Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen om met bepaalde middelen een bepaald doel te
bereiken.
De onderzoeker bestudeert het empirisch object (de organisatie) met behulp van een bepaald kernobject (de
bril). Daarbij laat hij een heleboel facetten weg (abstractie). We noemen dit een monodisciplinaire benadering.
Bij multidisciplinair betreft het een optelsom van de betrokken disciplines. Bij interdisciplinair gaat het om een
werkelijke integratie van de bijdragen van de verschillende disciplines.
Enerzijds heeft een organisatie te maken met zaken in de omgeving die het management min of meer kan
beïnvloeden. We noemen dat de directe omgeving. Het management van een organisatie moet met de wensen
of soms eisen van de belanghebbenden, ook wel aangeduid als stakeholders, rekening houden (klanten,
leveranciers, vakbonden, de overheid).
Daarnaast zijn er invloeden uit de omgeving die wel degelijk invloed op de organisatie hebben maar waar het
management betrekkelijk weinig of niets aan kan doen (stijgende dollar- en olieprijzen, emancipatie van de
vrouw). We noemen dit de indirecte omgeving.
Omdat een organisatie te maken heeft met veel invloeden van buiten is een organisatie een open systeem.
Enerzijds hebben organisaties een aantal vaste patronen waarbinnen gewerkt wordt, anderzijds zien we allerlei
processen en veranderingen. Organisaties bevinden zich dus in een soort quasi-evenwicht.
Een organisatie heeft ook te maken met gedogers, denk aan publiciteit in dagbladen of op tv en actiegroepen.
Organisaties hebben hier geen last van zolang het beleid niet indruist tegen bepaalde belangen die deze
gedogers behartigen.
In Nederland is er een wettelijke regeling om de invloed van individuele managers en medewerkers veilig te
stellen: de Wet op de Ondernemingsraden.
De ondernemingsraad is een wettelijk orgaan van een bedrijf (ook van non-profitorganisaties). Hij behartigt de
belangen van de medewerkers. De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht op het terrein van het
personeelsbeleid. Bij fusie, benoeming van bestuurders en belangrijke investeringen heeft de
ondernemingsraad adviesrecht. Bij dit soort beslissingen is het management verplicht de ondernemingsraad
advies te vragen. Ook heeft de ondernemingsraad beroepsrecht. Tegen een beslissing van de directie kan de
ondernemingsraad in beroep gaan bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam.
De organisatie als coalitie van belanghebbenden en gedogers:
Artikel 2: Klant in de drivers-seat – Sjors van Leeuwen
Veranderende maatschappelijke trends, consumentendrijfveren en technologische trends:
Maatschappelijke trends Consumentendrijfveren Technologische trends
Vergrijzing Empowerment (ik/wij) Internet
Individualisering Authenticiteit (echt) Integratie pc/telefoon
Socialisering Anti-establishment Integratie internet/tv
Digitalisering Verbondenheid (sociaal) Mobiel internet/tv
Feminisering Synthese (en/en) Social media
Globalisering Vrouwelijkheid Peer-to-peernetwerken
Regionalisering Vernuftigheid (kennis) Interactieve multimedia
Multiculturele samenleving Zingeving (spiritualiteit) Virtual reality (games)
Gezondheid Beleving (vermaak) Video
Duurzaamheid Open source
Risicobeheersing Digitale identiteit
Levensduur is 15-50 jaar. Levensduur is 5 tot 10 jaar. Levensduur is 10-50 jaar. Heeft
Verandert normen- en Verandert het gedrag en invloed op maatschappij en mens.
waardepatroon consumptiepatroon
Connected consumer: de consument die voortdurend in contact staat met andere consumenten via social
media, e-mail, sms en chat.
Er is sprake van een crossmediale aanpak wanneer met verschillende, op elkaar afgestemde, oude en/of
nieuwe media geprobeerd wordt één communicatiedoelstelling zo effectief en efficiënt mogelijk te realiseren.
Enerzijds zijn er meer mogelijkheden om de doelgroep gericht te bereiken, anderzijds is er door de inzet van
nieuwe media beter inzicht in de effectiviteit. Een crossmediaal concept is goed als het affectieve gevoelens
oplevert bij de doelgroep, zodat deze het overneem en er zelf mee aan de slag gaat.
Hoewel de belangrijkste maatschappelijke trend van dit moment nog steeds individualisering lijkt, is er ook
sprake van een nieuwe trend in de vorm van sociaal individualisme (verbondenheid), waarbij mensen relaties
aangaan met hun omgeving.
