingsregels:
* bezit: gedebiteerd bij toename, gecrediteerd bij afname
* schuld: gecrediteerd bij toename, gedebiteerd bij afname
* e.v.: gecrediteerd bij toename, gedebiteerd bij afname
D C
B + –
S – +
EV – +
– het ev kan toenemen of afnemen ivm de bedrijfsuitoefening of priveopnamen of -stortingen.
– voorbeeld:
5 kas 5
1 jan. van balans 6000 | 2 jan. huur 1400
| 17 jan. kantoorbenodigdheden 150

Proefbalans en Saldibalans
– Proefbalans: om na te gaan of het grootboek in zijn totaal in evenwicht is. Van elke rekening van
het grootboek het totaal vd debetzijde en het totaal vd creditzijde. Dan wordt alles bij elkaar
opgeteld. Het moet in evenwicht zijn.
– Saldibalans: De bedragen vd proefbalans van elkaar aftrekken. Hoogste – laagste. Het bedrag
komt aan de kant van het hoogste bedrag te staan. Ook deze moeten aan elkaar gelijk zijn.

Beginbalans → grootboek openen → financiele feiten → grootboek bijwerken → proefbalans →
saldibalans → eindbalans (ook beginbalans nieuwe periode)

H3 Journaal
Functie
- het grootboek wordt vanaf het journaal aan het eind vd periode bijgewerkt
- journaalpost: eerst worden de tellingen vd beginbalans overgenomen
(Balanstellingen), vervolgens wordt elk financieel feit in het journaal
aangegeven van welke rekening het eerst wordt gedebiteerd en van welke
rekening vervolgens gecrediteerd (aan)

Eigen vermogen
- het is een creditsaldo
- er wordt gecrediteerd en debiteerd op hulprekeningen van het eigen
vermogen

H4 Hulprekeningen eigen vermogen
Functie
– treedt in de plaats vd rekening eigen vermogen
– hierbij worden de volgende rekeningen onderscheiden:
* de hulprekening ivm privestortingen en priveopnamen (grootboekrekening
prive). Ze worden aan het eind vd boekhoudperiode gesaldeerd en meteen
verrekent met het eigen vermogen
* hulprekeningen ivm de bedrijfsuitoefening. Zij vormen aan het eind vd
boekhoudperiode de winst- en verliesrekening
– ze worden niet geopend, want ze komen niet voor in de balans

De rekeningen omzet en inkoopwaarde vd omzet
debiteuren debiteuren of kas (totaal krijgen)

, aan bruto-verkoopresultaat → aan omzet
(totaal krijgen)
aan voorraad goederen inkoopwaarde vd omzet
(inkoopwaarde)
aan voorraad goederen (inkoopwaarde)

H5 kolommenbalans
geopende en bijgewerkte grootboek
– hierna wordt overgegaan tot het samenstellen vd kolommenbalans

kolommenbalans
– een overzicht met 4 dubbelkolommen (een debet en creditkolom):
* proefbalans: van elke grootboekrekening wordt het totaal vd debetzijde en
het totaal vd creditzijde hierin opgenomen. De totalen moeten zowel gelijk zijn
aan elkaar (evenwichtscontrole) als aan het journaal (volledigheidscontrole)
* saldibalans: het grootste bedrag vd proefbalans – het kleinste bedrag vd
proefbalans. Aan de kant van het grootste bedrag wordt het overige in de
saldibalans ingevuld. Ook deze totalen moeten aan elkaar gelijk zijn.
* winst-en-verliesrekening: alle hulprekeningen van het ev, behalve de rekening
prive, worden overgenomen vd saldibalans (stroomgrootheden). Nu is deze niet
in rekening, dit moet worden gedaan door onderaan saldo winst of saldo verlies
te zetten om hem alsnog in balans te brengen (opbrengst-kosten). Het gaat
over een bepaalde periode, dus boven de kolom staat die periode ook
aangegeven. Ze beginnen aan het begin vd periode op saldo 0 en worden
gedurende de boekhoudperiode gevormd.
* eindbalans: de saldi van de rekeningen van bezig en schuld worden
overgenomen vd saldibalans (voorraadgrootheden). Deze balans is nu ook nog
niet in evenwicht. Dit wordt gedaan door een resterend bedrag als eigen
vermogen te vermelden (bezittingen-schulden). Dit eigen vermogen moet dan
nog worden gecontroleerd door de formule: begin eigen vermogen +/-
winst/verlies –/+ priveopnamen/tortingen = eind eigen vermogen
– boven de balans staat de datum waarop deze werk opgemaakt, omdat het
een inzicht geeft vd waarde vd bezittingen en het vermogen op een bepaald
moment.
– inventarisatie: controleren vd goederenvoorraad of de werkelijke omvang wel
klopt met die volgens de boekhouding

beginbalans → financiele feiten → journaal → grootboek → proefbalans →
saldibalans → winst-en-verliesrekening → eindbalans

Afsluiten grootboek
– als de kolommenbalans is gemaakt. Het gebeurd door het in evenwicht
brengen van het grootboek waar te kort komt. Dit gebeurd als volgt:
* de rekening van bezit en die van schuld worden afgesloten met: naar balans
* de hulprekeningen van het eigen vermogen, uitgezonderd van de rekening
prive, wordt afgesloten met: naar winst-en-verliesrekening
* de rekening prive wordt afgesloten met: naar rekening eigen vermogen
* de rekening eigen vermogen wordt ook afgesloten met: naar balans. Maar
eerst wordt hier de winst of het verlies in opgenomen met: van winst-en-
verliesrekening alsmede de wijziging als gevolg van priveopnamen/stortingen
met: van rekening prive
– voorbeeld:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LailaLouise. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  4x  sold
  • (1)
Add to cart
Added