100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Maatschappijleer | Pluriforme Samenleving $3.59   Add to cart

Summary

Samenvatting Maatschappijleer | Pluriforme Samenleving

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Uitwerking van de leerlijn van het Hoofdstuk Pluriforme Samenleving, ook een samenvatting. Inclusief alle begrippen die je moet kennen, dikgedrukt. Veel duidelijke lijstjes met bulletpoints.

Preview 4 out of 10  pages

  • No
  • Pluriforme samenleving
  • July 16, 2021
  • 10
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
MAATSCHAPPIJLEER PLURIFORME SAMENLEVING LEERDOELEN 2020-2021

H2 CULTUUR EN IDENTITEIT

Je weet wat het begrip cultuur inhoudt en je weet dat dit een dynamisch begrip is.
Mensen die veel en langdurig met elkaar optrekken, ontwikkelen een gezamenlijke cultuur.
Met cultuur bedoelen we alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de
leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend
beschouwen. Doordat een cultuur wordt gevormd door middel van langdurig met elkaar
optrekken zijn er verschillende culturen, deze kunnen ook veranderen door middel van meer
diversiteit of bepaalde vorderingen binnen het land wat invloed heeft op de cultuur.
Je kent de functies van cultuur.
Allereerst bepaalt de cultuur van de groep waar je bij hoort een deel van je persoonlijkheid.
Wie je bent en hoe je jezelf ziet wordt mede gevormd door de cultuur waarin je bent
opgegroeid. Denk aan de manier waarop mensen zich kleden, de films waarna ze kijken, de
muziek waar ze naar luisteren en de sociale media die ze gebruiken.
Daarnaast hebben mensen door hun cultuur een gemeenschappelijk referentiekader met
deels dezelfde normen, waarden en gewoonten. Daardoor begrijpen ze elkaar en kunnen
makkelijker gedichten en gevoelens uitwisselen.
Ten slotte geeft cultuur richting aan het denken en doen van mensen en werkt dus
gedragsregulerend, het doet het gedrag van mensen geordend en voorspelbaar verlopen.
Je kent de indeling van cultuur in dominante cultuur, subcultuur, tegencultuur en
tussencultuur.
Iedere groep of organisatie heeft een eigen cultuur. Op een boksschool zijn de
omgangsvormen anders dan onder het personeel van een bank en de hiphopcultuur lijkt niet
op de cultuur van het Nationale Ballet. Maar om een hele samenleving goed te laten
functioneren, moet er een minimum aan gedragsregels en normen en waarden zijn waar
iedereen het over eens is. We noemen dit de dominante cultuur, het geheel van waarden,
normen en kenmerken dat door de meeste mensen binnen een samenleving wordt
geaccepteerd.
Als een specifieke groep eigen waarden, normen en andere kenmerken ontwikkelt die
afwijken van de dominante cultuur, spreken we van een subcultuur. Bijna iedereen in een
samenleving behoort tot verschillende subculturen. Je kunt gereformeerd zijn én Feyenoord-
supporter, je kleden als een gothic en tegelijk dierenactivist zijn.
Immigranten zijn door hun verhuizing tot een subcultuur gaan behoren in een land waar het in
hun land van herkomst meestal de dominante cultuur was. Bij subculturen onderscheiden we
onder meer jeugdculturen, bedrijfsculturen, religieuze en etnische subculturen.
Culturen liggen niet voor de eeuwigheid vast en ook dominante culturen veranderen. Deze
verandering binnen de dominante cultuur vinden meestal plaats onder invloed van subculturen
en tegenculturen. Hiermee worden groepen aangeduid die zich verzetten tegen de dominante
cultuur of daar zelfs een bedreiging voor vormen.
Je weet hoe cultuur wordt overgedragen.
De belangrijkste kenmerken van een cultuur worden telkens aan nieuwe leden overdragen via
socialisatie, het proces waarbij iemand bewust en onbewust de waarden, normen en andere
cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd. Het beoogde resultaat is de aanpassing
van het individu aan zijn omgeving. Socialisatie zorgt dus voor het blijven bestaan van de
cultuur.
Socialisatie vindt vooral plaats via imitatie. Een jong kind doet bijna al het gedrag na van
mensen met wie het een sterke binding heeft. Opgroeiende jongeren die kiezen voor een
bepaalde subcultuur laten dat zien door hun kleding en gedrag. Ook volwassenen spiegelen
hun gedrag en opvattingen aan die van anderen die belangrijk voor hen zijn.

