Recht van de Europese Unie Samenvatting 2020-2021 Margot Horowitz 1
Hoofdstuk I: Het Europese integratieproces
• Situering: na WO II
◦ voor WO II: grote Europese naties die het wereldtoneel politiek beheerste
◦ na WO II: nog 2 grootmachten: VS & de toenmalige Sovjet-unie
▪ zeer grote rivaliteit tussen hun die leidt tot de koude oorlog
◦ Europa: zorgen rond Frankrijk & Duitsland
▪ De 2 grote klassieke grootmachten van Europa die nu fel waren verzwakt
▪ Bittere tegenstanders na hun oorlogsconflicten
▪ Sommige zijn van mening dat Duitsland moet kunnen heropbouwen
• zwak Duitsland is een grote factor instabiliteit in Europa
• VK & VS: vrezen ervoor dat een verzwakt Duitsland onder invloed zou kunnen
komen vd Sovjet-unie en dat deze zo een greep krijgt op het Europees continent.
◦ Zij willen Duitsland terug sterk zien worden maar als Europese bondgenoot
◦ Tal van initiatieven genomen tot internationale samenwerking:
▪ VN, Wereldbank, Gatt...
▪ Ook binnen Europa:
• 5 september 1944: oprichting Benelux
◦ bewees al spoedig de voordelen van samenwerking
◦ Winston Churchill pleitte ook voor een samenwerking binnen Europa
▪ Toespraak 1946: p. 465 in bronnenboek
• lanceert hierin het idee van een Europese familie creëeren
• ziet in dat Duitsland veel schuld heeft maar hij vind dat we verder moeten
• van mening dat Duitsland & Frankrijk moeten samenwerken en samen zorgen
voor stabiliteit in Europa door partnerschap te vormen
• de kleine landen zullen hierin even belangrijk zijn als de grote landen
◦ Zelfde idee in de VS: herstel van Duitsland als Westerse bondgenoot
▪ Truman doctrine door president Truman
• Idee dat zij als VS ter hulp zullen komen van vrije volkeren die strijden tegen
mogelijke onderdrukking door gewapende minderheden of druk van buitenaf.
• Zijn minister van Buitenlandse zaken ontwierp het Marshallplan:
◦ materiële & financiële steun aan Europese landen die met VS willen
meewerken:
▪ zo veel geld in Europese economie gepompt dat dit toelaat die landen
sneller dan voorzien terug economisch vooruit te late gaan
◦ niet zomaar geven: verplichting voor die lanen om een organisatie op te
richtten die die steun vd VS zal organiseren:
▪ OOES: organisatie voor Europese economische samenwerking
• nu: OEZO
▪ Ook samenwerking op andere vlakken:
• 1949: oprichting NAVO (samenwerking op militair vlak)
• 1949: oprichting Raad van Europa (voor mensenrechten)
◦ 1950: ondertekening EVRM
,◦ Frankrijk & Duitsland 2
▪ Frankrijk bleef wantrouwig tov Duitsland maar erkende het belang voor de stabiliteit
in West-Europa van economische reconstructie in Duitsland
▪ Jean Monet
• Door de Franse regering verantwoordelijk gemaakt voor de heropbouw
• Ontwerpt plan dat politiek wordt opgenomen door Schuman: minister van
buitenlandse zaken
◦ Het Schuman plan
▪ Idee van Duitse economische reconstructie toe te laten onder
supranationale structuur die openstaat voor andere Europese landen.
