- NSAIDs = niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen
- Meeste NSAIDs: zowel COX-1 als COX-2 inhiberen → inhibitie synthese PGs en TXs
- COX-2 inhibitie → beoogde analgetische, antipyretische en anti-inflammatoire effecten
- COX-1 inhibitie → oorzaak van ongewenste effecten door interferentie met normale cel en
orgaan homeostase
1. Chemie van NSAIDs
- Vanuit chemisch standpunt: NSAIDs vormen heterogene groep verbindingen (meeste zwakke
organische zuren) met gemeenschappelijk werkingsmechanisme
- Aspirine: prototype NSAID -> spreken van ‘aspirine-achtige gm’
- Volgens chemische structuur onderscheiden:
o Salicylaten: acetylsalicylzuur (ASA), sulfasalazine
o Para-aminofenol of aniline derivaten: paracetamol, fenacetine
o Arylazijnzuurderivaten: indometacine, aceclofenac, diclofenac, ketorolac
o Arylpropionzuurderivaten: ibuprofen, naproxen, (dex)ketoprofen, flurbiprofen
o Fenamaten of N-fenylanthranylzuurderivaten: mefenaminezuur, meclofenaminezuur
o Pyrazolon derivaten: metamizol, fenylbutazone
o Oxicams: meloxicam, piroxicam, tenoxicam
o COX-2 selectieve NSAIDs of Coxibs: celecoxib, etoricoxib en parecoxib
2. Werkingsmechanisme van NSAIDS
- Acetylsalicylzuur (aspirine): enige NSAID dat covalent, irreversibel bindt met COX-1 én COX-2
- Alle andere NSAIDs: reversibele COX-inhibitie → minder synthese van prostanoïden (zowel
PGs als TXs)
- COX-inhibitie → stijging productie van LTs door toegenomen aanbod van substraat aan
enzym lipoxygenase
- COX-inhibitie is niet selectief, maar COX-1 en COX-2 vertonen verschillende gevoeligheid
voor inhibitie door verschillende NSAIDs -> afh vh NSAID preferentieel COX-1, beide, of
preferentieel COX-2 inhibitie
- Hoe is COX-inhibitie ontstekingsremmend, pijnbestrijdend en koortswerend?
o Calor, rubor, tumor:
▪ Vasodilatatie door PGE2 en PGI2 → oedeemvorming, toegenomen
doorbloeding, warmte
▪ NSAIDs → inhibitie PG synthese → verminderde vasodilatatie,
oedeemvorming, capillaire lekkage
o Dolor:
▪ IL-1 en TNF veroorzaken vrijstelling van PGs → PGs potentiëren de
gevoeligheid van afferente zenuwen voor bradykinine en histamine →
hyperalgesie (= verhoogde pijngevoeligheid van pijnvezels)
▪ NSAIDs → inhibitie PG synthese → voorkomt hyperalgesie
▪ Het pijnstillend effect van NSAIDs is krachtiger naarmate inflammatie en
weefselschade aan basis liggen vd pijn.