,Je kent de culturele dimensies van Hofstede.
Culturen zijn zeer verschillend, maar er valt in die verschillen wel enige ordening aan te
brengen. De Nederlandse socioloog Hofstede onderscheidt de vijf belangrijkste dimensies
waarin culturen van elkaar verschillen.
 Machtafstand: Deze dimensie beschrijft de omvang met gezag in een cultuur: hoe
gelijk of ongelijk zijn de relaties tussen ouders en kinderen, leraren en leerlingen,
werkgevers en werknemers?
 Individualisme vs. collectivisme: De score op deze dimensie geeft de mate aan waarin
individuen zich deel voelen van groepen. Maatschappijen waarin de banden tussen
mensen over het algemeen vrij los zijn worden individualistisch genoemd. In degelijke
maatschappijen worden vaal van het eigen initiatief van burgers verwacht. In
collectivistische maatschappijen horen mensen vanaf de geboorte al bij een sterke en
hechte groep. De groep – vaak familie – weegt zwaarder dan het individu. Bijv. Turkije
en Japan.
 Masculiniteit vs. Feminiteit: Hierbij gaat het om de rolverdeling tussen mannen en
vrouwen in de maatschappij. Bij feminiene culturen lopen vrouwelijke en mannelijke
taken min of meer in elkaar over. De mensen zijn zorgzaam en hebben veel aandacht
voor gevoelens van anderen. Bij masculiene culturen is het precies andersom: de
wereld van mannen en vrouwen is duidelijk gescheiden. Bijvoorbeeld Mexico.
 Onzekerheidsvermijding: Deze dimensie van culturele verschillen laat de mate van
angst voor de toekomst binnen een samenleving zien. Als er een hoge
onzekerheidsvermijding in een land is, willen mensen graag zekerheid in hun werk,
sparen veel en zijn vaak religieus. Bij een lage onzekerheidsvermijding wordt er
minder nadruk gelegd op regels, uiteenlopende meningen worden geaccepteerd en
afwijkend gedrag wordt positief bejegend. In Duitsland is de onzekerheidsvermijding
veel groter dan in Groot-Brittannië, Nederland zit daar ergens tussen.
 Oriëntatie op de lange vs. korte termijn: Hier gaat het om de mate waarin de
maatschappij gericht is op de toekomst of juist meer op het heden. In een
toekomstgerichte maatschappij zal de bevolking veel plannen en sparen.
Maatschappijen die meer op het heden zijn gericht worden gekenmerkt door een
‘pluk-de-dagmentaliteit’ en een behoefte aan snelle resultaten.
Je weet waarom en wanneer vooroordelen kunnen ontstaan. Je kent in dit verband de
begrippen stereotype en xenofobie.
Culturen kunnen van elkaar verschillen. In één ding lijken ze wel allemaal op elkaar: ze
kennen vooroordelen. Dat geldt niet alleen voor dominante culturen, naar ook voor
subculturen. De Amerikaanse socioloog William Graham Sumner gebruikte daarvoor in 1906
als eerste de term etnocentrisme. Hij omschrijft dit als: ‘Een manier van kijken waarbij de
eigen groep wordt gezien als het middelpunt van alles en alle anderen worden daaraan
afgemeten. Elke groep koestert zijn eigen trots en ijdelheid, klopt zichzelf op de borst,
verheerlijkt zijn eigen goden en kijkt met minachting naar buitenstaanders.’
Vooroordelen zijn van alle tijden en alle plaatsen. Maar er zijn ook verschillen tussen mensen.
De Amerikaanse psycholoog Gordon Allport ziet een type persoonlijkheid dat hij
bevooroordeeld noemt en tegenover de meer tolerante persoonlijkheid plaatst.
Onzekerheid is volgens hem het sleutelbegrip om het hebben van vooroordelen te kunnen
verklaren. Die onzekerheid kan worden versterkt in tijden van grote maatschappelijke positie
van mensen raken. In zo’n situatie zoeken mensen naar een zondebok.
Zulke vooroordelen kunnen uitlopen op een regelrechte vijandigheid ten opzichte van mensen
die niet tot de eigen etnische groep behoren, we spreken dan van xenofobie.
Haatdragendheid tegenover alles wat als vreemd wordt ervaren kan ook tot agressie en
geweld leiden.
Een stereotype is een overdreven beeld van een groep mensen dat vaak biet (volledig)
overeenkomt met de werkelijkheid.

