100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting onderwijskunde A1 $10.05
Add to cart

Summary

Samenvatting onderwijskunde A1

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting is gemaakt aan de hand van de bijeenkomsten van onderwijskunde A1.

Preview 4 out of 31  pages

  • No
  • Hoofdstuk 9 en 11
  • July 13, 2021
  • 31
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
ONDERWIJSKUNDE Samenvatting Scholen
Verschillen A1
Bijeenkomst 1:
Onderwijskunde = ‘’Wetenschap die zich bezighoudt met leren, opleiden en het ontwikkelen
van onderwijs.’’’

Globaal gezien:
Late Middeleeuwen (tot 1500)
- Kerkelijke invloed: de kerk stelde dat elke parochie een school behoorde te hebben;
het aantal scholen nam in deze tijd sterkt toe.
- Vakken: zingen, geloofskennis, lezen, schrijven, soms rekenen. Het onderwijs stond in
dienst van de kerk.

Zestiende eeuw en verder…
- Boekdrukkunst, de uitbreiding van wetenschap, de ontdekkingstochten, kerkelijke
hervorming en de opkomst van de burgerij in nijverheid en handel. De boekdrukkunst
verhoogde de efficiëntie van het onderwijs. Door de groei van de wetenschap en
door de ontdekkingstochten nam de leerstof in omvang toe. De kerkhervormers,
vooral Luther legden de nadruk op het lezen van de Bijbel en de catechismus inde
volkstaal; vandaar de centrale plaats van het leesonderwijs in de eigen taal.
- Vakken: geloofskennis, lezen in eigen taal en rekenen (handelsonderwijs). Het
rekenonderwijs werd belangrijk door de sterkte uitbreiding van nijverheid en handel;
naast het rekenen werden er ook dergelijke vakken van ‘koopmanschap’ gegeven.
Zoals handelscorrespondentie (nog meer vakken, zie boek).

Achttiende eeuw (1700 – 1800)
In deze eeuw kwam een stroming op die de rede centraal stelde. Het gezag van staat en kerk
kwam ter discussie te staan. Men moest alle terreinen van het leven beschouwen in het licht
van de rede. Deze stroming werd de Verlichting genoemd. In het onderwijs kwam de nadruk
te liggen op het leren denken. Men ging er vanuit dat door ontwikkeling van de rede grote
vooruitgang kon worden geboekt (scholen bouwen, gevangenissen sluiten).

Negentiende eeuw (1801-1900)
- Efficiënte in basisonderwijs: klassikaal onderwijs (elke leerling dezelfde stof op
hetzelfde moment), verminderde nadruk op geloofskennis, schoolstrijd.
Het hoofdelijke (leerling werkte voor zichzelf) maakte plaats voor het klassikale.
- Vakken: geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkennis.

Twintigste eeuw (1900-2000)
Er kwamen in deze tijd allemaal vernieuwers die het individuele kind meer centraal stelden
(komen we in les 2 op terug). De 20e eeuw was voor een groot deel gedomineerd door het
zoeken naar gelijke kansen voor alle leerlingen. De emancipatie van allerlei groepen
(arbeiderskinderen, katholieken, etc) en de optimistische opvatting over de
veranderbaarheid van samenleving leidden tot zogenaamde constructieve onderwijspolitiek.
(In boek staan talloze veranderingen)

,Vrijheid van onderwijs:
De Grondwet 1848 (Artikel 23: vrijheid van onderwijs)
- Openbaar onderwijs
- Bijzonder onderwijs
- Begin van de schoolstrijd

1920  de lager onderwijswet Financiële gelijkstelling; de scheiding tussen openbaar en
bijzonder onderwijs.

Onderwijs is een voortdurend proces van verandering, verbetering en vernieuwing.
Telkens weer buigen mensen zich over de vraag of het onderwijs wel past in de tijd waarin
men leeft. De school, het instituut dat in opdracht van de maatschappij het onderwijs
verzorgt, wordt telkens weer onder de loep genomen om te kijken of zij wel goed
functioneert. Niet alleen het onderwijs is ‘’altijd’’ in ontwikkeling, ook de rol van de
leerkracht.

