GEDRAGSGENETICA, JAAR 2, PERIODE 2
Colleges & hoofdstukken uit boek:
College 1 (28-10): Hoofdstuk 1 & 21
College 2 (30-10): Hoofdstuk 2,3,4
College 3 (04-11): hoofdstuk 5,6,7
College 4 (06-11): hoofdstuk 8
College 5 (11-11): hoofdstuk 9
College 6 (13-11): hoofdstuk 10
18-11 GEEN COLLEGE!
College 7 (20-11): hoofdstuk 18
College 8 (25-11): hoofdstuk 11,12,13
College 9 (27-11): hoofdstuk 16
College 10 (02-12): hoofdstuk 19
College 11 (04-12): hoofdstuk 14,15,17
College 12 (09-12): responsiecollege
Tentamen op 16 December: boek Behavioral Genetics + collegestof
COLLEGE 1 28-10-2014
WHAT IS BEHAVIOR GENETICS? (H1,21)
Het doel van gedragsgenetica: het bestuderen van de verschillen tussen
mensen. Variatie, afwijkingen van het gemiddelde, individuele verschillen.
tegenovergestelde van wat er gedaan wordt in de cognitieve psychologie.
Daar ga je ervan uit dat iedereen min of meer hetzelfde functioneert.
waarom doet de ene het anders? Waarom doet de ander iets beter? Waar
komen de verschillen vandaan?
vraag van de gedragsgenetica: het ontrafelen van de verschillen tussen
mensen. Komt dat nou door de genetische achtergrond of komt het meer
door omgeving?
Het belangrijkste verschil is het verschil tussen mannen en vrouwen (wordt
vaak over het hoofd gezien). Bijvoorbeeld spierkracht is een feitelijk verschil.
Als je kijkt naar gelijkheid tussen mensen (gebruik je om te bestuderen waar
de verschillen vandaan komen), dan kijk je naar families.
Gedragsgenetica richt zich niet alleen op genen. Omgeving heeft er ook veel
invloed in. Zowel genen en omgeving zijn essentieel.
Verschillen kunnen komen door genen (additive; A, interactive; D) en de
omgeving (Shared/common environment (C) & Nonshared/Unique
Environment (E)).
Omgeving speelt in sommige opzichten (bijvoorbeeld lichaamslengte) een
kleinere rol dan voorheen, doordat de omgevingsverschillen veel kleiner zijn
tegenwoordig. Voeding, woonomstandigheden is in Nederland redelijk gelijk.
Gedeelde omgeving: factoren in de omgeving die voor ieder gezinslid
hetzelfde zijn.
,In een groep willekeurige mensen kan je genen en omgeving niet uit elkaar
trekken.
Tweelingen zijn net hetzelfde als eenlingen, alleen vaak wel een laag
geboortegewicht door een gebrek aan ruimte om te groeien. Eenlingen met
een laag geboortegewicht is vaak de oorzaak door suboptimale voeding etc.
Eeneiige tweelingen kunnen veel informatie geven over de richting van een
effect. Bijvoorbeeld relatie met roken en ADHD.
Eeneiige tweeling lieten als jong kind hetzelfde ADHD patroon zien, toen de
ene ging roken ging het ADHD effect omhoog en bij de andere niet. Je kan
dus zien dat er een verband is met roken naar ADHD (en niet andersom).
Geschiedenis van de psychologie:
Nature-nurture debat:
Als rationalist onderscheidde filosoof Descartes drie soorten begrippen:
- adventitiae (van buiten gekomen begrippen)
- innatae (in- of aangeboren begrippen)
- a me ipse factae (zelfbedachte begrippen)
Ieder mens wordt volgens Locke geboren als een “tabula rasa”, ofwel een
onbeschreven blad. Een mens begint met een leeg „verstand‟ en het hoofd
wordt door ervaringen en indrukken gevuld.
Gedrag is het fenotype, opgebouwd uit genotype (DNA) en
endofenotype (omgeving). Omgeving weten we nog niet zo veel van
(baarmoeder, gezin, buurt, school, sociale klasse, cultuur), omgeving is
ook altijd gemixt met DNA.
Kans op autisme:
Eeneiige/genetisch identieke tweeling 60%
Twee-eiige tweeling/broers/zussen 0 tot 5%
familieleden van mensen met autisme laten een toename zien in socaile
afwijkingen, beperkingen in communicatie en taal, een voorkeur voor
routine en moeite met verandering.
Bijv. lichaamsgewicht: is dat aanleg of voedingsgewoonte binnen een
gezin? En is de aanleg perse voor gewicht, of voor impulscontrole,
stofwisseling etc.
Erfelijkheid? nature-nurture
- Lichaamslengte 80%
- Lichaamsgewicht 70%
- Sport participatie mannen: 70-80%, vrouwen 13 jaar: 38%, >13
jaar: 70-80%
o Interessante, omdat het ook veel invloed heeft van omgeving
tijdens de jeugd (waarschijnlijk door de mate waarin kinderen
mogelijkheid krijgen en gestimuleerd worden) maar wanneer je
volwassen bent is het heel erg genetisch bepaald.
, - CITO toets 60%
o Genetica heeft een hele grote invloed op de uitslag van de toets.
Dus echt een toets om cognitie te meten, niet om te meten of het
een “goede school” is.
- Roken initiation mannen 37%, vrouwen 55%
o Beginnen met roken is omgevingsgevoelig. Maar het echt niet
kunnen stoppen, zelfs met een grote motivatie (bijv.
Zwangerschap), is wel hoog erfelijk.
- Agressie 50%
- Welbevinden 40%
- Depressie 30-40%
Enerzijds zegt men, alles is erfelijk anderzijds zegt men ik geloof niet in
erfelijkheid. Maar er is een grote range van erfelijkheid.
Het “waarom” van de gedragsgenetica:
- Relatieve belang van genetische invloeden
- Relatieve belang van omgevingsinvloeden
hoe werken deze invloeden samen?
- Gen-omgevingsinteractie
o De gevoeligheid voor specifieke omgevingsfactoren wordt bepaald
door iemands genetische kwetsbaarheid
o Omgevingsinvloeden interacteren met ons lichaams genetische
systeem
o Zelfde omgeving, maar verschillende gevoeligheid voor de
invloeden uit de omgeving in genetisch materiaal waardoor ze
“last” kunnen krijgen van de factoren in de omgeving.
- Gen-omgevingscorrelatie
o Wanneer de genen de blootstelling van het individu aan een
bepaalde omgeving bepalen
o Op grond van je eigen genotype zoek je een omgeving op (het feit
van een bepaalde cognitieve aanleg brengt je naar de universiteit
in plaats van bijvoorbeeld het MBO etc.).
o Oftewel: je creëert je eigen omgeving. Kan zowel voordelig en
nadelig zijn.
- Epigenetica
o Omkeerbare erfelijke veranderingen in de gen functie die
optreden zonder wijzigingen in de sequentie (door invloeden uit
de omgeving)
o Aflezen van DNA/genen…
COLLEGE 2 30-10-2014
HOW ABOUT GENES? (2,3,4) Mendel and beyond
Onderzoek naar genen altijd gevoelig. Het is namelijk ethisch gezien heel
moeilijk om te bepalen wat je met de informatie wilt doen. Bijvoorbeeld:
crimineel gedrag is erfelijk, maar wat je ter preventie gaat doen of met de
generatie daarop is een lastig vraagstuk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margrietbent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.