Heb hiermee een 8,8 gehaald :). Een uitgebreide uitwerking van de leerlijn van H12 en H13 van nectar (4e editie) 5 vwo. Alle belangrijke begrippen zijn dikgedrukt en uitgelegd, bevat linkjes naar extra uitleg, duidelijke lijstjes waarin bouw, werking en/of functie worden uitgelegd van specifieke de...
Leerlijn Biologie H12 + H13
Hormonen & Zenuwstelsel
Leerdoelen Leerstof
1. Je kunt uitleggen hoe hormonen lichaamsprocessen kunnen 12.1
beïnvloeden.
Hormonen zijn signaalstoffen en beïnvloeden je groei, door het aanzetten
van celdeling en nog veel meer lichaamsprocessen.
Ook het lichaam ontwikkelt zich onder invloed van hormonen,
geslachtsorganen en geslachtscellen ontwikkelen zich.
De hormonen worden afgegeven door hormoonklieren en ze worden door
het bloed vervoerd naar cellen.
2. Je kunt uitleggen wat een hormoonklier is, uitleggen hoe ze 12.1
werken en uitleggen wat de hormonen doen die ze maken. B4.2.2
Hormoonklieren zijn altijd endocriene klieren. De klieren geven producten
af aan het inwendige milieu zoals het bloed, weefselvloeistof, cellen en Binas Tabel 89A,
lymfe. 89C, 88C
Cellen reageren alleen op binnenkomende hormonen als dat hormoon op
de receptor past. De doelwitcellen en doelwitorganen zijn de cellen en
organen die receptoren bevatten voor bepaalde hormonen.
Het lichaam heeft meerdere hormoonklieren.
Centrale hormoonklier – hypofyse en
hypothalamus
De hypofyse ontvangt informatie vanuit de
hypothalamus, waarna de hypofyse andere
hormoonklieren tot actie aanzet.
De hypofyse regelt de groei en rijping van
geslachtscellen.
De hypofyse bestaat uit de voorkwab (adenohypofyse) en de achterkwab
(neurohypofyse). De voorkwab bestaat uit klierweefsel, de achterkwab
bevat zenuwweefsel met uitlopers van neuronen (zenuwcellen).
Wat doen welke hormonen?
Algemene hormonen die je moet
kennen:
De bloeddruk wordt rond de norm
gehouden door de hypothalamus
en de neurohypofyse om zo de
homeostase in balans te houden.
Daling bloeddruk: neurohormoon ADH wordt gemaakt door neuronen in de
hypothalamus. Het hormoon komt via de uitlopers van neuronen in de
neurohypofyse in het bloed terecht. Bloedvaten trekken minder samen en
de uitscheiding van water via de nieren vermindert onder invloed van ADH
waardoor de bloeddruk weer stijgt.
Oxytocine (knuffelhormoon) is ook een neurohormoon die de contractie
van de gladde spieren in de baarmoederwand bij bevallingen beïnvloed en
is ook betrokken bij sociaal gedrag zoals de zorg voor een baby. Dit
hormoon komt ook via de neurohypofyse in het bloed terecht.
Synapsen in de hypothalamus geven releasing-hormonen (RH’s). Deze
hormonen stimuleren de productie van andere hormonen. Zo stimuleert
FSH-RH de afgifte van FSH die weer de geslachtsklieren stimuleert. Andere
neuron in de hypothalamus geven inhibiting-hormonen (IH’s) af. Deze
hormonen remmen de productie van andere hormonen. Zo remt het de
,productie van prolactine en FSH door de hypofyse te remmen.
FSH (Binas 89A)
stimuleert de groei en
ontwikkeling van
follikels in de
eierstokken. De
ontwikkelde follikels
maken het hormoon
oestradiol (Binas
89A), een oestrogeen.
Een stijging van het
oestradiol-gehalte betekend de afgifte van LH (luteïniserend hormoon,
Binas 89A). Hierna volgt de ovulatie. Na de ovulatie ontstaat uit de rest van
het follikel het gele lichaam, wat oestradiol en progesteron maakt. Deze
hormonen remmen de afgifte van FSH-RH in de hypothalamus en FSH in
de adenohypofyse.
Deze cyclus is de regeling van een hormoonconcentratie, waarbij
negatieve terugkoppeling plaatsvindt. Hierdoor blijft de
hormoonconcentratie rond de norm (H11, Intern Milieu).