Kenmerken van The Social Customer:
- Is vaak online actief
- Wil zichzelf ontwikkelen en profileren
- Zit in netwerken van communities
- Zoekt contact met andere mensen
- Geeft feedback over producten en diensten
- Leest en maakt reviews en waarderingen
- Vertrouwt op adviezen van bekenden en anderen
- Koopt online en offline
- Wil als mens behandeld worden
De vier hoofdrichtingen van de laatste jaren – creatie, communicatie, samenwerken en personalisatie – komen
samen in social networks en communities. Speerpunten daarbij zijn openheid, transparantie en het gratis
aanbieden en delen van content.
Naast producten en diensten speelt beleving een steeds grotere rol in het bereiken en beïnvloeden van
(potentiële) klanten. Dit heeft te maken met de experience economy, het creëren van unieke belevenissen en
ervaringen voor klanten. Want het levert toegevoegde waarde op waarvoor klanten (extra) willen betalen.
Deze customer experience kan versterkt worden door consumenten actief te betrekken bij de totstandkoming
van producten, diensten en belevingen.
Verschillende consumentengroepen met hun omvang op basis van online gedrag:
Groep Percentage Omschrijving
Creators 24% De creators zijn de meest actieve groep op internet. Zij zijn continu bezig
met het maken van blog(post)s, websites, video’s, audio en/of andere
content.
Conversationalists 33% De conversationalists creëren ook, maar alleen om de dialoog te
faciliteren. Zij willen zich laten zien door middel van statusupdates. Dit
heeft ook te maken met he zichzelf willen profileren of het starten van
een gesprek of discussie.
Critics 37% De critics zijn de tegenpolen van de conversationalists. Deze groep
reageert op statusupdates, blogs, websites, nieuws, fora, producten en
diensten. De critics zijn voor creators en conversationalists nodig voor de
interactie. Vaak zit er overlap in deze drie segmenten.
Collectors 20% De collectors gebruiken onlinetools zoals RSS-feeds of Twitter-aggregators
om zo veel mogelijk informatie tot zich te nemen. Of om hun voorkeur
kenbaar te maken zonder inhoudelijk te reageren, zoals de critics doen.
Joiners 59% De joiners zijn aanwezig op social media om hun eigen profiel en de
bijbehorende vriendschappen te onderhouden. Zij nemen informatie tot
zich, maar in mindere mate dan de collectors.
Spectators 70% De spectators zijn vooral toeschouwers. Zij nemen wel informatie tot zich,
maar gebruiken die alleen voor eigen doeleinden. Hier vloeien geen acties
uit voort. Deze groep heeft daar vaak geen behoefte aan.
Inactives 17% Inactives zijn niet aanwezig op social media of doen er niets mee
Het CAT-model gaat uit van het gedrag van de consument en of hij actief of passief is in relatie tot merken en
zijn digitaal gedrag. Deze doelgroep zoals die zich op de digitale weg manifesteert en met merken in contact
komt, is grofweg in te delen in drie subgroepen: content creators (zij die interactief creëren, 1%), content
influencers (zij die actief beïnvloeden, 9%) en content consumers (zij die passief consumeren, 90%).
Het online gedrag van de consument is te verfijnen in:
- Create: schrijven, vormgeven, programmeren, van tekst, muziek, foto en video.
- Compile: samenstellen van afspeellijsten, podcasts, channels, blogs.
- Compare: vergelijken van producten.
- Communicate: chat, telefoneren, postings, krabbels, e-mail, sms.
- Comment: reageren op berichten, beoordelen, aanbevelen, reviews, doorsturen.
- Connect: aangaan relaties, inloggen, connecten, sociale netwerken.
- Commerce: ruilen, handelen, kopen en verkopen van spullen, artikelen.
- Consume: content in welke vorm dan ook consumeren, waaronder het online kopen.
Vijf trends die grote gevolgen hebben voor de manier waarop wij leven, werken en ondernemen:
- Collectieve expressie: iedereen is online aanwezig met virtuele identiteiten.
- Collectieve creativiteit: van kenniseconomie naar creatieve economie.
- Collectieve productie: samen produceren en resultaten vrij beschikbaar stellen.
- Collectieve macht: consumenten hebben invloed dus ze doen ertoe.
- Collectieve oneindigheid: altijd en overal connected.
MWD-voltijd 3 Organisatiekunde Januari 2015
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SannevdS. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.71. You're not tied to anything after your purchase.