Deze samenvatting omvat voornamelijk de samengevatte cursus die professor Casman ter beschikking stelt gedurende het semester. De cursus wordt wekelijks geüpdate met nieuwe hoofdstukken - dankzij deze samenvatting kan je van in het begin van het semester beginnen studeren, en moet je niet tot de l...
Samenvatting registratie – en
successierechten
Praktisch: Alles wat in de cursus staat, moet gekend zijn – ongeacht of ze het in de les heeft uitgelegd of niet. Ze
zal in de les dieper ingaan op wat belangrijk is en wat wij moeilijk/belangrijk vinden. De termen die relevant zijn,
staan allemaal uitgelegd in de cursus. Het examen is schriftelijk, en er zullen voorbeeldvragen beschikbaar gesteld
worden. Deze vragen, daaraan mag je je verwachten op het examen. De registratie – en successierechten zijn
ook constant aan verandering onderhevig, dus het is aangeraden om de artikelen in kwestie af te drukken kort
voor het examen, zodat je zeker de meest recente versie hebt (van VCF). De voorbeelden goed begrijpen, want
op het examen komt er één case voor die letterlijk uit de cursus komt (een voorbeeld).
Korte inleiding
Registratie – en successierechten gaat om belastingen (ondanks de benaming ‘rechten’). Eén van de
vele definities van belasting is ‘een heffing door een overheidsinstantie tot betaling van een bijdrage
die de overheid zal aanwenden om haar uitgaven te kunnen financieren’. Tegenover de verplichting
van burgers om belastingen te betalen, staat het recht van de overheid om die belasting te innen
(conform de regels die voor elk soort belasting worden vastgelegd). Er kunnen zowel federale als lokale
belastingen geheven worden in België. Het recht van de overheid om belastingen te heffen, steunt een
regel in de grondwet (art. 170 GW): “Geen belasting kan worden ingevoerd dan door een wet, een
decreet/ordonnantie of door een provinciale/gemeentelijke beslissing.” (= legaliteitsprincipe).
De successierechten of erfbelasting (SR – EB) zijn belastingen op de verkrijging van goederen wegens
overlijden, d.w.z. via erfrecht. De regels van het erfrecht zijn civiele regels, en zijn dus in het Burgerlijk
Wetboek (BW) te vinden. Dit erfrecht kan wettelijk zijn, maar ook testamentair of conventioneel. Het
wordt geregeld via een aangifte van nalatenschap. De successierechten zijn louter regionale (of
gewestelijke) belastingen.
De registratierechten (RR) aan de andere kant zijn belastingen op verrichtingen of rechtshandelingen
m.b.t. goederen. Dit kan opgedeeld worden volgens de aard van de goederen (roerend of onroerend)
of volgens de aard van de verrichting (kosteloos of onder bezwarende titel). Dit heeft géén betrekking
op dienstverleningen, enkel goederen! De verrichtingen of rechtshandelingen houden in: verkoop,
verdeling, inbreng in vennootschap, huurrecht, schenking… Deze belasting wordt geheven ter
gelegenheid van de registratie van een document (voorlegging van een akte, geschrift, overeenkomst
of verklaring). De registratierechten zijn deels federaal, deels regionale belastingen.
Tenslotte is er ook nog sprake van indirecte belastingen, en deze hebben betrekking op eenmalige
feiten (niet-recurrente belasting), en gewestelijke belastingen. Deze laatstgenoemde zijn dus
1
,verschillende voor Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Weet wel, deze zijn niet volledig – er zijn nog
enkele federale regels ook!
Roerende en onroerende goederen
De civiele wet onderscheidt personen, dieren en voorwerpen. Voorwerpen die vatbaar zijn voor toe-
eigening, worden goederen genoemd. Alle goederen zijn roerend of onroerend, een goed kan juridisch
niet beide zijn noch geen van beide zijn.
Onroerende goederen
De civiele wet bepaalt dat alles wat niet onroerend is, roerend is. Dat betekent dat de categorie van
onroerende goederen gedefinieerd is, en de categorie van roerende goederen een restcategorie is.
Het criterium van de verplaatsbaarheid laat niet toe het onderscheid scherp af te bakenen. Er zijn
goederen die verplaatsbaar zijn, en toch in de categorie van de onroerende goederen worden
opgenomen, omdat ze bij een onroerend goed horen als inherent bestanddeel of als accessorium.
Daarom maakt men het onderscheid tussen drie soorten onroerende goederen: goederen zijn
onroerend, ofwel omwille van hun aard, ofwel door incorporatie, ofwel door bestemming.
ONROEREND UIT AARD: de grond en de ‘samenstellende volumes’. Die ‘samenstellende
volumes’ zijn de driedimensionale ruimte boven en onder de grond. Die ruimte is dus ook
onroerend.
ONROEREND DOOR INCORPORATIE: alle bouwwerken en beplantingen die, net doordat zij
geïncorporeerd zijn, een inherent bestanddeel van die bouwwerken of beplantingen vormen.
ONROEREND DOOR BESTEMMING: in principe elk accessorium van een goed dat, zonder
incorporatie, door de eigenaar aan een onroerend goed duurzaam verbonden of bevestigd is,
of ten dienste is gesteld van de uitbating of van de bewaring van dat onroerend goed.