Extra:
Dit zijn de andere hormoonklieren:
Schildklier – bijschildklieren (komt terug verder in leerdoelen 4 en
extra)
Bijnieren – bijnierschors en -merg (komt terug verder in leerdoelen
3,5 en extra)
Alvleesklier – eilandjes van Langerhans (komt terug in leerdoel 5)
Geslachtsklieren – eierstokken/zaadballen
Pijnappelklier – hersenen
(Lever) – werkt deels als hormoonklier (komt terug in leerdoelen 3 en
extra)
Voorbeelden van exocriene klieren zijn zweet- en verteringsklieren die
producten het uitwendige milieu inbrengen, zoals op de huid of in de
darmen.
Een voorbeeld van positieve terugkoppeling in een hormoonconcentratie
is de afgifte van oxytocine. Meer oxytocineafgifte doordat de baby tijdens de
bevalling op de baarmoeder drukt, waardoor de weeën toenemen is
positieve terugkoppeling.
Sommige voedingsstoffen binden aan membraanreceptoren die bedoelt
zijn voor hormonen. Het kan dezelfde reactie oproepen in de doelwitcel als
het hormoon wat erbij hoort. Dit kan voor gezondheidsvoordelen zorgen
omdat niet alleen hormonen, maar ook de voedingsstoffen zorgen voor het
lichaam.
3. Je kunt uitleggen dat er verschillende type hormonen zijn en 12.2
uitleggen hoe deze verschillende type hormonen invloed B4.2.2
hebben op vervoer door het bloed en beïnvloeden van de
doelwitcellen. Binas Tabel 89A,
De invloed van hormonen werkt stapsgewijs. Bijvoorbeeld de groei: 89B, 89C, 67K1, K2
1. Hypothalamus – geeft releasinghormoon GHRH af & K4
2. Adenohypofyse – GHRH stimuleert GH (groeihormoon) afgifte
3. Lever hormoonklier – groeifactoren IGF (insulin-like growth factor)
komt vrij
4. Botweefsel – groeifactoren IGF werken in op groeischijven van
, pijpbeenderen
5. Groei – kraakbeencellen van groeischijven delen en differentiëren
gedeeltelijk tot botcellen: de pijpbeenderen groeien
Type hormonen:
Steroïdhormonen – hydrofoob
(Binas 67K2)
Gemaakt uit cholesterol zoals
testosteron en oestradiol.
1. Hormoon passeert celmembraan
2. Hormoon hecht aan een receptor
in het grondplasma van de cel
3. Vorming hormoon-receptor-
complex samen met een
eiwitreceptor in de kern
4. Complex activeert DNA
5. Uit mRNA ontstaat een nieuw
eiwit in het grondplasma
Tyrosinehormonen – hydrofoob (Binas 67K1)
Gemaakt uit het aminozuur tyrosine,
zoals adrenaline en het
schildklierhormoon.
Tyrosinehormonen kunnen op twee
manieren binden:
1. Binding in grondplasma als
een steroïdhormoon
2. Binding aan receptoren in het
celmembraan
Peptidehormonen – hydrofiel (Binas 67K3)
Gemaakt uit eiwitten en bestaan uit gekoppelde aminozuren, zoals insuline.
1. Binding aan receptoren in celmembraan
2. Activiteit G-eiwit en een enzym
3. Secundaire boodschapper zorgt voor reactie
Secundaire boodschappers (second messengers) zijn kleine moleculen
die makkelijk en snel door het grondplasma en de kern heen diffunderen.
Het heeft de boodschap overgenomen van de primaire boodschapper (het
hormoon), hormonen kunnen vaak lastiger zo snel overal heen diffunderen.
De secundaire boodschapper vormt een verbinding met het molecuul dat in
de cel de actie gaat uitvoeren. cAMP, NO (stikstofmonoxide) en Ca 2+-ionen
zijn secundaire boodschappers. Deze kunnen meerdere doelwitmoleculen
hebben (enzym én DNA) waardoor hormonen meerdere responsen in een
doelwitcel kan opwekken.
Beschadigde cellen aan de oppervlakte (schaafwond) laten stoffen vrij die
hun buurcellen tot deling aanzetten. Deze signaalstoffen heten
groeifactoren en hechten aan receptoren van buurcellen wat tot eiwit
vorming leidt die het controlesysteem van de celdeling beïnvloeden. Hieruit
volgt DNA-synthese en celdeling waardoor de huid herstelt.
Je lichaam maakt meerdere groeifactoren en deze activeren meerdere
doelwitcellen. IGF (insulin-like growth factor) en NGF (nerve growth factor)
zijn groeifactoren.
Extra:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuviastudente0. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.