o Koorts
▪ Hypothalamus regelt lichaamstemperatuur
▪ PGE2 gevormd door COX-3 o.i.v. cytokines (IL-1 en TNF) → PGE2 stimuleert
hypothalamus tot verhogen vd lichaamstemperatuur → koorts
▪ NSAIDs → inhibitie PG synthese → koortswerend (want voorkomt het
stimulerend effect op hypothalamus)
3. Farmacokinetiek
- Meeste NSAIDs zijn zwakke organische zuren
- Goed geabsorbeerd per oraal
- Orale biologische beschikbaarheid weinig beïnvloed door voedsel
- Hoge proteïnebinding (>98%)
- Overwegend renaal geklaard (ook CYP450 biotransformatie)
- Op basis van t1/2 twee groepen onderscheiden:
o NSAIDs met korte t1/2 (<6u, 3 tot 4 doseringen/dag)
o NSAIDs met lange t1/2 (>10u, 1 tot 2 doseringen/dag)
- Snelheid van absorptie belangrijk bij keuze NSAID:
o Snelle absorptie gewenst bij ernstige/acute pijn
o Trage absorptiesnelheid voor vb osteoarthritis (chronische klachten)
4. Farmacodynamiek
- Alle NSAIDs hebben anti-inflammatoire, analgetische en antipyretische effecten, maar er zijn
belangrijke onderlinge verschillen
o Paracetamol: vrijwel NIET anti-inflammatoir
o Indometacine: zeer krachtig anti-inflammatoir
- Als analgeticum: NSAIDS effectief bij milde tot matige pijn toestanden zonder uitgesproken
CNS effecten te vertonen
→ NSAIDS behoren tot niet-opioïde of niet-sedatieve analgetica
Beantwoordt goed aan NSAIDs:
o Postoperatieve pijn
o Pijn gepaard gaande met inflammatie en weefselbeschadiging
- Inhibitie van TXA2 synthese in bloedplaatjes → verminderde bloedplaatjesaggregatie →
verlenging van bloedingstijd: NSAIDS zijn ook anti-aggregantia
5. Indicaties
- Traumatische, degeneratieve en inflammatoire aandoeningen vh locomotorisch stelsel
- Inflammatoire pijn (vb postoperatieve pijn, hoofdpijn, tandpijn, spierpijn, rugpijn, kankerpijn)
- Behandeling van primaire dysmenorroe
- Sluiting van ductus arteriosus bij neonaten
- Onderdrukken koorts
6. Bijwerkingen
- Beoogde effecten: gevolg van COX-2 inhibitie
- Bijwerkingen: vooral gevolg van COX-1 inhibitie
- Bijwerkingen die gevolg zijn van werkingsmechanisme van NSAIDs (COX-1 inhibitie):
o Gastro-intestinaal
o Bloedplaatjes
o Renaal en cardiovasculair
- Andere:
o Overgevoeligheidsreacties
o Hepatotoxiciteit en hematologische toxiciteit
o (eigenlijk ook baring vertragen door COX-inhibitie (zie verder))
6.1. Gastro-intestinaal
- GI-bijwerkingen vooral:
o Op oudere leeftijd (>65 jaar)
o Bij combinatie van NSAIDs of combinatie van NSAIDs met corticosteroïden of alcohol
of anticoagulantia (of anti-aggregantia)
o Bij langdurig en hoog doseren
o Bij voorgeschiedenis van peptische aandoeningen
- Typische klachten:
o Dyspepsie, pyrosis, gastritis, ulceraties (vooral prepyloor), soms met fatale afloop
- Praktische aanbevelingen:
o Neem NSAIDs met de maaltijd en met voldoende water
o Maagsapresistente (enteric coated) tablet geeft minder lokale irritatie vd GI-mucosa,
maar werkt langzamer en veroorzaakt nog steeds ongewenste GI-effecten via
systemische weg.
o Misoprostol (PGE1 analoog) samen met NSAID is cytoprotectief, maar wordt wegens
oa diarree niet goed getolereerd (en denk aan CI !!!!!)
6.2. Bloedplaatjes
- Inhibitie van TXA2 synthese → remming bloedplaatjesaggregatie → verlenging bloedingstijd
→ in geval van GI-ulceraties: gevaar op maag-darmbloedingen is reëel,
vooral bij gebruik van aspirine, thienopyridines of antistolling
6.3. Renaal en cardiovasculair
- Invloed op nierfunctie bij gezonde personen: verwaarloosbaar
- Bij verminderde nierfunctie: uitlokken van acute nierinsufficiëntie
(renale perfusie afhankelijk van endogene PG synthese:
PG synthese geremd → verminderde nierperfusie → verminderde water en zout excretie
(dus water en zout retentie))
- Bij chronisch hartfalen, levercirrhose en nierinsufficiëntie:
NSAIDs onderdrukken diurese, natriurese, kaliurese → oedeem, overvulling, acuut
orgaanfalen
6.4. Overgevoeligheidsreacties
- Milde intolerantie (allergie): frequent, veelal onder vorm van urticaria of andere huidrashes
- Idiosyncrasie (hypersensitiviteit):
o Zeldzaam
o Intolerantie tot uiting onder vorm van levensbedreigende overgevoeligheidsreacties:
rhinitis, angio-oedeem, urticaria, bronchospasmen, larynxoedeem, hypotensie, shock
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EliseVan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.87. You're not tied to anything after your purchase.