Samenvatting Fundamenten van de psychologie (Marc Brysbaert, tweede druk 2020)
33 views 2 purchases
Course
Fundamenten Van De Psychologie
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Book
Fundamenten van de psychologie
Een uitgebreide samenvatting (54 pagina's) van het boek Fundamenten van de psychologie (door Marc Brysbaert). In de samenvatting komen de volgende hoofdstukken aan bod: 1,3 4, 5, 6, 7, en 9.
Gebruikt voor het vak fundamenten van de psychologie voor de minor inleiding in de toegepaste psychologie ...
Hoofdstuk 1, 3, 4, 5, 6, 7 en 9
July 12, 2021
54
2020/2021
Summary
Subjects
psychologie
evolutietheorie
wat is psychologie
de waarneming
bottom upprocessen
top downinvloeden
fundamenten van de psychologie
ontstaan van de psychologie
zintuigelijke gewaarwording en waarneming
c
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Minor Inleiding Toegepaste Psychologie
Fundamenten Van De Psychologie
All documents for this subject (33)
Seller
Follow
eva-jara
Content preview
Samenvatting fundamenten van de psychologie
Marc Brysbaert, tweede druk 2020
Hoofdstuk 1 wat is psychologie?
1.1 Definitie psychologie
Psychologie is een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die
gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan het
gedrag ten grondslag liggen. P2
Psychologen proberen menselijk gedrag te begrijpen. Ze zullen het gedrag op een
systematische manier observeren en kijken hoe het beïnvloed wordt door
gebeurtenissen in de omgeving. Waarom treedt het op en welke processen zijn nodig
om dit te bewerkstelligen. P2
1.2 Ontwikkelingen die de psychologie mogelijk hebben gemaakt
Rede, intuïtief en geloof
Filosofie in het oude Griekenland.
De eerste invloedrijke geschriften over het functioneren van de mens werden
gepubliceerd in de klassieke oudheid, meer bepaald door de Griekse filosofen Plato
en Aristoteles. Zij stelden zich de vragen over het universum en de plaats van de
mens erin. Typisch voor hun benadering was dat antwoorden op deze vragen hun
oorsprong vonden binnenin de mens. Mensen waren de enige wezens met een rede
en met deze rede maakte het mogelijk om de realiteit te begrijpen op een manier die
onmogelijk was voor dieren.
Volgens Plato diende een onderscheidt gemaakt te worden tussen de ware,
onzichtbare wereld van onveranderlijke, ideale vormen en de zichtbare, veranderlijke
wereld rondom ons, die een onvolmaakte afspiegeling is van de ware wereld.
Plato: hij was ervan overtuigd dat echte kennis gebaseerd moest worden op een
menselijke rede en niet op observatie en studie van de wereld waarin we leven. P3
Aristoteles hechte meer belang aan observatie dan Plato, maar ook voor hem kon
ware kennis niet op observatie gebaseerd zijn. Om echte kennis te hebben, diende
men uit te gaan van onwrikbare uitgangspunten (axioma’s). Die werden door de
menselijke ziel intuïtief als zelfverzekerd herkend. Dit herkennen noemde Aristoteles
een ‘demonstratie’. Vb hiervan waren de demonstraties dat de aarde en water
spontaan naar het centrum van de wereld wilden (dit was hun uiteindelijke doel),
terwijl lucht en vuur naar de maan streefden. Vanuit dergelijke demonstraties kon
volgens Aristoteles op basis van de menselijke rede de rest van de kennis afgeleid
worden. P4
De kerk.
Na de val van het Romeinse Rijk was de rooms-katholieke kerk de belangrijkste
hoeder van kennis in de westerse wereld. Zij vertaalde de geschriften van Plato en
Aristoteles naar de kerkelijke leer toe. Doordat God garant stond voor de waarheid,
waren de geschriften de meest betrouwbare bron van informatie. P4
,De wetenschappelijke revolutie
Het startpunt: Copernicus die stelde dat de aarde rond de zon draaide
(Copernicaanse revolutie); werd onderbouwd door Galileo Galilei.
Nieuwe kennis komt (mede) voort uit observaties en experimenten.
Newton werkte de inzichten van Galilei verder uit. Dit wordt als het beginpunt van de
eerste natuurwetenschap, de fysica, beschouw. Van PP
Een nieuwe manier van denken
De overtuiging van de Grieken en de katholieken kerk dat ware kennis gebaseerd is
op nadenken, intuïtief aanvoelen en goddelijke ingevingen, lijkt spontaan te ontstaan,
want we vinden die in alle beschavingen terug, die zich los van elkaar ontwikkeld
hebben.
