AALST, I. VAN (2005), DE CREATIEVE STAAT VAN DE CREATIEVE STAD. HANDBOEK VOOR
CULTUURBELEID 70, PP. 151-186 (III.1-5-1 – 36). BESCHIKBAAR VIA BLACKBOARD.
Creativiteit is het vermogen om iets origineels te creëren, de inventiviteit om te experimenteren en
problemen op te lossen èn de ambitie zich te onderscheiden van anderen.
Een creatieve stad bestaat uit een (beroeps)bevolking die creatief is.
Creatieve klasse bestaat uit mensen voor wie creativiteit en innovatieve ideeën de belangrijkste input in
hun werk zijn.
Volgens Florida bestaat de creatieve klasse uit 2 groepen:
- De super creative core (creatieve kern): wetenschappers, kunstenaars, ontwerpers etc. Zij richten zich
vooral op het creëren van nieuwe ideeën kennis, technologie, vorm en inhoud.
- Creative professionals (creatieve professionals): actief in high-tech sectoren, financiële dienstverlening,
juridische zaken, gezondheidssector, bedrijfsmanagement, overheid etc. Zij hebben te maken met het
creatief en zelfstandig beoordelen van complexe vraagstukken (creatieve uitvoerders).
Culturele en creatieve industrie: vermenging van de meer traditionele economische sectoren, het
onderwijs en kunstzinnige activiteiten. Culturele industrie heeft een meer politieke lading, tot de
creatieve industrie behoren bedrijven die creativiteit als gemeenschappelijk kenmerk hebben.
De creatieve stad bestaat uit de culturele industrie en de creatieve industrie. Het aantrekken van de
creatieve klasse is hiervoor het belangrijkst.
Volgens Peter Hall zijn een hoog bevolkingsaantal, een grote bevolkingsdichtheid, openheid naar
nieuwkomers (=grote culturele diversiteit) en een hoge mate van tolerantie jegens excentrieke en
ondernemende individuen essentieel voor het ontstaan van creatieve steden.
Typologie van Peter Hall:
- Cultureel-intellectuele steden: een kleine groep vernieuwingsgezinden verzetten zich tegen de
gevestigde orde en de officiële kunstvormen, vaak in een periode van snelle economische en sociale
transformatie. Vroeg-kapitalistische steden (Athene, klassieke oudheid).
- Technologisch-innovatieve steden: ontwikkeling van nieuwe vormen van bedrijvigheid en nieuwe
producten (Detroit, autoindustrie). Alle steden uit deze groep waren verbonden aan 1 of 2 industriële
sectoren. Individuele ondernemers creëerden een atmosfeer van samenwerking, specialisatie en
innovatie. Deze steden waren meestal kleiner dan die uit de eerste groep en lagen aan de rand of
periferie van de ontwikkelde wereld.
- Technologisch-organisatorische steden: creativiteit van stedelijke inrichting en organisatie. Vooral de
lokale overheid, in samenwerking met lokale ondernemers, bedacht oplossingen voor dagelijkse
problemen.
- Cultuur-technologische steden: innovaties die het gevolg zijn van de toepassing van technologie voor
het vermeerden van culturele activiteiten, met als gevolg de opkomst van de culturele industrie
(filmindustrie Hollywood). De mix tussen cultuur en technologie wordt volgens Hall steeds belangrijker.
,Verklaringen voor de recente aandacht voor de creatieve stad: 3 benaderingen
1. Als onderdeel van lokale economische strategieën om de economische basis van de stad te
verbreden, kwam de creatieve sector op als nieuwe bron van werkgelegenheid.
Pine en Gilmore stellen dat het tijdperk van de beleveniseconomie is aangebroken (een belevenis aan
een product of dienst toevoegen).
2. Waar de creatieve klasse woont, vestigen bedrijven zich graag, worden veel nieuwe bedrijven gestart
en neemt de werkgelegenheid toe (ze besteden veel geld aan horeca en theaters). Menselijke
creativiteit is in de 21e eeuw dus de motor voor economische groei.
De redenen waarom de creatieve klasse zich aangetrokken voelt tot het stadsleven zijn wat Urry noemt
de 3 vormen van co-presence: face-to-face (geplande of toevallige ontmoetingen), face-the-place
(confrontantie met de fysieke omgeving) en face-the-moment (een gebeurtenis of evenement).
De voortdurende druk om een bepaalde eigenheid uit te stralen (creatieve klasse) leidt tot een
permanente drang tot innovatie bij zowel producent als consument. Mass-customization:
massaproducten op de markt brengen waarvan de eigenschappen in hoge mate bepaald zijn door een
individuele consument.
3. Een centraal idee is dat overheden alle beschikbare middelen – ook cultuur en creativiteit – moeten
inzetten om de concurrentiepositie van de stad te verbeteren en daardoor economische groei te
versterken.
De volgende condities maken steden geschikte plaatsen voor de exploitatie van creativiteit: De
aanwezigheid van voldoende kritische massa en interactie van mensen op een bepaalde plek, de
bereidheid van individuen om kennis en informatie met elkaar te delen, de geografische clustering van
specifieke bedrijven en voorzieningen, een poisitief stedelijk imago, succesvolle vormen van sociale
cohesie en een voortdurende instroom van nieuwelingen.
De creativiteitsindex van Florida: Tolerantie, Talent, Technologie (zijn bepalend voor het economisch
succes en moeten alledrie aanwezig zijn in een attractieve creatieve stad).
Tolerantie: openheid naar nieuwkomers, rassen en leefstijlen. Nieuwkomers verversen creativiteit.
Talent: (hoge) opleiding.
Technologie: de mate van een concentratie van innovatie en technologie in een regio.
In productieclusters ligt de nadruk op de creatieve productie (kracht ligt bij de voordelen voor bedrijven
en instellingen), serviceclusters zijn vooral gericht op conventionele consumptie en/of presentatie
functies (vooral voordelen voor consumenten). Meestal is er sprake van een mix.
Er zijn 2 benaderingen te onderscheiden wat betreft creatieve clusters:
- Bestuurlijk-strategisch: gaat uit van een top-down perspectief en legt de nadruk op de strategische
potenties van de ontwikkeling van dergelijke clusters. De overheid speelt hier een belangrijke rol bij het
promoten van creatieve clusters en bij het ontwikkelen van culturele netwerken.
, - Economisch: bottom-up model, waarbij wordt gezocht naar verklaringen voor sociaal-ruimtelijke
gedragspatronen van bedrijven en instellingen. Hier wordt verondersteld dat ruimtelijke clustering
vooral ontstaat vanwege reducering van transactiekosten en een betere afstemming van activiteiten.
Nieuwe ideeën en innovaties komen veelal tot ontwikkeling door informele contacten en toevallige
ontmoetingen. Creatieve netwerken manifesteren zich dan ook ruimtelijk in semi-publieke ruimten
(restaurants, theaters).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chrisbosuil. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.