dit document bevat vier (4) hoofdstukken namelijk hoofdstuk 16 tot en met hoofdstuk 19, echter zijn de voorbeelden weggelaten. deze samenvatting is goed om de theorie te snappen.
, Leerdoelen
De fiscale vermogens- opstelling af te leiden vanuit de Hoofdstuk 16
commerciële jaarrekening 20 % toepassen
10% analyseren
De fiscale winst te bepalen door opstelling van de Hoofdstuk 17
fiscale winst-en verliesrekening en door afleiding 20% toepassen
vanuit het commerciële resultaat. 10% analyseren
De benodigde journaalposten te maken om in de Hoofdstuk 18
commerciële resultatenrekening de effecten van de Hoofdstuk 19
vennootschapsbelastingen op te nemen, leidend tot 10% toepassen
mutaties in belastinglatenties dan wel over-/onderdruk
,Hoofdstuk 16: de aangifte vennootschapsbelasting
Vennootschapsbelasting is de belasting die een onderneming betaalt over de winst. Per boekjaar wordt de
belastbare winst berekend. Een onderneming spreekt daarom vaak van de aangifte VPB. Deze belasting wordt
alleen betaald door ondernemingen met een rechtspersoonlijkheid.
§ 16.1 fiscale balans
Bij de opstelling van de fiscale balans, eist de fiscus een aantal specificaties om zo de benodigde informatie tot
zich te krijgen. De balans is zodoende meer gespecificeerd dan de commerciële jaarrekening. De fiscale balans
stemt overeen met de fiscale waarderingsgrondslagen en wordt opgesteld op basis van vermogensvergelijking.
Bij het ‘Balansoverzicht’ plaatsen we de volgende kanttekeningen:
De berekening van de diverse actief- en passiefposten moet plaatsvinden volgens fiscale voorschriften
(zie hierna). Hierdoor kunnen bedragen afwijken van die in de commerciële balans.
Voorbeeld: commercieel kunnen materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen actuele kostprijs,
fiscaal is deze wijze van waarderen niet toegestaan.
Er zijn posten die fiscaal wel op de balans worden vermeld en commercieel niet.
Voorbeeld: Een Herinvesteringsreserve (zie Fiscale waarderingsgrondslagen ad f hieronder in deze
paragraaf) kan fiscaal op de balans staan (onder Fiscaal vermogen), terwijl deze commercieel niet voor
kan komen.
Er zijn posten die commercieel op de balans worden vermeld en fiscaal niet.
Voorbeeld: latente belastingverplichting kunnen wel voorkomen op de commerciële balans, maar
nooit op de fiscale balans.
Fiscale waarderingsgrondslagen
De fiscus belast de totale winst van de onderneming. Omdat er per jaar aangifte gedaan moet worden, worden er
winstbepalende balansen opgemaakt, waarmee de jaarwinst bepaald kan worden.
Deze winstbepalende balans is een balans, die opgesteld is in overeenstemming met de fiscale
waarderingsgrondslagen, daarom noemen wij die een fiscale balans. Deze fiscale balansen zijn de basis voor
de vermogensvergelijking. Dit is een methode om de (fiscale) winst te bepalen.. De fiscale
waarderingsgrondslagen zijn gebaseerd op goed koopmansgebruik, welke worden ingevuld door de fiscale
wetgeving en de fiscale jurisprudentie.
Achtereenvolgend worden behandeld:
Bedrijfsmiddelen: Volgens de belastingwetten wordt onder een bedrijfsmiddel verstaan ‘goederen die
voor het drijven van een onderneming worden gebruikt’. Bedrijfsmiddelen moeten op de fiscale
balans worden gewaardeerd op de historische kostprijs minus afschrijvingen. Historische kostprijs is de
aanschafprijs vermeerderd met de bijkomende kosten, zoals transportkosten en kosten om het
bedrijfsmiddel bedrijfsklaar te maken. Ook kosten van verbetering moeten worden geactiveerd. Dit in
tegenstelling tot onderhoudskosten die direct ten laste van het resultaat kunnen worden gebracht.