, Je weet wat het verband is tussen het thema pluriforme samenleving en de grondrechten.
Nederland heeft een pluriforme samenleving. Dat betekend dat er mensen met verschillende
culturen, religies en religies naast elkaar leven. Pluriformiteit en vrijheid zijn met elkaar
verbonden. De vrijheid om een eigen mening op na te houden, de vrijheid om je mening uit te
dragen en de vrijheid om je leven zo in te richten als je zelf wilt, mits je daarmee de vrijheid
van anderen niet in de weg staat. De vrijheid is vastgelegd in de grondwet, daar kun je dus
rechten aan ontlenen. Voor de wet heeft iedereen dezelfde rechten en is iedereen dus gelijk.
Zonder grondrechten zou je dus hele slechte situaties kunnen creëren, de regels zijn nodig om
een beschaafde samenleving te kunnen behouden.


H3 IMMIGRATIELANDEN VERGELEKEN


Je weet dat Nederland al eeuwen lang een migratieland is.
Al eeuwenlang zijn mensen uit andere landen naar Nederland gekomen. Ons land kende veel
immigratie in de 17de en begin 18de eeuw, toen de Verenigde Nederlanden een baken van
voorspoed en openheid waren in Europa. In de 19 de eeuw en begin 20ste eeuw kwamen er
verhoudingsgewijs veel minder nieuwkomers, mede omdat het economisch minder goed ging.
Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is de immigratie weer toegenomen. De toestroom
van mensen uit andere jaren gaat dus met pieken en dalen.
Je weet wat push- en pullfactoren zijn en je kunt er voorbeelden van geven.
Bij de keuze om te migreren kunnen pushfactoren en/of pullfactoren een rol spelen.
Pushfactor is een reden om je eigen land te verlaten, bijvoorbeeld armoede of vervolging en
een pullfactor is een factor die een nieuw land aantrekkelijk maakt, welvaart of veiligheid.
Je weet dat migratie voor de meesten definitief is.
Het verhaal van immigratie is geen gemakkelijk verhaal, het roept aan alle kanten
weerstanden en wrijvingen op. Dat migratie een heel moeilijke stap is zien we ook aan de
zogenoemde mythe van terugkeer. Veel migranten leven met het idee dat ze aantal jaren weg
van huis gaan om geld te verdienen en dan weer terugkeren. Soms gaat dat ook ze, maar
voor het merendeel van de migranten blijkt er geen weg terug te zijn. Hun terugkeer blijkt
inderdaad een mythe te zijn.
Je kent de historische context van de Europese migratie.
De migratiegeschiedenis van de Europese landen komt overeen. Daarbij valt allereerst de
herkomst van de migranten op. Eigenlijk was tot in de jaren zestig van de vorige eeuw het
beleid dat immigratie uit Europa alle ruimte kreeg, terwijl de komst van mensen uit andere
delen van de wereld sterk werd ontmoedigd.
Zowel in Australië als in Canada golden lange rijd raciale overwegingen bij de selectie van
migranten. Ook de Verenigde Staten beginnen al vroeg met een regulering van de migratie. In
het begin was die nog bescheiden en vooral gericht op het tegengaan van de Aziatische
migratie., zoals de Chinese Exclusion Act van 1882.
Rond 1900 werd de oude migratie uit Groot-Brittannië, Ierland, Duitsland en de
Scandinavische landen overvleugeld door de nieuwe migratie uit landen als Italië, Polen,
Rusland en uit de Balkan. In die jaren tekende zich een breder verzet tegen immigratie af. Dat
zou uiteindelijk leiden tot de wetten van 1924 die poogden de etnische verhoudingen te
bevriezen ten gunste van de migranten uit het westen en noorden van Europa.
Je kunt migratielanden met elkaar vergelijken.
We maken een vergelijking met drie klassieke immigratielanden:
- De verenigde staten
- Canada
- Australië
 De oorsprong in hardhandige kolonisering door Europese migranten.
 Verdringing en uitroeiing van oorspronkelijke bewoners zoals Indianen in de VS en
Canada en Aboriginals in Australië.
 Dunbevolkte gebieden die door het aantrekken van migranten zijn opengelegd.
 Immigratie speelt vanaf het begin een grote rol in het proces van natievorming.