▪ Supranationalisme: staten gaan bepaalde bevoegdheden overdragen aan
een internationale organisatie:
• hogere autoriteit die beslissingen kan nemen zonder veto-recht en met
nodige middelen om beslissingen af te dwingen
▪ Idee van liberalisering op vlak van Kolen & Staal
• gezamenlijke controle met economische en politieke doeleinden
• zou resulteren in economische vooruitgang:
◦ belangrijke instrumenten om oorlogsvoering mogelijk te maken
◦ door deze uit de nationale controle te halen zou het materieel
onmogelijk zijn voor FR en DU om nog oorlog te voeren
▪ 9 mei 1950: “Dag van Europa”
• Persconferentie in Parijs waarin dit wordt gelanceerd
• p. 469 bronnenboek: verklaring Robert Schuman
◦ “Europa gaat er niet in een klap zijn: zal worden gemaakt door
concrete realisaties die eerst een feitelijke solidariteit tussen de
Europese landen zal creëren”
◦ Van EGKS tot EU
▪ 18 april 1951: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg & Nederland
ondertekenen het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen
en Staal (EGKS)
▪ Dit werkte zo goed dat ze ook hun defensie wouden samenbrengen:
• dit plan sneuvelde omdat dit te verregaand was voor sommige landen
◦ ondanks deze tegenvaller bleef er steun voor verdere economische integratie
▪ 25 maart 1967: verdrag van Rome: EEG & Euratom
• verdrag tot oprichting vd Europese Economische Gemeenschap en het verdrag
tot oprichting vd Europese Gemeenschap voor atoomenergie
• verschillen binnen die verdragen:
◦ EGKS is zeer gedetailleerd
◦ EEG is eerder een kaderverdrag dat vooral de doelstellingen bevat
• gemeenschappelijke elementen: gekenmerkt door supranationaal karakter
◦ communautaire methode: de drie gemeenschappen (communauté) hebben elk
hun eigen methode
◦ versterkt door de rechtspraak van het Hof van Justitie:
▪ teleologische interpretatie: beklemtoonde de autonomie vd
communautaire rechtsorde als een “nieuwe rechtsorde” in het
volkenrecht.
▪ 8 april 1965: Fusieverdrag
• Drie Europese gemeenschappen krijgen naast het Parlement en het HvJ dat ze
reeds deelden ook één Commissie en één Raad.
,◦ Jaren 60: Charles de Gaulle president in Frankrijk 3
▪ Was zeer sterk gericht op het Franse nationale belang
▪ Stond niet achter de supranationale ideeën
▪ Discussie over besluitvormingsprocedure inzake het landbouwbeleid:
• idee was van veto naar een meerderheidsbeslissing te gaan
• hij zag het niet zitten dat FR geen veto meer zou hebben:
◦ gaat 6 maanden FR niet meer sturen naar de Raad van Ministers
▪ oplossing: akkoord van Luxemburg
▪ Akkoord van Luxemburg: p.471 Bronnenboek
• Geen juridisch besluit of verdrag: politieke afspraak neergelegd in persbericht na
een vergadering vs Raad van Ministers
• agreement to disagree (alles staat duidelijk in bronnenboek)
• Gevolg: gewone werkzaamheden hervat maar meerderheidsbesluitvorming
voortaan uitgesloten:
◦ bezwaarde de slagkracht vd communautaire besluitvorming sterk
◦ want bij zware belangen moesten alle landen het eens zijn met de aanpak
◦ Jaren 60: Economische crisis
▪ Economische crisis zal de Europese integratie moeilijker doen verlopen:
• deze creëert terug protectionisme: landen denken aan hun eigen belangen
◦ de besluitvorming met unanimiteit wordt hierdoor nog lastiger
◦ Verenigd Koninkrijk
▪ Churchill had de EEG altijd gesteund maar zonder ambitie om toe treden
• zal zichzelf als de grote winnaar van WOII en had geen intentie om macht af te
staan aan een hoger niveau
• vanaf jaren 60: geen intentie om macht af te staan maar wel sterke voorstander
van de vrije handel (dit is wat er wordt gedaan binnen de EEG)
◦ VK gaat zich bedenken en toetreding vragen tot de EEG
▪ Charles de Gaulle gaat hiertegen met het Veto van FR 2x nee zeggen:
• zeer wantrouwig tegenover VK wegens hun samenwerking met de VS
en uit vrees voor minder macht
• Charles de Gaulle treedt af: nieuwe president Pompidou
◦ Deze gaat wel ja zeggen tegen het VK
◦ 1 januari 1973: Denemarken, Ierland en VK treden toe tot de EG
◦ 1 januari 1981: Griekenland
◦ 1 januari 1986: Portugal en Spanje (vanaf dan 12 leden in EEG)
▪ belangrijke democratiserende factor voor de laatste 3 landen:
• door toetreding zijn zij verplicht weg van democratisering op te gaan
◦ Jaren 80: positieve periode voor de Europese integratie
▪ Aantal sterke pro-Europese figuren:
• Francois Mitterand (president FR) en Helmut Kohl (kanselier DU)
◦ werken samen en maken plannen voor een versterkte en versnelde integratie
◦ onder leiding van Jacques Delors
◦ ook Margaret Tatcher (eerste minister VK) zal akkoord gaan
• 1986: zal resulteren in Europese akte
◦ verdrag dat oorspronkelijke verdragen op belangrijke punten wijzigt
◦ doelstelling: tegen eind 1992 een interne markt te maken
▪ nieuw instrument om doel te bereiken: qualified majority voting: QMV
◦ meerderheidsbesluitvorming ipv éénparigheid
▪ 1986-1992: veel Europese besluitvorming: zeer sterke pro-Europese beweging
, ◦ Jaren 90: 9 november 1989: Val van de Berlijnse muur 4
▪ sterke democratiseringsbewegingen in Oost-landen
• gevoeligheid om misschien toe te treden tot de EU
▪ Einde koude oorlog: misschien terug éénmaking van Duitsland?
