Oefeneffect = herhaald afwisselen van inspanning en herstel.
Trainingseffect (chronische aanpassing) = resultaat van progressieve aanpassingen aan de
geleverde inspanningen.
- De aard van de training;
- De intensiteit;
- Volume;
- Frequentie van de oefenprikkel.
Het fysiologisch evenwicht (homeostase) wordt bij elke inspanning telkens verstoord.
Prikkel à Verstoring van de homeostase à Adaptatie à Anticipatie
In het trainingsproces onderscheidt men twee aanpassingsfasen:
a. De fase van een onmiddellijke maar tijdelijk aanpassing;
b. De fase van een stabiel en langetermijnaanpassing.
1. Systematisch mobiliseren van de fysiologische systemen en de
energiebronnen;
2. Systematisch herhaalde prikkels van trainingen en aanpassingen;
3. Blijvende en stabiele aanpassing, met een toename van energiebronnen;
4. ……à komt alleen voor bij een slechte trainingsopbouw (prestatiedaling).
Wat is sporttraining/ trainingsleer?
- Planmatig;
- Systematisch;
- Regelmatig;
- Prikkels toedienen.
Naarmate het prestatieniveau toeneemt, worden de trainingseffecten/ aanpassing kleiner en
de trainingsreserve groter (evolutie van de trainingstoestand).
ATP (fosfaatbinding adenosinetrifosfaat) = chemische energievorm die omgezet kan worden
in andere vormen van energie in de spier.
- Wanneer de spier een prikkel krijgt, wordt één fosfaatgroep afgesplitst.
ATP à ADP + P + Energie
,Trainingsleer: Samenvatting
Spier à Spiervezels (cilindervormige spiercellen).
De belangrijkste eiwitten in een spier zijn:
- Myosine, het actine, het troponine en het tropomyosine.
Sarcolemma = membraan rond een spiervezel
Ontspannen = sarcomere uit elkaar.
Gespannen = sarcomere in elkaar overlopen als soort tandwielen.
- Dikke filamenten = myosine
- Dunne filamenten = actine
Sliding filament theory = glijden van dunnen filamenten in dikke filamenten
,Trainingsleer: Samenvatting
Motorische eenheid = totaal aantal spiervezels dat is aangestuurd door een
motorische zenuw (spierbeweging). à spiercontractie om aan te spannen (of om te
ontspannen).
- Voor ogen 10 spiervezels;
- Voor dijspier 1600 spiervezels.
Soorten spiervezels:
1. Type 1-vezels = ST = Slow twitch vezels (rood);
- Duurinspanningen (aerobe energievoorziening).
2. Type 2-vezels = FT = Fast twitch vezels (wit).
- Maximale kortstondige contracties (anaerobe energievoorziening).
à Verhouding ongeveer 60%-40% of 40%-60%.
- Voornamelijk erfelijke factoren.
Anaerobe = zonder tussenkomst van zuurstof.
Aerobe = met tussen komst van zuurstof.
Vermogen = wanneer de spieren in een zeer korte tijdsspanne zo veel mogelijk energie
moeten leveren (anaeroob).
Capaciteit = wanneer de spieren gedurende een langdurige inspanning een grote hoeveelheid
energie moeten leveren (aeroob).
, Trainingsleer: Samenvatting
Creatinekinase = Per molecule ATP die wordt afgebroken, kan via CP-afbraak
onmiddellijk een nieuwe molecule ATP geregenereerd worden.
Alactische anaerobe fase = geen zuurstof en geen melkzuur (creatinefosfaatsysteem)
- 0 tot 10 seconden;
- Groot vermogen;
- Kleine capaciteit;
- Energie is onmiddellijk beschikbaar.
Latische anaerobe fase = geen zuurstof met melkzuur
(melkzuursysteem).
- 30 tot 120 seconden;
- Groot vermogen;
- Kleine capaciteit;
- De energie komt ongeveer na 10 seconden beschikbaar;
- Glycogeen ligt opgeslagen in de spier.
Aerobe fase = met zuurstof.
- Van 3 à 4 minuten tot meerdere uren;
- Klein vermogen;
- Grote capaciteit;
- Geen metabole bijproducten;
- Vetten worden bij lage intensiteit aangesproken.
Mitochondriën = de motor van de spiercel.
Eerste 30 minuten zal de energielevering via verbranding van koolhydraten verlopen.
Na 20 – 30 minuten zal de energielevering via verbranding van vetten verlopen.
Resynthese = het heropladen van de batterij (ATP):
1. Door splitsing van de energierijke fosfaten;
2. Door de anaerobe glycolyse met vorming van melkzuur;
3. Door de aerobe verbranding van koolhydraten en vetten met behulp van zuurstof.
De aerobe en de lactische anaerobe energielevering samen kunnen maximaal 2,5 mol ATP per
minuut leveren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BBlok. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.