Het tweede deel van de prachtige samenvatting, deze omvat de postmortale veranderingen, circulatiestoornissen, inflammatie en herstel, weefselherstel en morfologie van infectieuze aandoeningen. Dit alweer op 58 pagina's. Een genot om van te leren!
POSTMORTALE VERANDERINGEN
1. Rigor Mortis
• Lijkstijfheid
• In de houding van het intreden van de dood
1. Dood: E-tekort in spiercellen
2. Beschadiging van het sarcolemma, ionenpompen vallen stil
3. Influx van Calcium
4. Actine & myosine schuiven over elkaar
5. Contractie (door nog een beetje ATP aanwezig)
6. Post mortale aërobe glycolyse: lactaatvorming
7. pH ↓
• Ook contractie in hart: linkerventrikel = leeg, bloed naar aorta
• Einde lijkstijfheid:
• autolyse: proteasen knippen actine & myosine
• Kamertemperatuur: duurt 6 uur tot 2 dagen
• Kouder: langer
• Stress / inspanning gedaan voor het sterven: vroeger
KHD GHD
2. Algor Mortis
• Afkoeling 1°C per uur Bacteriën in pens &
caecum: T° ↑ door
Start: 30 min na de dood -> 1 dag later fermentatie
3. Hypostase / Livor Mortis → tragere afkoeling
Dikke vacht / veel vet: trager
• Bloed zakt naar onder door Fz
• Permanent eens bloed stolt
• Donkerder bloed onderaan
Subcutane hypostase = lijkvlekken = livores
• Verkleuring van de huid door onderhuidse capillairen gevuld met
bloed
4. Dodenogen
• Corneatroebeling
• Cornea droogt op → troebel melkwit uitzicht
• 6 - 8 u na de dood
• Is geen cataract
5. Post-mortale autolyse
• Celverval ten gevolge van eigen lysosomale enzymes die uit lysosomen komen ≠ rotting!
• Beginnen weefsel af te breken → fenomeen lijkt
op necrose (onderscheid: tabel) PM AUTOLYSE AM NECROSE
• Kern: pyknose, karyorhexis & karyolysis
Geen reactie Reactie om
• Cytoplasma verklompt, wordt eosinofieler necrosehaard te
(door EW coagulatie) + vacuolisatie elimineren (macrofagen)
Pathologie 59
, • Waar eerst port-mortale autolyse:
• Darmweefsel (verteringsenzymes)
• Galblaasmucosa
• Pancreas
• Hersenen
6. Putrificatie
• Rotting
• Inwerking beweeglijke anaërobe bacteriën uit omgeving
• Dringen binnen via darmen, longen & huid
Post mortaal emfyseem (gasvorming)
→ karkassen zwellen op
→ eventueel rectumprolaps door te hoge druk in karkas
→ Nog meer in warme gebieden
7. Hemoglobine imbibitie
• Hb spreiding door postmortale hemolyse
1. Hb komt vrij
2. Roze verkleuring van:
• Endocard
• Intima van de bloedvaten
8. Post-mortale bloedklonter
• Vorming bloedstolsels na de dood
Kenmerken van de bloedklonter
• Glanzend
• Niet-gelaagd
• Geen adhesie van endotheel: zitten los in het bloedvat premortale bloedklonter
• RBC sedimentatie → organisatie van bloedklonter
• Spekstolsel: serum
• Cruorstolsel: RBC
Paarden
• Rouleauxvorming van RBC → hogere sedimentatiesnelheid
PM AM
Pathologie 60
, CIRCULATIESTOORNISSEN
OEDEEM
= opstapeling van sereus vocht in het interstitium
sereus vocht in lichaamsholten = effusie
MORFOLOGIE
• Orgaan volume ↑
• Gelatineus & Glanzend aspect
Histologisch:
• Optisch lege ruimte tussen de EC matrix
• Op plaatsen waar vochtopstapeling mogelijk is
• Losmazig bindweefsel: subcutis, submucosa, perivasculair
BASISPRINCIPES
Verschillende soorten obv lokalisatie
1. Interstitieel oedeem Hierover gaat het vaak als we
gewoon spreken van ‘oedeem’
• EC matrix, stroma
2. Intracellulair matrix
• Cytosol, cytoplasma
3. Hypervolemie
• Thv bloed & plasma: intravasculair
, PATHOGENESE
MANIEREN OM OEDEEM TE KRIJGEN
INTERSTITIUM
LYMFE
Hogere hydrostatische Hogere colloïd
druk: Vocht uit osmotische druk:
bloedvaten duwen vocht terug opnemen
ARTERIOLE VENULE
1. Toename vasculaire permeabiliteit
• Meer vocht naar buiten door gaten
2. Toename intravasculaire hydrostatische druk
• Verhoogd bloedvolume thv microvasculatuur
3. Afname intravasculaire osmotische druk
• Door bijv. ondervoeding; daling van plasma-EW
• Toegenomen vochtfiltratie & verminderde absorptie
• Leidt tot gegeneraliseerd oedeem (overal in bloedvatenstelsel albumine ↓)
4. Afname van de lymfe drainage
• Afgesnoerde lymfeknoop / obstructie
• Stuwingsstoornis
1. Toename van de vasculaire permeabiliteit door:
1. Hormonale werking
• Oestrogeen
• Hypothyroïdie (zie myxoedeem p. 45)
• Glucocorticoïden
2. Inflammatoire / immunologische stimuli
• Plaatselijke vrijstelling van mediatoren (histamine, leukotriënen)
1. Onmiddellijk effect = contractie van endotheelcelen,
wijdere openingen
2. Andere factoren vrij (IL-1 / TNF ⍺)
3. Cytoskelet herorganiseert: nog meer contractie, ruimtes
nog wijder
Pathologie 62
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margocoessens2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.82. You're not tied to anything after your purchase.