LET OP: ook rechten die betrekking hebben op een onroerend goed, zijn onroerend. Het kan gaan om
zakelijke vermogensrechten, of om persoonlijke vermogensrechten. Het onderscheid tussen beiden
komt later nog aan bod.
Roerende goederen
Dit zijn dus alle goederen die niet onroerende goederen zijn. Dit kunnen zowel lichamelijke (met een
materiële consistentie – kunnen dus zintuiglijk worden waargenomen) als onlichamelijke (zonder
materiële consistentie, zoals bvb. aandelen) goederen zijn.
2
,Registratierechten
Inleiding & algemene regels
Oorsprong en nut
Het begrip ‘registratie’ heeft een heel specifieke betekenis, toch zeker in de fiscale context. Heel ruim
gezien is registreren het opnemen in een register – maar in dit geval is het niet zo ruim te interpreteren,
het gaat namelijk om de formaliteit van registratie en op deze registratie zullen belastingen geheven
worden.
Verschillende eeuwen terug werden er reeds belastingen geheven in ruil voor overheidsdiensten (=
retributies voor overheidsdiensten). De registratie – en successierechten, m.a.w. de belastingen, zijn
hierop gebouwd. Oorspronkelijk was deze belasting ongeacht de oorzaak: zowel bij leven als bij
overlijden. Maar dit heeft men later toch opgesplitst, en zo is het onderscheid tussen registratie – en
successierechten ontstaan.
De registratierechten hebben een drievoudige doelstelling:
1. Louter fiscaal: de inning van financiële inkomsten ten behoeve van de overheid.
2. Controle over akten tot eigendomsoverdracht: controle wordt gevoerd om verlies en
vervalsing van de akten te vermijden, maar ook om fraude tegen te gaan.
3. Informatie over eigendomsoverdracht: en dus bijdragen tot de juridische zekerheid omtrent
de identiteit van de actuele eigenaar en de omvang van zijn rechten.
Deze doelstellingen zijn vandaag de dag nog steeds heel actueel. De regels omtrent deze doelstellingen
zijn echter wel enorm geëvolueerd, maar de doelstellingen zelf zijn nog steeds van toepassing. Nu, nog
meer dan vroeger, zijn registratierechten bijna exclusief gericht op verrichtingen met betrekking tot
onroerende goederen, die altijd belast worden. De verrichtingen met betrekking tot roerende
goederen worden slechts in enkele specifieke gevallen aan registratierechten onderworpen (bij
schenkingen of openbare verkoop).
Vroeger werd er ook geen onderscheid gemaakt tussen eigendomsoverdracht bij leven en bij
overlijden – daarop was maar één soort belasting verschuldigd, nl. een registratierecht. Later werd
deze belasting wel opgesplitst: overdracht bij leven (registratierechten) en bij overlijden
(successierechten).
Registratierechten worden geheven naar aanleiding van de registratie. Hiervoor wordt een document
‘ter registratie’ aangeboden, en dit kan zowel verplicht (in sommige gevallen) als vrijwillig zijn.
Vroeger veronderstelde deze registratie een fysieke voorlegging van een document, maar nu kan dit
3
, echter ook elektronisch gebeuren (vb. huurcontract, alle notariële akten (verplicht), etc…). De
aanbieding van dit document gebeurt op een registratiekantoor (nu = kantoor Rechtszekerheid).
Hoe kan men ‘registreren’ nu definiëren? Dit kan beschreven worden als ‘afschrijven, ontleden (i.e.
lezen/analyseren door iemand) of vermelden van het document in een register of informatiedrager’.
Concreet houdt dit in dat de aanbieding zal gebeuren op het federaal registratiekantoor (= kantoor
Rechtszekerheid). Valt de zaak onder de Brusselse bevoegdheid, dan is er sprake van ‘instant’ inning.
Ingeval van Vlaanderen, dan zal dit document worden doorgestuurd naar Vlabel en deze zal dan een
aanslagbiljet opsturen.
Patrimoniumdocumentatie (Algemene Administratie Patrimoniumdocumentatie van de FOD
Financiën)
Er is in België een verplichte registratie voor alle vastgoedtransacties voor de in België gelegen
onroerende goederen (vastgoed). Deze transacties beslaan de overdracht/aanwijzing van eigendom of
vruchtgebruik, verhuring, onderverhuring of overdracht van huur, alsook de inbreng van goederen in
Belgische vennootschappen met rechtspersoonlijkheid.
Deze informatie verkrijgt de patrimoniumdocumentatie via registratie. Deze info is waardevol, en zal
dus goed bijgehouden moeten worden (vb. ter beoordeling van de kredietwaardigheid en
rechtszekerheid bij eigendomsovergang). Deze informatie is niet alleen relevant voor de overheid,
maar ook voor de burgers zelf.
Ook het kadaster bevindt zich bij de patrimoniumdocumentatie: dit heeft heel veel informatie m.b.t.
de percelen binnen de gemeenten, waar een bepaald perceel begint en eindigt etc… In het kadaster
heeft elk perceel ook een nummer gekregen, wat heel nuttig is in functie van de registratie.
Informatieflow voor onroerende goederen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ugentstudent21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.79. You're not tied to anything after your purchase.