100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Alle werkgroepen Belastingrecht 2 (+ oude tentamenvragen) $7.84   Add to cart

Exam (elaborations)

Alle werkgroepen Belastingrecht 2 (+ oude tentamenvragen)

1 review
 251 views  17 purchases
  • Course
  • Institution

Tentamen van 22 pagina's voor het vak Belastingrecht II aan de VU

Preview 2 out of 22  pages

  • December 11, 2014
  • 22
  • 2014/2015
  • Exam (elaborations)
  • Unknown

1  review

review-writer-avatar

By: Hanna032 • 7 year ago

avatar-seller
Werkgroepen belastingrecht 2 2014/2015

Vraagstuk deelnemingen
----------------------------------

Art 13 Vpb
Wat is de ratio van de deelneming? De doorbreking van het klassieke stelsel, dus de doorbreking
van de economische dubbele heffing. Bij de dochter wordt eenmalig winst gegeven. Dit keert ze
als dividend uit aan de moeder en die betaald geen belasting.

Compartimentering: de deelneming gaat verloren. Het kan zijn dat de status van een deelneming
verloren gaat (dochter kan bijvoorbeeld belegging worden, of het is minder dan 5% geworden).
In een bepaald jaar is er een gedeelte verkocht 5 % van de 8%, een jaar later verkoopt hij nog is
die 3% dan is er nog steeds sprake van een deelneming. Zie boek  belaste of onbelaste
compartimenteringsreserve.

Meegekocht dividend.

Financiering van de deelneming. Art 13L Vpb. Als een moeder een deelneming financiert, eerste
met eigen vermogen. Is de eigen vermogen niet genoeg, de rest is deelneming en creëert ze een
schuld.

Casus 1.

A NV is een in Nederland gevestigde vennootschap die zich bezig houdt met de
fabricage van chemische producten. A NV heeft een binnenlandse dochter B NV (geen fiscale
eenheid). De navolgende feiten doen zich voor.

a) A NV verstrekt aan B NV een lening van € 1.000.000 tegen een rente van 12%
per jaar. De marktrente voor een dergelijke lening bedraagt 8% per jaar;
b) A NV koopt in 2011 een in een EU land gevestigde dochter alwaar de
winstbelasting 2 % bedraagt .De bezittingen van de dochter bestaan alleen uit
een effectenportefeuille ( aandelen en obligaties) en liquide middelen zoals
banksaldi. Deze dochter keert in 2014 € 100.000 dividend uit aan A NV.

Wat zijn de gevolgen voor de vennootschapsbelasting voor A NV betreffende de hiervoor
doende feiten en omstandigheden?
A
|
| Lening van 1 miljoen tegen 12%
|
|
B

Feit a
Wat zijn de gevolgen voor A?
De rente is meer dan je zakelijk zou mogen verwachten. Het is een onzakelijke rente. B betaalt meer
rente. Het moet naar zakelijkheid worden getransformeerd art 8b Vpb. Dus normaal gesproken een
zakelijke rent van 8%. A ontvangt de eerste 8% zakelijke rente. Dit vormt belastbare winst,
gebaseerd op art 2 lid 5 Vpb. 80.00 euro is gewoon winst. Wat vormt die 8% voor B? Een
kostenpost. En nu dan de 4%? Dat is een uitgave van B, is dat een kostenpost? Nee, het is verkapt
dividend art 10 lid 1 a. Is dat aftrekbaar?

, Nu A. Die andere 4% is verkapte dividend. Ondernemingsvermogen, belast. Maar je mag ervan
uitgaan dat hij een deelneming heeft, en is het onbelast.

Wat als het geen deelneming is? Is de problematiek anders? Nee, alleen die 4% wordt dan wel
belast in plaats van niet.

Feit b
Dochter is passief. Is de deelneming hier op van toepassing?
1. art 13 lid 2: 5 %? Ja, 100%
2. is het een reeele onderneming of niet? Heeft de moeder de dochter wel of niet gekocht als
belegging? Art 13 lid 9 Vpb. Dochter belegt alleen maar. TENZIJ er sprake is van een
gekwalificeerde beleggingsdeelname  art 13 lid 11. Geen reële heffing, het is maar 2% en
geen 10%. Ook niet minder dan 5% het is namelijk 100%, dus geen gekwalificeerde
belegging.

Geen deelneming in dit geval.

Maar er wordt dan wel 2 keer belasting geheven. Namelijk 2% in het buitenland en hier dan ook
nog 25%. Hoe wordt dit opgelost? Verrekeningstechniek, art 13aa Vpb. Er wordt altijd uitgegaan
van een heffing van 5% ongeacht wat er reëel wordt geheven. Je krijgt een nettobedrag. Je gaat
terug naar hoofdregel, je moet het bruto aangeven. 105.000, daar moet vpb over betaald worden.
Maar er is al 2% betaald over  art 23c vpb.
- 5% van de gebruteerde voordelen (105.000): 5100
- 25% van 105.000: 25000
De laagste van de bovenste twee mag je verrekenen met de vennootschapsbelasting. Dus die 5100
mag hij verrekenen met de belasting die hij totaal heeft betaald over zijn winst.

In europees verband kan het zijn dat de belastingheffing hoger is dan die 5%, en dan mag je dat
gebruiken.

Wanneer is er sprake van een belegging?
Vermogensbeheer, waar je een normaal rendement behaald. Puur passief vermogensrendement
proberen te halen.

Stel dochter heeft een cafe, maar daarnaast ook een enorme effectenportefeuille.
Cafe: 20.000
Portefeuille: 10.000.000 5% winst  500.000
Moeder koopt deze dochter. Met welk oogmerk? Gemengd oogmerk, aan de ene kant cafe en aan de
andere kant die portefeuille. Het zwaartepunt is hier een belegging. Moeder heeft dan een
belegging gekocht.

Ratio art 13 lid 9: Moeder had veel geld waar ze niks mee doet. Ze gaat een dochter oprichten in het
buitenland, waar de belasting 0%. De dochter betaald geen belasting over de winst. Wat gebeurd er
nu? Geen belasting over wat dan ook. Dit kan hij allemaal aan de moeder uitkeren onbelast, door
middel van de deelneming. Art 13 lid 9 bepaald dat dit niet kan.

Art 13 lid 11 hier wordt de gekwalificeerde belegging
- reële heffing: staat in de memorie van toelichting  10%
- minder dan de helft laag belaste vrije beleggingen: is het minder dan 5% belegging

Casus 2

a) G NV heeft begin jaar 2000 dochtervennootschap J NV gekocht voor 30 mio.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xChantaall. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.84. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83507 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.84  17x  sold
  • (1)
  Add to cart