Onderzoek in de gezondheidszorg
Bakker en Van Buren
Hoofdstuk 9 De onderzoeksgegevens nader bekeken
9.1 Invoeren van de data
Wanneer de onderzoeker de onderzoeksgegevens of data verzameld heeft, voert hij/zij deze
in in de computer voor verdere bewerking en analyse. Hiervoor worden statistische
computerprogramma’s gebruikt.
9.1.1 Aanmaken van een datamatrix
Stap 1 voor het invoeren van de data is het aanmaken van een datamatrix of databestand.
Datamatrix = een lijst met rijen en kolommen.
Rij = alle gegevens van één proefpersoon of onderzoekseenheid invoeren.
Kolom = de scores van alle proefpersonen op één item of variabele.
1 cel = bevat de score van één persoon op één variabele.
Gepaarde waarneming = gegevens die aan elkaar gekoppeld zijn (bijv. moeder-kind, li- en
re- oog).
De gegevens van een gepaarde meting komen in dezelfde rij te staan (naast elkaar)
Eerste kolom bevat de proefpersoonnummers of identificatienummers
Voorbeeld tabel
Sekse Leeftijd
1 0 56
2 1 37
3 0 49
9.1.2 Coderen
Getallen zijn meteen in te voeren.
Woorden zijn niet meteen in te voeren. Deze moeten omgezet worden in een code
(coderen). Iedere categorie correspondeert dan met een getal. Bijv. ja = 0 en nee = 1.
Soms is er om een of andere reden geen score bekend. Dit wordt een ontbrekende waarde
of missing value genoemd. Dit kan het beste weggezet worden als een ‘blanco’.
Bij negatieve vragen is er een hercodering nodig. De hercodering vindt plaats naar een
positieve vraag. Dit is nodig om een totaalscore mogelijk te maken.
Hercoderen kan je laten doen door het computerprogramma. Achter het item komt dan een
R van recode te staan.
9.2 Kwaliteitscontrole
De ingevoerde gegevens moeten voldoen aan een aantal kwaliteitsaspecten.
Frequentietabel = een tabel die voor elke variabele weergeeft hoe vaak de daarbij behorende
waarden voorkomen. Met deze tabel kan je controleren of de invoer- of codeerfouten zijn, de
spreiding van de scores en de verdeling van de variabelen. Hiermee kijk je of de data goed
is.
Invoer- of codeerfouten
- Aan de hand van de frequentietabel kan je nagaan of er geen ‘vreemde’ codes
voorkomen. Wanneer er bij een variabele alleen de 0 en 1 voorkomen, kan er geen 2
aanwezig zijn in de tabel.
Spreiding van de scores
, - Aan de hand van de frequentietabel kun je zien of er wel spreiding van de scores is.
Wanneer er geen spreiding zichtbaar is, heeft een verdere analyse van de variabele
geen zin.
Verdeling van de variabelen
- De manier waarop de scores verdeeld zijn, dus samen een geheel vormen, wordt de
verdeling genoemd.
- Sommige waardes zullen vaker voorkomen dan anderen, waardoor je op sommige
plekken pieken ziet. Een voorbeeld hiervan is lichaamslengte. Een lichaamslengte
van 1,70 komt waarschijnlijk vaker voor dan een lichaamslengte van 2,10.
- Normaal verdeling = de waarden van een variabele liggen symmetrisch
(spiegelbeeld) rond het midden verspreid.
De meeste scores liggen in het midden.
De extreme scores komen minder vaak voor.
- Wanneer de frequentietabel geen normaal verdeling laat zien, mag je bepaalde
statistische technieken niet zomaar gebruiken.
9.3 Variabelen
Je kunt de variabelen onderscheiden op bepaalde meetniveau’s. het is belangrijk van
tevoren het meetniveau te bepalen, om te weten wat je wel of niet mag berekenen met de
getallen waarmee je de variabelen uitdrukt.
Meetniveau’s:
Nominaal meetniveau
- De waarden van een nominale variabele worden slechts gebruikt om de verschillende
mogelijkheden te onderscheiden.
- Meestal wordt er aan iedere mogelijkheid een getal toegekend. Bijvoorbeeld ja = 0 en
nee = 1. De getallen 0 en 1 kunnen ook andere getallen zijn. Deze getallen op zich
betekenen niets.
- De getallen zijn niet op te tellen of te middelen omdat ze op zich niets betekenen.
- Dichotome variabele = een nominale variabele die slechts twee waarden kan
aannemen (bijv. man/vrouw).
Ordinaal meetniveau
- De waarden van een ordinale variabele geven een rangorde van de categorieën ten
opzichte van elkaar aan. Over de grootte van de verschillen tussen de categorieën
wordt niets gezegd.
- Rekenen met de getallen van een ordinale variabele is niet mogelijk.
- Voorbeeld opleidingsniveau. (laag (0), midden (1) en hoog (2). De getallen 0, 1 en 2
kunnen ook andere getallen zijn omdat de getallen op zich niets zeggen. Als de
rangorde maar hetzelfde blijft, want deze kan niet verandert worden.
- Likertschaal behoort tot het ordinaal meetniveau. Er is een rangorde, maat de
verschillende tussen de waarden is niet te benoemen.
Intervalmeetniveau
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anniekhermans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.