In Europa groeide in de 16de- 17de eeuw echter een andere vorm van kennisvergaring,
die uniek is in de wereld, namelijk de overtuiging dat ware kennis gebaseerd is op
systematische observatie en actief ingrijpen in de wereld = wetenschappelijke
revolutie. P4
Factoren die een rol hebben gespeeld in het ontstaan van de revolutie zijn de
verminderde macht van de katholieke kerk (die geconfronteerd werd met de
reformatie), een herwaardering van handel en handenarbeid (voordien waren
geleerden personen die niets anders deden dan lezen, schrijven en bidden), de
uitvinding van de boekdrukkunst (waardoor info sneller verspreid kon worden), de
ontdekkingsreizen, de confrontatie van de westerse wereld met de islamitische
beschaving, oprichting van universiteiten en periode van relatieve welvaart. P4
Belangrijke bijdrage tot de wetenschappelijke revolutie was het voorstel van
Copernicus dat de aarde niet het centrum van het heelal vormde. Dit stelde de
axioma’s en demonstraties van Aristoteles ter discussie. P5
De copernicaanse revolutie.
Een belangrijke katalysator voor de wetenschappelijke revolutie was de vaststelling
dat de kalender niet meer bleek te kloppen. Kalender werd veranderd. P5
Copernicaanse revolutie: het inzicht dat de aarde niet het centrum vormde van het
heelal. P5
De Pools-Duitse geleerde Nicolaus Copernicus verspreidde als eerste in 1514 onder
vrienden een handgeschreven tekst, waarin hij de hypothese opperde dat de
beweging in het heelal beter te begrijpen vielen wanneer men uitging van de
veronderstelling dat het niet alle hemellichamen rond de aarde draaide, maar dat de
aarde rond de zon draaide. Zijn inzichten bleven grotendeels hypothetisch tot de
Italiaanse Galillei een boek publiceerde waarin hij het copernicaanse model
verdedigde en met een reeks nieuwe observaties onderbouwde. Nieuwe observaties
waren mogelijk door uitvinding telescoop. Uiteindelijk zouden Galilei’s inzichten
verder uitgewerkt worden door de engelse geleerde Isaac Newton die de
bewegingen van de planeten rond de zon beschreef aan de hand van een aantal
relatief eenvoudige wiskundige formules. Die wetten van Newton worden als
algemeen beschouw als het beginpunt van de fysica, de eerste natuurwetenschap.
Gaandeweg groeide de overtuiging dat veel kennis niet verlopen gegaan was en
herontdekt moest worden. Bovendien werd duidelijk dat de nieuwe ontdekkingen niet
,altijd volgden uit het passief observeren van fenomenen, maar door actief op de
fenomenen in te grijpen, door te ‘experimenteren’ en de gevolgen van dergelijke
experimenten te bestuderen. De ‘nieuwe’ mannen van de wetenschap bouwden
machines, deden onderzoek over allerhande substanties en levende wezens. Leidde
in de 18e-19e eeuw tot ingrijpende maatschappelijke veranderingen (industriële
revolutie) en tot grotere welvaart van de hele bevolking. P6
De groeiende macht van de wetenschap en het ontstaan van twee
culturen.
Wetenschap en macht. Omdat wetenschappelijke benadering beter aansloot bij het
minder dogmatische protestantisme, waren de ontwikkelingen groter in die landen
die zich grotendeels aan de invloed van de katholieke kerk onttrokken hadden.
Tegelijk groeide de invloed van de eerste landen omdat de nieuwe ontdekkingen
belangrijke voordelen boden.
Twee culturen. Gaandeweg vormden zich volgens Snow twee aparte culturen: de
klassieke, humanistische cultuur en de nieuwe, natuurwetenschappelijke cultuur.
