Inhoudsopgave
Week A Inleiding Psychologie................................................................................................................. 2
Week B Waarnemen.............................................................................................................................. 6
Week B Zelfregulatie ............................................................................................................................. 9
Week C Leren, Het Geheugen............................................................................................................... 13
Week D Beïnvloedingstheorieën .......................................................................................................... 22
Week E Motivatiemodellen ................................................................................................................. 31
,Psychologie Anouck Lenferink
Week A Inleiding Psychologie
Psychologie is net zoals alle andere wetenschappen verankerd in haar tijd en in de
maatschappij waar ze onderdeel van uitmaakt.
Vraagstukken, doelen en methoden van onderzoek worden hierdoor beïnvloed
De belangrijkste psychologische scholen van de 20e eeuw verschillen van elkaar in
denkbeelden over:
• Doelstellingen
• Methode van onderzoek
• Determinisme
Hun basisvragen waren:
- Wat te bestuderen
- Hoe te bestuderen?
Structuralisme
• De eerste psycholoog Wilhelm Wundt (1879)
• De structuralisten identificeerden drie hoofdcomponenten van de bewuste ervaring:
- Sensaties
- Beelden
- Gevoelens
• Men veronderstelde dat deze componenten door een associatieproces
gecombineerd werden tot de normale bewuste ervaring.
Functionalisme
Psychologen John Dewey, William James (1890)
• Het functionalisme legt de nadrukt op de functie van de bewuste ervaring en het
gedrag.
• Het werd sterk beïnvloed door de evolutietheorie van Darwin
Pagina 2 van 41
,Psychologie Anouck Lenferink
Psychoanalyse
• Psycholoog Freud, (1900)
• De psychoanalyse vindt haar oorsprong in de klinische wereld
• De psychoanalyse wijst op het belang van onbewuste krachten bij het ontstaan van
persoonlijkheidsverschillen en mentale stoornissen
• Persoonlijkheid bestaat uit de Id, de Ego en de Superego
• De psychische energie is afkomstig van 2 driften Eros (= levensdrift) en Tanatos
(=doodschrift) die streven naar bevrediging
• De psychoanalyse laat de complexiteit van de mens zien
Gestaltpsychologie
• Psychologen Max Wertheimer, Kurt Koffka (1910)
• De mensen nemen de wereld waar in gehelen en patronen. Gestalt is een Duits
woord en betekent zoveel als ‘georganiseerde’ of ‘gehele’ vorm.
• De Gestaltpsychologen waren vooral gericht op de visuele perceptie
Behaviorisme
Psychologen Watson, Pavlov, Skinner (1913)
• Observeer gedrag en niet de mentale processen.
• Watson denkt dat de mensen een ongeschreven blad zijn ‘tabula rasa’
• Psychologie veranderde van een studie van de geest in een studie van gedrag
• Gedrag is te voorspellen, te meten en te beïnvloeden
Humanistische psychologie
• Psychologen Rogers, Maslow (1954)
• Maslow “Je moet de mens niet benaderen als een door driften bepaald wezen
(dieptepsychologie): dit reduceert de mensen tot een dier.
• Je moet de mens ook niet benaderen als een wezen dat alleen door beloning en straf
te beïnvloeden is: dat reduceert de mens tot een machine. “
• De humanistische psychologie wil de mens benaderen vanuit zijn mogelijkheden.
• Maslow stelt dat mensen van nature goed zijn.
Cognitieve psychologie
Psychologen Heiler, Piaget (1960)
• “Cognitie” komt uit het Latijn en betekent “kennis”.
De cognitieve psychologie wordt gezien als de wetenschap die bestudeert hoe mensen
kennis verwerven, organiseren en gebruiken om hun gedrag te sturen.
• De cognitieve psychologie opent de black box (mentale processen) van de
behavioristen
• Hoe wordt de informatie uit de buitenwereld getransformeerd tijdens de
waarneming en hoe wordt die later weer uit het geheugen opgeroepen
Pagina 3 van 41
, Psychologie Anouck Lenferink
Positieve psychologie
• Psychologen Seligman, Csikszentmihalyi, Tal Ben-Sharar (v.a. 2000)
• Oplossingsgerichte benadering (OGB)
- De mens heeft regie en is expert
- Gaat uit van de kracht van mensen
- Niet alleen focus op positieve dingen: negatieve ervaringen horen erbij
Wat is gedrag?
• Gedrag kan je observeren in wat mensen doen maar ook wat zij laten.
• Gedrag is waarneembaar
• De oorzaken van een bepaald gedrag noemen wij gedragsdeterminanten.
Vragen die bij gedrag horen:
• Waarom doe je wat je doet?
• Wat is de invloed van de opvoeding?
• Wat is de invloed van aangeboren kenmerken?
• Kunt je aangeboren kenmerken beïnvloeden?
Discussie nature/ nuture:
- Wordt het gedrag volledig bepaald door genen (nature) of door opvoeding en
leerprocessen (nuture)?
- In hoeverre zijn bepaalde eigenschappen daadwerkelijk beïnvloedbaar?
Het antwoord op deze vragen zegt iets over je mensbeeld, dit beeld heeft consequenties
voor de mate waarin je gelooft dat gedrag beïnvloedbaar is en hoe je denkt controle te
kunnen uitoefenen op je gedrag en omgeving
Determinatie = Mensen zijn gedetermineerd (bepaald) door hun genetisch materiaal.
De genen zijn bepalend bij het tot uiting komen van eigenschappen.
De omgeving heeft hier een zeer beperkte of geen invloed op.
Predispositie = Mensen hebben een predispositie door hun genetisch materiaal.
De uiting van degene wordt beïnvloed door de omgeving.
Impliciete theorieën = Als iemands geloof en ideeën over de veranderlijkheid van
persoonlijke kenmerken (bijv. persoonlijkheid, intelligentie, moraliteit) die het gedrag
beïnvloeden.
1. Incrementele theorie persoonlijke kenmerken zijn relatief veranderlijk en kunnen
zich dus verder ontwikkelen
Voorbeeld: proactief gedrag
- Wordt veroorzaakt door individuele en contextuele factoren
- De contextuele factoren zijn van belang, maar vooral de interpretatie
en ideeën van het individu bepalen of iemand daadwerkelijk tot
proactief gedrag zal overgaan.
2. Entiteit theorie persoonlijke kenmerken worden gezien als vaste onveranderlijke
entiteiten (= iets wat heeft bestaan)
Pagina 4 van 41
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoucklenferink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.26. You're not tied to anything after your purchase.