In korte en duidelijke taal een compleet overzicht van alle leerdoelen en colleges, beantwoord a.d.h.v. collegeslides, collegeaantekeningen en verplichte literatuur. Goed te gebruiken om snel en efficiënt de gehele stof te leren !
1.9.3 Verschillen
Met TRA:
- Ontbreken ervaren gedragscontrole.
Met ASE (attitude-sociale invloed-zelfwerkzaamheid):
- Directe/indirecte sociale invloeden.
- Direct (i.p.v. indirect; alleen als dit overeenkomt met
daadwerkelijke controle) verband zelfwerkzaamheidgedrag.
- Feedback.
- Obstakels.
1.9.4 Vragenlijst
Alle aspecten van TPB; semantic differential:
Overtuigingen, geformuleerd in context, target, actie en tijd.
Evaluatie.
1.9.5 interpreteer resultaten
Van belangrijke variabelen (hoog gecorreleerd met intentie) wordt een intentie-gedrag grafiek gemaakt.
1.9.6 Formuleer onderwerp voor een interventiestudie
Gebruik variabelen die hoog correleren met de intentie gedrag uit te voeren en probeer hier verandering in aan te brengen.
1.9 Invloed leeftijd en geslacht
Eiwit-inneming constant.
Snackconsumptie niet constant.
Groente-inneming neemt toe met leeftijd.
Fruit-inneming blijft constant en neemt toe voor ouderen. Uitzondering; vrouwen > mannen.
Voorkeur; mannen = vrouwen.
Bijdrage suiker aan energie-inneming; constante afname.
2.1 Fysieke en visuele beschikbaarheid/nabijheid
Zichtbaarheid > nabijheid. Gezondheid (bevordering- en) beschermingsbenadering; veranderen van omgeving (+gezond en
-ongezond); samenspel tussen individu en omgevingsfactoren. Determinanten:
Motivatie.
Vermogen.
Gelegenheid; ANGELO kader:
- Grootte; micro- en macro-omgeving.
- Type; fysiek/economisch/politiek/sociaal-cultureel.
2.2 Aangeleerde visuele cues > fysieke volheid van de maag inneming.
2.3 Portiegrootte
, Verminderingen in portiegrootten kunnen leiden tot een blijvende verminderde energie-inname. Portiegrootte en
energiedichtheid hebben onafhankelijk van elkaar een invloed op de voedselinname van kinderen op de peuterspeelzaal.
Kinderen baseren hun inname op portie-grootte en gewicht (niet per se energie-inhoud). Consumetrics: De studie over dat
mensen hoeveelheden van consumptie afhankelijk is van volume en niet van energiedichtheid.
2.4 Mensen (m.u.v. kinderen) compenseren niet na grotere of kleinere porties
2.5 Portiegrootte-effect bestaat na het derde levensjaar (3.6)
2.6 Oorsprong “supersizing”
Amerika; schaarste, oorlog; massaproductie mais.
Supersizing in het beleid van McDonalds (Chicago); Wallesteen.
Verandering in voedselproductie.
Verhoogde beschikbaarheid.
Verpakking zo dat het voedsel zó naar binnen kan worden geschoven.
Sterke relatie; beschikbaarheidaankomen.
2.7 Wet van engel: Deel van inkomen aan voedsel daalt bij toenemende rijkdom
2.8 Bijdrage van macronutriënten aan totale energie-inneming verandert als functie van rijkdom
Eiwit = Suiker >
Plantaardig < Vet >
Dierlijk > Zichtbare vetten >
Koolhydraten < Onzichtbare plantaardige vetten <
Zetmeel < Onzichtbare dierlijke vetten >
2.9 Vlees- en zuivelconsumptie neemt toe in ontwikkelingslanden (en blijft gelijk in ontwikkelde landen)
2.10 Voedselprijzen na WOII
Vlees <
Suikers en vetten >
Groente en fruit >>
Tegengesteld aan ‘gezond dieet’.
2.11 Trends m.b.t. verduurzaming voedselvoorziening
Het is moeilijk een balans te vinden tussen agriculturele investering en -beleid (plantaardig) enerzijds en voorkeuren (dierlijk)
anderzijds. Hierdoor ontwikkelen voedselprijzen in de negatieve richting.
2.12 Slankheidsideaal: sociale facilitatie van inneming
Light of weinig eten is een manier om vrouwelijkheid te tonen.
2.13 Culturele perspectieven op eten
Amerikanen (instrumenteel); voeding = voedingswaarden en gezondheidsrisico’s.
Fransen; voeding = cuisine en plezier.
Paradox; Amerikanen zijn meer bezig met gezond eten, maar eten ongezonder.
Achterliggende redenen voor voedselkeuze kunnen de (perceptie van) gezondheid beïnvloeden.
2.14 Sociale facilitatie: Het meer tonen van bepaald gedrag door de aanwezigheid van anderen.
~van voedselinname; aantal aanwezige mensen spelen bij portiegrootte een rol ongeacht tijd/plaats/alcohol/snacks.
2.16 Eetgedrag verbetert met gebruik van familie-stijl in verpleeghuizen (sfeer).
Andere effecten zijn gewicht, kwaliteit van leven, grove- en fijne motoriek.
3.1 Nature vs nurture in het ontstaan van voedselvoorkeuren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SaarvandenOoi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.