De afschrijving is een weerspiegeling van de waardedaling van het bedrijfsmiddel als gevolg van het
gebruik. Een bedrijfsmiddel wordt normaal gesproken afgeschreven gedurende de economische
levensduur. De totale afschrijving is gelijk aan het verschil tussen de historische kostprijs en de
restwaarde. Sinds 2007 is de afschrijving op een gebouw slechts mogelijk indien de boekwaarde van
, het gebouw hoger is dan de bodemwaarde.
voor overige bedrijfsmiddelen (zoals bijvoorbeeld machines, computers en dergelijke) is de
afschrijving per jaar gemaximeerd op 20% van de aanschaffingskosten. Is de economische levensduur
echter 8 jaar, dan dient in 8 jaar afgeschreven te worden.
Bedrijfsmiddelen van geringe waarde (€450,- of minder) mogen ineens ten laste van de (fiscale) winst
worden gebracht.
Hiernaast bestaat (alleen fiscaal) de mogelijkheid tot willekeurige afschrijving.
Goodwill: Als goodwill samenhangt met de aankoop van activa en passiva, wordt deze op de fiscale
balans geactiveerd en afgeschreven. De afschrijving per jaar is gemaximeerd op 10%.
Als goodwill samenhangt met de aankoop van aandelen van een nv/bv wordt deze niet op de fiscale
balans geactiveerd, maar zit dan ingesloten in de post Deelnemingen op de fiscale balans. Deze wordt
namelijk gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen.
Voorraden: Voorraden zijn ‘zaken die ter bewerking, verwerking of verkoop en derhalve als bestemd
tot de omzet in het bedrijf aanwezig zijn’ (Hoge Raad).
De waarderingsstelsels voor voorraden die commercieel aanvaardbaar zijn, zijn dat fiscaal ook. Met
uitzondering van het stelsel waarbij de voorraden op actuele waarde worden gewaardeerd.
Het meest gehanteerde stelsel is kostprijs (= oorspronkelijke inkoopprijs vermeerderd met eventuele
aankoopkosten) of lagere marktwaarde (= prijs op de inkoopmarkt op de balansdatum).
Hiernaast wordt ook het FIFO-stelsel (First In First Out) gehanteerd.
Bij het FIFO-stelsel wordt ervan uitgegaan dat de (administratief) oudste voorraad het eerst verkocht
wordt. De voorraad wordt daarom tegen de meest recent betaalde inkoopprijzen gewaardeerd.
Fiscaal is bovendien toegestaan het LIFO-stelsel (last in first out).
Bij het LIFO-stelsel wordt ervan uitgegaan dat de (administratief) laatst ingekochte voorraad het eerste
wordt verkocht. De voorraad wordt daarom tegen de oudste inkoopprijzen gewaardeerd.
Een waarderingsstelsel dat fiscaal ook is toegestaan, is het ijzerenvoorraadstelsel. Centraal bij het
ijzerenvoorraadstelsel staat de ijzeren voorraad. Hieronder verstaan we de voorraad die nodig is om de
continuïteit van de onderneming te verzekeren.
De ijzeren voorraad waarderen we op de balans steeds tegen een zelfde prijs (de ijzeren-voorraadprijs).
Hierdoor bereiken we dat prijsstijgingen op de ijzeren voorraad buiten de winst blijven.
Wel zijn er bepaalde voorwaarden verbonden aan de toepassing van het ijzerenvoorraadstelsel; zo mag
de ijzeren voorraad alleen maar worden gevormd voor soortgelijke, althans soortverwante goederen.
Als de werkelijke voorraad per balansdatum groter is dan de ijzeren voorraad, spreken we van een
surplus. Dit surplus waarderen we volgens het FIFO-stelsel, met daaraan gekoppeld de
minimumwaarderingsregel. Het surplus bedrag (in euro’s) tellen we op bij het ijzeren-voorraadbedrag
(in euro’s).
Als de werkelijke voorraad kleiner is dan de ijzeren voorraad, is sprake van een manco. Dit manco
waarderen we volgens de inkoopprijs op het moment van waardering (= de vervangingsprijs). Het
mancobedrag (in euro’s) trekken we af van het ijzeren-voorraadbedrag (in euro’s).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ayishagaurirandjitsing. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.