Veranderingen in het onderwijs zijn direct gerelateerd aan veranderingen in de samenleving,
cultuur en de wetenschap. Kenmerkend voor het informatietijdperk is dat veranderingen in
het funderend onderwijs:
- Meestal volgen op belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen
- Onderwerp zijn van brede maatschappelijke discussies waarbij de meningen vaak
verdeeld zijn.
- Meestal het gevolg zijn van politieke besluitvorming en overheidsbemoeienis omdat
de kwaliteit van het onderwijs gezien wordt als een verantwoordelijkheid van de
overheid.

Als gevolg van veranderingen in de samenleving zie je ook dat onderwijsbeleid en
onderwijsveld zich ontwikkelen. De overheid stimuleert bijvoorbeeld het ontstaan van Brede
Scholen en buitenschoolse opvang. (Par 3.3)

Scholen konden vroeger vaak niet zelf beslissen om een leraar aan te stellen of met het geld
iets anders te doen, er was een intensieve bemoeienis van het ministerie. Ook zorgde de
overheid ervoor dat scholen gratis ondersteuning kregen bij het verder ontwikkelen van hun
onderwijs. Deze zogenaamde constructieve onderwijspolitiek stond op gespannen voet met
de vrijheid van onderwijs. Enerzijds waren er ouders die scholen oprichten waarvoor de zelf
verantwoordelijkheid droegen, anderzijds maakte de overheid, gekozen door diezelfde
ouders, vanuit een groot verantwoordelijkheidsgevoel scholen sterk afhankelijk van allerlei
regels en voorschriften.

De verhoudingen zijn aan het einde van de vorige eeuw anders komten te liggen: de
overheid heeft zich meer teruggetrokken en legt verantwoordelijkheid bij de burgers. Dit zie
je aan verschijnselen als decentralisatie (= er is minder financieel risico voor de overheid en
meer zeggenschap voor de scholen; minder regels) en deregulering (=
verantwoordelijkheden overhevelen). Scholen hebben een zak met geld waarvan de
besteding overgelaten wordt aan de school  de verantwoordelijkheid van de scholen
neemt toe. Het benoemingsbeleid is al lang een zaak van de scholen binnen het kader dat de

,overheid daarvoor stelt: bevoegdheidseisen, bekwaamheidseisen en een verklaring omtrent
goed gedrag.
Scholen zijn sterk gestimuleerd een eigen beleid te voeren en worden daarop ook
aangesproken. De inspectietaak is daarop aangepast. De vrijheid van beleid is ontstaan in
een tijd van toegenomen transparantie met betrekking tot onderwijsresultaten en veel
media-aandacht voor excessen. Scholen staan meer dan ooit onder maatschappelijke druk.
Onderwijsontwikkeling wordt mede gekleurd door openbare zorgen over kwaliteit,
resultaten, veiligheid, etc. Het spel tussen de vrijheid en verantwoordelijkheid van scholen
en de rol en verantwoordelijkheid van de overheid blijft de samenleving en het onderwijs
bezighouden.

In deze eeuw is er veel meer aandacht voor veranderingen in didactiek van het onderwijs
gekomen. Denk daarbij aan de nadruk op zelfstandig leren, invoering van het studiehuis en
competentieleren. De nadruk op de verandering van leerprocessen gaat samen met een
terugtredende overheid: het zijn de scholen zelf die zich met deze processen bezig houden.
Onderwijsontwikkeling heeft alleen een kans van slagen als de leraren daar zelf volop bij
betrokken zijn.

Onderwijsontwikkeling is een uitermate complex proces. Een belangrijk inzicht is dat deze
ontwikkeling de school als geheel aangaat en niet beperkt blijft tot een of meer individuen.
Een samenhangend beleid, een goed plan van aanpak en een schoolleiding die sturing geeft,
zijn belangrijke voorwaarden.

BELANGRIJKE LEERERVARINGEN  ZIE BOEK (blz. 663)

Uit de casus aan het begin van dit hoofdstuk blijkt dat het levend houden en kritisch
bijstellen van de verandering uitermate belangrijk zijn. De kwaliteit van het ontwikkel- en
invoerproces heeft veel invloed op een blijvend gemotiveerd schoolteam.

