100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Vraag en Aanbod LWEO H1 t/m 6 $8.02
Add to cart

Summary

Samenvatting Vraag en Aanbod LWEO H1 t/m 6

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Het document bevat een volledige samenvatting van het boekje Vraag en Aanbod van LWEO.

Preview 3 out of 17  pages

  • July 13, 2021
  • 17
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Vraag en aanbod
H1 Markten
1.1 Soorten markten
Concrete markt: Een markt waar je heen kunt om te handelen,
bijvoorbeeld vismarkt.
Abstracte markt: Het geheel van vraag en aanbod van een product. Een
abstracte markt kun je niet lijfelijk bezoeken.
Een abstracte markt is bijvoorbeeld de oliemarkt, de automarkt of de
markt. Een abstracte markt is vaak opgebouwd uit een aantal kleine
concrete markten.

Een markt brengt de vragers en aanbieders van een product bij elkaar.
Een belangrijke functie van een markt is prijsvorming: op een markt komt
een bepaalde prijs tot stand.

Verschillende soorten markten:
 Goederen/dienstenmarkt
 Arbeidsmarkt
 Vermogensmarkt (gaat over sparen en lenen)
 Valutamarkt (verschillende geldmunten)

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) aan welke producten
Nederlanders (de vragers) hun geld uitgeven. Deze uitgaven vormen voor
de aanbieders de omzet.

Omzet: (= totale opbrengst) De geldopbrengst van de verkochte
producten. Is te berekenen door: verkoopprijs × aantal verkochte
producten (= afzet).
Afzet: De hoeveelheid verkochte producten uitgedrukt in eenheden, kg,
liter, etc. Het aantal producten (stuks, liters, kg) dat een bedrijf verkoopt.
Ander woord voor verkochte hoeveelheid.
De omzet is te berekenen met de formule:
Omzet = verkoopprijs × afzet = P × q.
omzet =verkoopprijs x afzet → p x q
indexcijfer prijs x indexcijfer afzet
indexcijfer omzet =
100

Marge: Het verschil tussen koopprijs en kostprijs.

,H2 Vraag: op zoek naar een spijkerbroek
2.1 De vraag naar EasyBlue spijkerbroeken
Betalingsbereidheid: Het maximale bedrag dat je voor iets wilt betalen.
Op de arbeidsmarkt: het maximale bedrag dat een werkgever aan loon wil
betalen.
Individuele vraagfunctie: (= individuele vraagvergelijking) Geeft het
verband weer tussen de prijs van een product en de gevraagde
hoeveelheid door één consument.
Individuele vraaglijn: De lijn die het verband weergeeft tussen de prijs
van een product en de gevraagde hoeveelheid door één consument.

Verschuiving over of langs de vraaglijn
Een (collectieve) vraaglijn geeft het verband weer tussen
de prijs van een product en de vraag naar dat product.
Dit op voorwaarde dat alle andere factoren die van
invloed zijn op de vraag naar het product zoals het
inkomen, de prijs van andere producten, de voorkeur,
etc. niet veranderen. Dat de andere factoren die de
vraag beïnvloeden constant blijven, noemen we de
ceteris paribus voorwaarde. Als de prijs van een product
verandert, verandert de vraaglijn niet. Er vindt dan een
verschuiving plaats over (langs) de vraaglijn. Er is daarbij
sprake van een negatief verband. Als de prijs stijgt, daalt de vraag en als
de prijs daalt, stijgt de vraag.
Ceteris paribus: Alle andere factoren die invloed hebben, blijven gelijk.

Verschuiving van de vraaglijn
Als de voorkeur naar een bepaald product toeneemt, als het inkomen
stijgt, als de prijzen van andere producten (substituten) stijgen, verschuift
de (collectieve) vraaglijn van dat product naar rechts. Als de voorkeur naar
een bepaald product afneemt, als het inkomen daalt, als de prijzen van
andere producten (substituten) dalen, verschuift de (collectieve) vraaglijn
van dat product naar links.
Substitutie goederen: Goederen die elkaar kunnen vervangen.
Complementaire goederen: Goederen die elkaar aanvullen.
Bijvoorbeeld vulling voor vulpen, batterijen voor rekenmachine. Deze
producten horen bij elkaar.

, Collectieve vraaglijn: Geeft het verband weer tussen de prijs en de
gevraagde hoeveelheid van een product door alle consumenten samen. Bij
een monopolist is deze lijn tevens de prijsafzetlijn.
De collectieve vraaglijn is samen te stellen uit meerdere individuele
vraaglijnen door bij elke prijs de individuele hoeveelheden op te tellen
(horizontaal optellen).
Bij prijzen hoger dan € 80 geldt alleen het hellingsgetal van de lijn van Ilse
omdat Sanne dan geen vrager is. De collectieve vraagfunctie is samen te
stellen uit meerdere individuele vraagfuncties door de individuele
vraagfuncties bij elkaar op te tellen. Let er hierbij wel goed op dat de knik
die daardoor (meestal) in de collectieve vraaglijn ontstaat, ook tot
uitdrukking moet komen in de collectieve vraagfunctie.

2.2 Hoe sterk reageert de vraag naar spijkerbroeken op een
verandering
Prijselasticiteit van de vraag: De verandering van de vraag als gevolg
van een verandering van de prijs.
%∆q gevolg reactie
Ev= = =
% ∆ p oorzaak actie

Ev is over het algemeen een negatief getal, omdat de gevraagde
hoeveelheid daalt als de prijs stijgt en stijgt als de prijs daalt. Met de
prijselasticiteit van de vraag kunnen de gevolgen van prijsveranderingen
voor de afzet en de omzet berekend worden.
Elastisch: De vraag reageert meer dan evenredig op een daling/stijging
van de prijs.
Inelastisch: De vraag reageert minder dan evenredig op een
daling/stijging van de prijs.

De prijsgevoeligheid van de vraag is afhankelijk van: – het feit of er
substituten zijn, dit wil zeggen alternatieve goederen. Als er substituten
zijn zullen vragers bij een prijsverhoging van een bepaald product het
substituut (alternatief) kiezen. Ze reageren in dat geval sterk op een
prijsverandering: dus hoge prijselasticiteit. – de termijn waarop je dit
bekijkt. Op korte termijn heb je niet altijd een alternatief, op lange termijn
wel. Gevolg is dat de prijselasticiteit op korte termijn lager is dan op
langere termijn. – Het soort goed. Primaire goederen (brood, water,
kleding) zijn minder elastisch dan luxe goederen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julieklijn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.02
  • (0)
Add to cart
Added