, Migratie uit Azië en Latijns-Amerika:
 Vanaf de jaren zestig werden door de groei van de burgerrechtenbeweging en
dekolonisering de raciale criteria steeds meer losgelaten.
 Daarna sterke stroom van Aziatische migranten vooral in de VS.
 In australië percentage migranten dat in buitenland is geboren meer dan 27%. In VS
20% en in Canada 13%.
 Europese immigratie naar alle klassieke immigratielanden is gekrompen tot 10%

Verschillen tussen Europese landen en klassieke immigratielanden:
 Klassieke immigratielanden hebben van oudsher een duidelijk immigratiebeleid dat
uitgaat van langdurigere gevolgen en stellen vooral economische criteria.
 Nederland kent een minder samenhangend en minder voorspelbaar immigratiebeleid.


H4 MOTIEVEN OM TE MIGREREN

Je kent de migratiegeschiedenis van Nederland.
De meeste immigranten die sinds ongeveer 1960 naar Nederland zijn gekomen, hadden de
hoop hier werk te vinden en zicht te krijgen op een betere toekomst dan in hun eigen land.
Door de groeiende economie was er werk in overvloed in de fabrieken. Nederlandse bedrijven
gingen zelfs actief werknemers in het buitenland werven: eerst in Italië, Spanje en
Griekenland, later in Marokko en Turkije. Deze mensen werden gastarbeiders genoemd,
omdat iedereen ervan uitging dat ze hier niet voorgoed zouden blijven.
Een andere groep arbeidsmigranten, die korter geleden kwam, betreft mensen uit nieuwe,
minder welvarende lidstaten van de Europese Unie, zoals Polen, Bulgaren en Roemenen. Zijn
doen veel seizoenswerk in de tuinbouw, slecht betaald werk onder moeilijke omstandigheden.
Ook zijn ze actief in de bouw en het transport. Ze zijn wel alleen welkom als ze een beroep
zoeken waar behoefte aan is.
Kennismigranten zijn hoog opgeleide mensen uit landen als Duitsland en de Verenigde
Staten. Ze hebben een specialistische kennis waar veel vraag naar is. Dit zijn er jaarlijks zo
een 60.000 en krijgen ook een verblijfsvergunning.
Ten slotte zijn er werkzoekenden die illegaal naar Europa komen. Ieder jaar proberen
honderdduizenden mensen in gammele bootjes of verborgen vrachtauto’s en vliegtuigen
Europa te bereiken. Velen komen daarbij om het leven. Hoeveel dit er zijn is niet precies
bekend. Volgens schatting zouden er in Nederland zo’n honderdduizend illegalen leven, dat
wil zeggen mensen die geen wettige toestemming hebben om hier te wonen en te werken.

Ze zijn vaak onzichtbaar omdat ze zwart werken en illegaal wonen. Illegaal verblijf is niet
strafbaar. Wel kan niemand uitgezet worden en een inreisverbod krijgen.
Nederland heeft lange tijd kolonies gehad. Inwoners van de kolonies waren Nederlanders er
werden daar rijksgenoten genoemd.
We kijken naar drie groepen:
Migranten uit Nederlands-Indië:
 Na de onafhankelijkheidsstrijd in Nederlands-Indië (in 1949) ontstond de staat Indonesië.
 Veel Nederlands Indiërs migreerden naar Nederland.
 Ook een grote groep Molukkers (die voor het koninklijk Nederlands-Indisch leger hadden
gevochten) kwamen in 1951 naar Nederland.


Uit Suriname:
 Na de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 kregen Surinamers de keuze tussen de
Surinaamse en de Nederlands nationaliteit.
 Na de staatsgreep in 1980 van Desi Bouterse en de decembermoorden in 1982 kwam een
aantal Surinaamse vluchtelingen naar Nederland.

Uit de Antillen:
De Nederlands Antillen bestaan uit Aruba, Curaçao en Sint-Maarten (zelfstandige landen
binnen het koninkrijk der Nederlanden en Bonaire, Saba en Sint Eustatius (bijzondere

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuviastudente0. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.59
  • (0)
  Add to cart