• Lastig: op dat ogenblik herinnerde zich veel mensen binnen de politiek nog wat
er was gebeurd en vreesde ze ervoor dat Duitsland te groot & sterk zou worden
◦ ééngemaakt Duitsland zou een nog grotere LS zijn dan FR:
machtsverschuiving
▪ Overeenstemming tussen de Europese landen met steun VS onder George H.
Bush
• Frankrijk en President Bush steunen de éénmaking van Duitsland
◦ voorwaarde: het moet duidelijk zijn dat Duitsland zich volledig integreert
binnen Europa en zich volledig binnen dat Europees project inschakelt
zonder risico voor de situatie van vroeger
▪ symbolisch: Duitsland gaf motor Duitse economie op: Duitse munt
• Duitsland gaf iets op dat ze beschouwde als de “kracht van Duitsland
◦ 7 februari 1992: Verdrag van Maastricht
▪ Verdrag betreffende de Europese Unie: ontstaan EU
▪ Gaan nieuwe bevoegdheden naar Europa met nieuwe procedures
▪ Afgesproken om monetaire en economische unie op te rechten (EMU):
• gemeenschappelijke Europese munt maken die 10j later zal worden ingevoerd
▪ Berustte op drie pijlers:
• 1. Sterk geïntegreerde communautaire pijler: samenwerking die er al is
◦ EEG wordt EG, met EGKS en Euratom
◦ heel intense samenwerking supranationaal gericht
• 2. Intergouvernementele pijler: GBVB
◦ Gemeenschappelijke buitenland en veiligheidsbeleid
• 3. Intergouvermentele pijler: SJBZ
◦ Samenwerking op gebied van justitie en binnenlandse zaken
▪ 1 Europees kader maar 4 verdragen: juridisch zeer complex
• Unieverdrag en de 3 communautaire verdragen: EG, EGKS en Euratom
◦ 1995: toetreding Oostenrijk, Finland en Zweden (= 15 LS)
◦ 2 oktober 1997: Verdrag van Amsterdam
▪ invoering van mogelijkheid tot “nauwere samenwerking”
• luikje van derde domein (vrijheid, veiligheid en recht) naar eerste pijler
◦ samenwerking op vlak van migratiebeleid en internationaal privaatrecht
• derde pijler beperkt tot strafrecht en politiële samenwerking in strafzaken: PJSS
◦ 26 februari 2001: Verdrag van Nice
▪ Voorbereiding vd Unie op institutioneel vlak voor de toetreding van LS uit Oosten
• samenwerking tussen 15 leden wordt een samenwerking tussen 25 leden
▪ Bij dit verdrag ook afkondiging van het Handvest vd grondrechten vd EU
▪ 1 mei 2004: Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen,
Slowakije, Slovenië en Tsjechië (van 15 naar 25 LS)
▪ 1 januari 2007: Bulgarije en Roemenië (27 LS)
▪ 1 januari 2002: invoering euromunt en biljetten
▪ 1952-2002: EGKS verstrijkt na 50 jaar
• wegens brede toepassingsgebied EG was er geen nood aan de verlenging ervan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margothorowitz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.42. You're not tied to anything after your purchase.