12.1: Context: Prinsjesdag
❖ Elke derde dinsdag in september = Prinsjesdag.
❖ Prinsjesdag is een voorbeeld van een politiek instituut.
❖ Ander voorbeeld: poldermodel
❖ Bij prinsjesdag horen de Algemene Beschouwingen. Is ook een politiek instituut.
Daarbij horen politieke partijen, met macht.
❖ Partijen debatteren vanuit hun ideologie.
❖ Uit die debatten kunnen compromissen komen; in Nederland het poldermodel.
❖ Volgens het poldermodel worden conflicten opgelost door compromissen te
sluiten.
❖ Idealen verwerft men tijdens politieke socialisatie.
❖ Het verschil met socialisatie is dat het hier gaat om politieke cultuur en
besluitvorming.
❖ Om culturen van elkaar te onderscheiden zijn er de cultuurdimensies van
Hofstede.
➢ Grote machtsafstand tegen kleine machtsafstand
■ Mate waarin minder machtige actoren verwachten dat de macht
ongelijk verdeeld is
➢ Individualistisch vs. collectivistisch
➢ Lage onzekerheidsvermijding vs. hoge onzekerheidsvermijding
■ Mate waarin dragers van een cultuur zich bedreigd voelen door
onbekende situaties
➢ Langetermijngerichtheid vs. kortetermijngerichtheid
➢ Masculien vs. feminien
❖ Kritiek: model simplificeert de werkelijkheid en maakt het statisch en
stigmatiserend.
❖ Nuance dominante cultuur en subcultuur: de laatste wijken af van de eersten.
❖ Paradigma’s over socialisatie:
➢ Functionalisme: politieke socialisatie is het middel om de politieke cultuur
over te dragen en voort te laten bestaan
➢ Conflict: hoe politieke socialisatie betekenis geeft aan sociale
ongelijkheid; ongelijke deelname aan politieke besluitvorming
➢ Sociaalconstructivisme: individu construeert beeld over de werkelijkheid,
maar wordt ook beïnvloed door de buitenwereld. Politieke socialisatie is
dus deels eigen keuze, deels invloeden
, ❖ Politieke regering geaccepteerd = legitiem politiek systeem
❖ Democratie heeft zes vereisten:
➢ Gekozen volksvertegenwoordigers
➢ Vrije verkiezingen
➢ Vrijheid van meningsuiting
➢ Vrije pers
➢ Vrijheid van vereniging
➢ Iedereen dezelfde rechten
❖ Politieke cohesie met de bevolking kan schade oplopen door:
➢ Slechte binding politiek / volk
➢ Grote afstand tot besluitvorming van burgers, bijv. EU
➢ Vakjargon
❖ Representative Modellen:
➢ Afspiegelingsmodel, zoveel mogelijk zoals het volk
➢ Rolmodel: standpunten volksvertegenwoordiger als het volk
➢ Partijenmodel
❖ Politieke bindingen → politieke instituties.
➢ → een organisatie heeft een adres, een institutie is een
begrip
❖ Verschil in macht: coalitie vs. oppositie
❖ Coalitie werkt samen voor een gemeenschappelijk doel
12.2 Ideologie: politics
❖ Er zijn vier dimensies waarop standpunten politiek ingedeeld kunnen worden:
➢ Links <-> Rechts
■ Hoeveel moet de overheid zich bemoeien met de economie?
■ Links: veel Rechts: weinig
➢ Progressief <-> Conservatief
■ Hoeveel vrijheid hebben mensen in ethische kwesties?
■ Progressief: veel Conservatief: weinig
➢ Nationalisme <-> Internationalisme
■ Is een land meer op het binnenland of op het buitenland gericht?
■ Nationalisme: binnenland Internationalisme: buitenland
➢ Materialisme <-> Postmaterialisme
■ Zijn actoren meer gericht op tastbare of abstracte zaken?
■ Materialisme: tastbaar Postmaterialisme: abstract
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laravanroessel2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.