Weinig contact met elkaar en weten weinig van elkaar af, volgens Snow. P6
De toepassing van de wetenschappelijk methode op het menselijk
functioneren
Omdat wetenschappelijk onderzoek afhing van een goede observatie, begonnen de
wetenschappers zich vragen te stellen over de mogelijkheden en beperkingen van
menselijke waarnemingen. Snel bleek dat mensen niet altijd alles meteen en
gedetailleerd konden waarnemen. Resulteerde in de eerste natuurwetenschappelijke
studies over menselijk functioneren. P6
Persoonlijke fout. Blijkbaar had de ene persoon meer tijd nodig om informatie te
verwerken dan de andere. Men begon te werken met een persoonlijke fout voor elke
sterrenkundige. P7
De snelheid van informatietransmissie in de zenuwen. De beperkingen van de
waarneming kwamen aan het licht toen de Duitse fysioloog Hermann von Helmholtz
de snelheid van zenuwimpulsen in de zenuwvezels begon te meten. Voorheen dacht
iedereen dat die snelheid oneindig groot was en dus niet te meten viel. Hij ontwierp
een methode die het mogelijk maakte om een zenuw van een kikker te stimuleren en
het signaal een eind verderop te ontvangen. P7
Het onderzoek van Donders. Het onderzoek van Helmholtz werd door de
Nederlandse oogarts Franciscus Cornelis Donders uitgebreid tot de mens. Hij was de
eerste Nederlandse oogarts die reactietijden bij mensen mat om te zien of de
resultaten van von Helmholtz over de snelheid van zenuwimpulsen ook van
toepassing waren op de mens. Hierdoor lag hij aan de basis van de mentale
chronometrie. p7. Mentale chronometrie= een techniek waarbij men de
psychologische processen in informatieverwerking probeert te achterhalen door te
kijken naar de tijd die mensen nodig hebben om allerhande taken uit te voeren. P8
, De evolutietheorie
Evolutietheorie Charles Darwin= volgens deze theorie waren levende wezens het
resultaat van een aanpassingsproces aan veranderende omstandigheden. Hij stelde
de verscheidenheid aan dieren en planten op de wereld het gevolg is van genetische
variatie en natuurlijke selectie door veranderende omstandigheden. Al snel riep dit de
mogelijkheid op dat ook de mens op die manier tot stand gekomen was. P8-9
Evolutieleer: houdt de overtuiging in dat alle huidige leven, inclusief dat van de mens,
ontstaan is vanuit vroegere levensvormen. PP
Genetische variatie= binnen elke soort bestaan aangeboren individuele verschillen,
waardoor niet elke eigenschap bij elk lid van een soort in even grote mate aanwezig
is. P8
Natuurlijke selectie= eigenschappen die niet goed aansluiten bij de omgeving,
bedreigen de overlevings- en voortplantingskansen van het individu. P8
Omgeving veranderd voortdurend en telkens bieden bepaalde eigenschappen meer
voordelen dan andere. Dieren en planten die goede kenmerken hebben, kunnen met
meer succes voortplanten. Terwijl andere met minder goede kenmerken meer moeite
krijgen om te overleven. Deze struggle of life of survival of the fittest zorgen ervoor
dat dieren en planten continu veranderen onder invloed van lokale bevolking. P8
De evolutietheorie was niet alleen belangrijk om de verscheidenheid aan
levensvormen op aarde te begrijpen, maar zorgde er ook voor dat de kijk op de mens
veranderde. P9
1.3 het ontstaan van de filosofie
Ontwikkelingen binnen de filosofie
- Verandering in de filosofische overtuigingen over de mens effende ook de weg
voor de psychologie.
- Eeuwenlang deelde men de kennis, dat de menselijke geest (de ziel) een vrije
wil had en niet onderworpen was aan de natuurwetten. Daarom kon ze niet
bestudeerd worden.
- ‘’De mens bestaat uit een lichaam en geest die onafhankelijk van elkaar zijn’’.
(Dualisme)
PP
De eerste wetenschappers waren filosofen, werden natuurfilosofen genoemd.
Stelling dat wetenschappelijke revolutie een gevolg was van het feit dat de filosofen
in de 15e en 16e eeuw opnieuw zelf kritisch begonnen te denken, in plaats van
alleen maar de klassieke filosofen en kerkvaders te bestuderen.
Rene Descartes was een Franse filosoof en wiskundige die zich in Nederland
gevestigd had. Volgens Descartes was het universum een complexe machine die op
basis van aangeboren kennis (naturisme) en de menselijke rede (rationalisme)
begrepen en door wiskundige formules beschreven kon worden. Het menselijke
lichaam was een deel van de machine, maar dit gold niet voor de menselijke geest,
die losstond van het lichaam en de natuurwetten (dualisme). P10
Dualisme verwijst naar de overtuiging dat mensen uit twee onafhankelijke elementen
bestaan: lichaam en geest. Geest heeft een natuurlijke vrije wil en vormt de kern van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eva-jara. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.