Basisscholen beslissen over een budget om de diensten van de ondersteuningsinstellingen in
te kopen wanneer zij bezig zijn hun onderwijs verder te ontwikkelen.

Het zijn de teamleden van de school die het meest betrokken zijn bij de
onderwijsontwikkeling. Vernieuwing gaat echter niet zonder medeweten en/of
betrokkenheid van de ouders, inspectie, het bevoegd gezag en de begeleiding.

1. Het schoolteam
Het is de spil waarom de onderwijsontwikkeling draait. De leraren zullen de veranderingen
moeten verwezenlijken in de onderwijsleersituatie. Daarvoor moet idealiter aan een aantal
voorwaarden worden voldaan (wanneer hier aan voldaan is, zou er een ideale situatie voor
onderwijsontwikkeling bestaan):
- Elk teamlid moet overtuigd zijn van de noodzaak van de verandering
- Elk teamlid moet veranderingsbereid zijn: een houding van vertrouwen in de situatie,
in zichzelf en elkaar.
- Elk teamlid moet bereid zijn zich te verdiepen in de probleemsituatie en kennis
nemen van verschillende oplossingen.
- Elk teamlid moet willen luisteren en zich kunnen uitspreken.

, - Het team moet op één lijn zien te komen.
- De teamleden moeten bereid zijn elkaar te steunen in de verwezenlijking van de
onderwijsideeën.

Individuele bereidheid tot verandering en teamgeest zijn twee pijlers waarop de
onderwijsontwikkeling rust. In veel gevallen toont echter niet iedereen binnen een team een
even grote bereidheid om te veranderen. Meestal is er iemand/meerdere mensen die de
ideeën lanceert: de innovatoren.

De groep die moeite heeft met de verandering, kan het proces vertragen. De weerstand kan
op onwil berusten, maar is vaker een gevolg van onzekerheid of zich bedreigd voelen of van
een totaal andere visie.

De rol van de directeur is wezenlijk bij veranderingsprocessen. Hij kan veranderingen
stimuleren of tegenhouden. Hij voert de centrale regie en moet een evenwicht zien te
vinden tussen wat de teamleden willen en aan kunnen.

2. De ouders
Sinds de invoering van de ouderparticipatie is de rol van de ouders bij de
onderwijsontwikkeling wezenlijk veranderd. Zij kunnen meedenken, meepraten en mee
besluiten nemen. Vaak is het een klein groepje die in de medezeggenschapsraad of
ouderraad deelneemt. Alle ouders van een school kun je indelen in een paar groepen  zie boek
blz. 674.

Ouders kunnen worden geïnformeerd door een nieuwsbrief, schoolkrant of
informatiebijeenkomst. Zij kunnen meedenken en -praten in bijeenkomsten. De ouders
kunnen vanuit betrokkenheid meewerken aan realiseren van de verandering.

3. Het bevoegd gezag
Dit is de instantie die in formele zin verantwoordelijkheid is voor de vernieuwing. Grote en
ingrijpende veranderingen die de identiteit of de gehele opzet van de school raken, worden
door het bevoegd gezag besloten, maar planning en uitvoering laat het bestuur over aan het
team. Alleen als er iets dreigt mis te gaan, dan komt het bestuur in actie (bijvoorbeeld
onenigheid in het team). Ook bij onderwijsontwikkeling is een goed contact tussen
schoolleiding en bestuur noodzakelijk. Het bestuur moet op de hoogte zijn van wat er zich op
onderwijsgebied afspeelt. Een bestuur met meer scholen onder zijn beheer installeert vaak
een onderwijscommissie, die zich bezighoudt met inhoudelijke zaken waaronder ook
onderwijsontwikkeling. Op deze wijze kan het bevoegd gezag een begeleidende en
stimulerende rol speen in het vernieuwingsonderwijs.

4. De inspectie
De inspectie stimuleert scholen om op eigen kracht de kwaliteit van het onderwijs te
ontwikkelen. De inspectie voert deze taak uit door het scheppen van overlegsituaties met
het bevoegd gezag, het personeel van de school en de besturen van gemeente en provincie.

5. De externe schoolbegeleiding

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Boekenkast14. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.05
  • (0)
Add to cart
Added