100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete lesnoties Verbintenissenrecht (B001332A) AJ $17.14
Add to cart

Class notes

Complete lesnoties Verbintenissenrecht (B001332A) AJ

 21 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document bevat complete en uitgebreide lesnotities van het vak Verbintenissenrecht, gedoceerd door Dr. Ignace Claeys aan de Universiteit Gent in het academiejaar . In deze lesnotities kan u eveneens de antwoorden op voorbeeldvragen voor het examen vinden, net als notities van het gastcollege ge...

[Show more]

Preview 4 out of 91  pages

  • July 13, 2021
  • 91
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Dr. ignace claeys
  • All classes
avatar-seller
Verbintenissenrecht -les 2 (11/02/2021)
Inleiding tot het contractenrecht
 het leven van een contract
 verwekkingsfase  geboorte  leven van het contract  dood  leven na de dood
 contractenrecht wordt behandeld aan de hand van het leven van het contract
 BELANG: contractueel probleem in juiste fase in leven ctt kunnen plaatsen


 verwekkingsfase
= onderhandelingsfase of precontractuele fase
 kan heel kort zijn/nauwelijks bestaan
 bv. broodje bestellen bij de bakker
 kan ook lang(er) zijn
 bv. ondernemingscontracten
 ook FOUTEN mogelijk
= precontractueel gedrag onderworpen aan art. 1382-1383 oud BW (= algemene
zorgvuldigheidsnorm/gedragsnorm)
 DUS: er is sprake van buitencontractuele aansprakelijkheid
 in deze fase is er GEEN SPRAKE van wanprestatie of contractbreuk
 dus GEEN toepassing van de regels van contractuele aansprakelijkheid
 WANT: er is nog geen verbintenis
 wat kan er mislopen? (= BUITENCONTRACTUELE AANSPR.)
 informatieplicht kan geschonden worden
= opgelegd door specifieke wet – boek X WER OF art. 1382-1383 oud BW (= zou een
normaal zorgvuldig persoon deze informatie hebben doorgegeven?); kan WEL of NIET
opzettelijk gebeuren
- bv. aankoop onroerend goed (= villa of fabriek) – verkoper doet alsof er iets wel/niet
is, terwijl dit niet zo is – bv. fabrieksgrond vroeger vuilnisbelt – moet de verkoper dit
melden? moet de koper dit onderzoeken?
- bv. McDonald’s openen – 3 eerdere McDonald’s-vestigingen – McDonald’s moet aantal
eerdere vestigingen en duur ervan doorgeven
 foutief afbreken van onderhandelingen (= in vergevorderde fase)
= afbreken mag in principe wel (= contractsvrijheid); foutief afbreken echter niet (= abrupt
afbreken, zonder enige reden); rechter moet zich de vraag stellen of een redelijk
zorgvuldig persoon dit ook zou doen/op dezelfde manier zou handelen
 ongeldige overeenkomst
= redelijk zorgvuldig persoon (+ evt. professioneel karakter van de persoon in kwestie +
concrete omstandigheden)
- bv. professioneel en niet-professioneel – ctt vol ongeldige clausules – rechter:
“professioneel heeft niet gehandeld als redelijk zorgvuldig persoon”
 bedrog (of bedrieglijk stilzwijgen)
= evt. samen met schending informatieplicht (= fout volgens art. 1382-1383 oud BW)
 LET OP: er kunnen ook ctt’en voor andere ctt’en ontstaan (= CONTRACTUELE AANSPR.)
 bv. optiecontract bij aankoop gebouw – verkoper kan niet aan ander verkopen tot
afloop optiecontract – optienemer heeft optierecht (= om optie te lichten/uit te oefenen)
 bv. confidentialiteitsverbintenis als “voor-contract” bij onderhandelingen
 totstandkoming/sluiten van het contract

