Het is een samenvatting van hoofdstuk 1 van het boek Dilemma. In dit hoofdstuk hebben ze het over de democratie en de verschillende politieke partijen en over de regering, overheid en parlement
Maatschappijleer samenvatting
Maatschappelijk probleem; een probleem dat groepen mensen aangaat, dat samenhangt met of
het gevolg is van maatschappelijke veranderingen, waarover verschillen van mening bestaan
over de oorzaak en over de aanpak en, dat vraagt om een gemeenschappelijke oplossing.
Normen; zijn voor iedereen hetzelfde. Dus hoe je je hoort te gedragen volgens de wet.
Waarden; een opvatting hoe je je binnen een bepaalde groep hoort te gedragen en wat normaal
is en wat niet
Belangen; iedereen heeft dezelfde belangen zoals de belangen op een goed milieu, maar de
belangen kunnen ook uit elkaar lopen.
Anarchisten; mensen die willen leven in een samenleving zonder autoriteit en een staat, want
dat zou de vrijheid van het individu onderdrukken. (is een stroming binnen het socialisme)
Kenmerken van een staat; De overheid kan hierdoor
Een staat heeft een omgrensd verschillende dingen doen;
grondgebied 1. Mag wetten maken die voor
Het grondgebied wordt bewoont door iedereen gelden
mensen (een volk) 2. Belastingen mag heffen
De staat heeft de hoogste macht, de 3. Mag geweld gebruiken door
soevereiniteit; het hoogste gezag dat inzet van het leger of politie.
vaak door de overheid (namens het Ze hebben dus
volk) wordt uitgeoefend in een geweldsmonopolie; ze mogen
democratische staat. zonder consequenties in
Vaak is het de overheid die de meeste macht bepaalde omstandigheden
heeft; instantie die het soevereine gezag geweld gebruiken.
beoefend
De staat heeft natuurlijk ook taken zoals het handhaven van de openbare orde en veiligheid
(het beschermen van het volk en het land). Of het ontwikkelen van de samenleving door
bijvoorbeeld onderwijs. Ook kan de overheid allemaal activiteiten op zich nemen zoals het
aanleggen van spoorwegen. Ook speelt de overheid een rol in het verdelen van (im)materiele
goederen over de samenleving
Politiek; het beleid van de overheid en het ontstaan en effecten van dit beleid.
Macht; het vermogen om iets gedaan te krijgen en om invloed uit de oefenen. De factoren
waarop macht gebouwd is zoals geld, functie kennis en ervaring heten machtsbases. Als je je
macht gebruikt kan je daarmee invloed uitoefenen. Als mensen ook luisteren naar de macht
die je hebt en het accepteren heb je gezag.
Civil society; organisaties die buiten de sfeer van de overheid, commerciële bedrijven en
privésfeer behoren zoals de kerken, vakbonden en sportverenigingen die mensen in contact
brengen met elkaar.
, Maatschappijleer samenvatting
Referendum; volksstemming. Deze manier van beslissen hoort bij een democratie.
Er zijn ook landen die geen democratie zijn, maar waar een mate van dictatuur is; waar de
macht in handen is van 1 familie, 1 persoon of 1 partij.
Je hebt 4 kenmerken om van een democratie te spreken; Maar sommige mensen
1. De bevolking kies direct of indirect zijn eigen bestuur. vinden dat er meer achter
Als ze vinden dat de bevolking niet functioneert zit en dat het ook gaat om;
kunnen ze via de stembus een andere kiezen sociale rechtvaardigheid
2. De verkiezingen zijn vrij en geheim. Geheim houdt in (geen al te grote sociale
dat niemand erachter kan komen op wie je hebt ongelijkheid), sterke civil
gestemd en vrij is omdat iedereen mag stemmen op society (burgers hebben
wie die wil en zich ook kandidaat mag stellen en zich georganiseerd en zijn
iedereen mag in de media vertellen wat hij/zij van de onafhankelijk van de
partijen vind. overheid) en er is een
3. De mensen moeten grondrechten hebben zoals; democratische politieke
vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst en cultuur (zowel de overheid
de vrijheid van vereniging en vergadering. als de burgers moeten een
4. Er is een onafhankelijke rechterlijke macht (die hoeft democratische houding
geen verantwoording af te leggen aan de overheid). hebben)
In Nl hebben we geen beslissende referenda (dat ze moeten doen wat er uit een referendum
komt), maar een adviserend referendum.
Nederland heeft dus een indirecte democratie; een bestuursvorm waarbij het volk niet zelf
over allerlei zaken beslist, maar de beslissingen overlaat aan de gekozen vertegenwoordigers.
De Staten-Generaal ook wel het parlement genoemd beslist over deze indirecte democratie.
Het parlement bestaat uit de eerste en tweede kamer. De tweede kamer wordt rechtstreeks
gekozen. De mensen in de tweede kamer horen bij een partij.
De eerste kamer (senaat), Wordt eens in de 4 jaar gekozen door de vertegenwoordigers in de
provincies.
Het parlement maakt samen de wettenen controleren de bestuurders. Onze landelijke
bestuurders zijn de ministers en staatssecretarissen ie samen het kabinet vormen. Het
parlement moet vertrouwen hebben in het kabinet. Als dit niet zo is dan valt het kabinet. Dit is
de vertrouwensregel.
Na de nederlaag van Napoleon en het herstel van de onafhankelijkheid werd NL een
gedecentraliseerde eenheidsstaat; een staat waarbinnen de overheid bepaalde bevoegdheden
aan lagere rangen gaf (provincies en gemeentes). De provinciale staten zijn de
vertegenwoordigers van de provincies bij elkaar. Deze worden eens in de 4 jaar rechtsreeks
gekozen.
In de gemeente raad zitten de vertegenwoordigers op gemeentelijk niveau. (maakt regels die
voor de hele gemeente gelden).De burgemeester is de voorzitter van de gemeenteraad.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noorvanzanten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.73. You're not tied to anything after your purchase.