1

,  (hoe) is het contract tot stand gekomen?
= contract komt tot stand als de wil van de ene partij zich inhaakt in de wil van de andere
partij; wilsovereenstemming (= minstens overeenstemming wilsuiting)
 in België: wilsleer
 hoe weet je wanneer er wilsovereenstemming is?
- A = A; als het aanbod aanvaard wordt heb je een contract (ALS A = A, DAN CTT)
1
bv.: gebouw tandarts – bod projectontwikkelaar – tandarts: “ik aanvaard het bod”; als
er geen aanwijzingen zijn dat er nog een substantieel element openstaat, dan is er ctt;
MAAR: bewijs? = gereglementeerd bewijsstelsel vereist akte – dit is er (= aanvaarding)
 is het contract geldig tot stand gekomen? (= art. 1108 oud BW)
 4 (algemene) geldigheidsvereisten:
- wil (of toestemming)
= voorwaarden om van ongeldige wil te kunnen spreken
1
dwaling (= verkeerde voorstelling van de werkelijkheid; je begaat vergissing) moet
verschoonbaar zijn; bv. aankoop verontreinigd stuk grond
2
bedrog; bv. tandarts & projectontwikkelaar – gebouw op lijst van bouwkundig erfgoed
– gebouw kan niet afgebroken worden – pas bedrog indien sprake van opzettelijk
verzwijgen door tandarts (= wel schending algemene zorgvuldigheidsnorm)
- handelingsbekwaamheid
 rechtsbekwaamheid (= mbt rechten)
- voorwerp vd ctt’uele verbintenissen (= QUID/WAT?)
= de beloofde prestatie
 bv.: verzekeringsovereenkomst – voorwerp: betalen verzekeringspremie + verlenen
dekking wanneer onzekere gebeurtenis (= die gedekt is) zich voordoet (bv. brand)
 VW’EN: voorwerp moet geoorloofd + mogelijk + bepaald/bepaalbaar zijn
- oorzaak vd ctt’uele verbintenissen (= CUR/WAAROM?) (of ‘causa’)
= antwoordt op de vraag waarom een verbintenis is aangegaan; determinerende
beweegreden voor het aangaan van de verbintenis
 VW’EN: oorzaak moet bestaan + geoorloofd zijn + mag niet vals zijn
 OOK: bijzondere geldigheidsvereisten (= opgenomen in wetten) EN formaliteiten
- formaliteiten
= vormvereisten
 IN BEGINSEL: consensualisme; MAAR SOMS: vormvereisten mogelijk
 bv.: koop onroerend goed – onderhandse akte – moet op straffe van nietigheid (1)
vermeldingen bodemattest en (2) stedenbouwkundige vermeldingen bevatten
 NIET aan geldigheidsvereisten voldaan?
= contract bestaat (= in principe moet het ook uitgevoerd worden)
 MAAR: nietigverklaring ctt kan gevraagd worden (= moet naar huidig recht door de
rechter uitgesproken worden en dus niet door 1 partij – bv. bedrogen partij); in de
toekomst zal eenzijdige/buitengerechtelijke nietigverklaring mogelijk worden
 BIJ URGENTIE: rechter in kort geding (= snellere procedure; paar maanden ipv jaren) EN
NADIEN oordeel door bodemrechter/rechter ten gronde (= kan 5 tot 10 jaar duren)




 wilsgebreken (= invloed op wil of toestemming)

2

, - BEDROG
 rechtsgevolgen: nietigverklaring (= retroactief + restitutie/teruggave van reeds
geleverde prestaties) + soms ook schadevergoeding/-herstel (= WANT: bedrog is ook
buitencontractuele fout, normaal zorgvuldig persoon doet dit niet)


 INTERMEZZO: Hoe los je een casus op?
 brainstormen/linken leggen met cursus
= kernwoorden schrijven op kladblad
 bv.: bedrog (= determinerend of incidenteel?) – fout (= begaan door bedrogene) –
schadevergoeding – nietigverklaring
 antwoord structureren
= coherent en gestructureerd verhaal maken van kernwoorden
 doe dit adhv een VRAAG
 bv.: Wat kan worden gevorderd door welke partij? (1) nietigverklaring; door bedrog? –
(2) schadevergoeding
 stel de klassieke basisvragen
= wie? wat? waarom? hoeveel?
 maak hypotheses
= MAAR: vind geen feiten uit die niet in de casus gegeven zijn
 meest voorkomende probleem/vraagstuk in contractenrecht
= interpretatieprobleem; wat hebben partijen nu eigenlijk bedoeld?
 bv.: waartoe zijn farmaproducenten nu eigenlijk gehouden?


 leven van het contract
 waartoe zijn partijen gehouden? (= inhoud bepalen van het contract)
= wilsuiting + verplichtingen die voortvloeien uit de wet/gebruiken/goede trouw –
verplichtingen die voortvloeien uit de goede trouw
 NIET ENKEL uit contractueel document of (mondelinge) wilsuiting
 bv.: broodje kopen bij bakker – kassaticket – broodje bevat verborgen gebrek – koper
heel ziek door het eten van het broodje – WET: art. 1641 e.v. oud BW; vrijwaring
verborgen gebreken – GT: art. 1134, lid 3 oud BW; aanvullende functie goede trouw
 bv.: fietsenhersteller – rekening = €3.000 – informatieverplichting voortvloeiend uit GT
 GOEDE TROUW (GT): zowel aanvullende als matigende functie; MF: verbod van
rechtsmisbruik in contractuele zaken – contractspartij mag haar contractuele rechten niet
misbruiken (= ook ogv art. 1134, lid 3 oud BW)
 bv.: verkoop sociale woning – contractuele verplichting om woning niet opnieuw te
verkopen gedurende 20 jaar (= REDEN: speculatie vermijden) – schadebeding aan gekoppeld:
toch doen = forfaitaire schadevergoeding (= bv. €60.000 betalen bij wanprestatie) – MAAR:
echtscheiding na 17 jaar + afbetaling niet meer mogelijk = verkoop – rechtsmisbruik door
huisvestigingsmaatschappij (= toetsen adhv normaal zorgvuldig persoon) – DUS: vordering
tot toepassing van het schadebeding wordt afgewezen
 wat als de aangegane verbintenis niet wordt uitgevoerd? (= uitvoering van het contract)
 bv.: beloofd om 1.000kg aardappelen te leveren – er gebeurt geen levering
 NIET METEEN wanprestatie en/of contractbreuk; MOGELIJK overmacht
 bv. coronacrisis – huurders café – moeten ze nog betalen of niet? (= RS 50/50 verdeeld)

3

,  VW’EN OVERMACHT: (1) is het onmogelijk de verbintenis uit te voeren? + (2) is die
onmogelijkheid te wijten aan de schuldenaar?
 OVERMACHT: niet-toerekenbare onmogelijkheid van nakoming
 RISICOLEER: wie moet het risico van de overmacht dragen?
 CONTRACTBREUK (= wanprestatie of toerekenbare niet-nakoming/tekortkoming):
kijken naar de soort verbintenis – inspannings-/middelenverbintenis,
resultaats-/uitslagverbintenis of garantieverbintenis
 sancties bij contractbreuk
 schadevergoeding (= ogv contractuele aansprakelijkheid)
 uitvoering
 ontbinding (= NIET HETZELFDE als nietigheidsverklaring; enkel bij geldigheidsgebrek)
 vervanging van een schuldenaar (= uitvoering door een derde; op kosten oorspr. SA)
 ENAC (= exceptie van niet-nakoming/niet-uitvoering; eigen verbintenissen ook opschorten)


 einde van het contract
 manieren waarop contract ten einde kan komen (= beëindigingsvormen)
1. nietigverklaring
2. ontbinding wegens wanprestatie
3. toepassing overmacht en risicoleer
4. overlijden contractspartij (= enkel bij ‘intuitu personae’-verbintenissen)
5. opzegging van het contract (= kan eenzijdig door elke partij bij ctt van onbepaalde duur)


 post-contractuele fase
 ook na einde ctt kunnen soms verbintenissen blijven lopen
 bv.: arbeidsovereenkomst – niet-concurrentiebeding – blijft ook nog lopen na einde ctt
 ook post-contractuele verbintenissen geven aanleiding tot contractuele aansprakelijkheid




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marie1711. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $17.14. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$17.14  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added