Probleemstelling deel 1: wat gebeurt er met een patiënt als hij/zij opgenomen wordt in
bepaalde gezondheidsinstellingen.
Probleemstelling deel 2: hoe zit de gezondheidszorg in elkaar? (Nederland)
1.1 Wat zijn de gevolgen voor een patiënt na opname (functioneren, langdurige
opname)?
Depersonalisatie / mortificatie
Coe (1978) zegt dat mensen zich gedepersonaliseerd voelen door 3 basisprincipes van
het ziekenhuis:
- Stripping (blootgeven) de kleding wordt uitgedaan en vervangen voor pyjama’s
(van het ziekenhuis of van de patiënt). Een pyjama is een soort uniform en laat
zien dat iemand ziek is. Persoonlijke bezittingen worden afgenomen en gaan
achter slot en grendel. Bezoekuren bepalen wanneer de patiënt bezoek krijgt en
wie er op bezoek mag komen (vroeger mochten er in sommige ziekenhuizen geen
kinderen jonger dan 14 jaar op bezoek komen). Het personaal bepaalt wat en
wanneer je eet en wanneer je moet gaan slapen.
- Control of resources (controle over middelen/hulpbronnen) dit wordt door het
personeel gedaan. Coe vindt dat hierbij niet alleen fysieke dingen horen, zoals
bedkleding en toiletpapier, maar ook de informatie over de medische gesteldheid
van de patiënt. Patiënten zijn normaal niet bewust van hun prognose of de
resultaten van onderzoeken, tenzij de arts hen informeert.
- Restriction of mobility (beperking van de mobiliteit) in de meeste ziekenhuis
mogen patiënten hun afdeling niet verlaten zonder de toestemming van de
hoofdverpleegkundige. Als ze wel de afdeling verlaten, moet dat onder
begeleiding van een verpleegkundige. Als mensen in het ziekenhuis opgenomen of
ontslagen worden, worden ze in een rolstoel gezet. Of ze nu kunnen lopen of niet.
Dit doet men omdat het ziekenhuis verantwoordelijk voor hen is zolang ze op hun
terrein zijn.
Gevolgen langdurige ziekenhuisopname
- Zelfvernedering
- Verlies van identiteit
- Passiviteit en regressie
- Verlies van privacy, vrijheid en zelfbepaling
- Hospitalisatie
- Chronische defecttoestanden
- Patiënten verliezen het vermogen om onafhankelijk van hulpverleners te
functioneren
- Mensen in de omgeving gaan hen als psychisch ziek zien of patiënten gaan deze
psychische zieke houding aannemen.
Aanpassingsstrategieën
Goffman geeft 4 aanpassingsstrategieën van bewoners:
- Regressie/acute depersonalisatie/withdrawal/terugtrekking: iemand trekt zich
terug en leeft in zijn eigen wereld.
- Rebellie/agressie: de bewoner daagt de instelling opzettelijk uit door openlijk te
weigeren om mee te werken met de staf. Om dit vol te houden moet je je
intensief verdiepen in de formele organisatie. Deze strategie is intensief en heeft
weinig effect, daarom wordt vaak overgegaan op een andere strategie.
- Kolonisering/integratie: een stabiel, betrekkelijk tevreden bestaan wordt
opgebouwd rond het geheel aan voorzieningen dat de instelling te bieden heeft.
Het individu voelt zich daarmee ‘thuis’ of ‘heeft het nog nooit zo goed gehad’. Van
, werkelijke tevredenheid is meestal geen sprake, maar niet-tevreden zijn brengt
hoge kosten met zich mee.
- Conversie/berusting/acquiescence: de bewoner speelt de rol van de volmaakte
bewoner, neemt de visie van de staf over en staat geheel ter beschikking van de
staf.
Definities van hospitalisatie
- Het op grote schaal opnemen en huisvesten van patiënten in gestichten en
inrichtingen.
- De veranderingen na de hospitalisatie.
Negatieve effecten op gedrag
Opname in een instelling kan negatieve gevolgen hebben voor het gedrag van mensen:
- Atrofie (afname) van sociale functies en verminderde sociale participatie door het
wegvallen van de normale samenleving.
- Onvermogen tot het maken van toekomstplannen.
- Verlies van inzicht in de eigen sociale rol.
- Infantilisering en onzelfstandigheid doordat voor alles wordt gezorgd.
- Verminderde functie van het gezondheidsweten; wat is het onderscheid tussen
gezondheid en ziekte?
Regionalisatie Er ligt minder verantwoordelijkheid bij de overheid en meer in de regio’s.
Normalisatie De zorg verschuift van intramuraal naar extramuraal, waardoor mensen
met een beperking de mogelijkheid hebben om mee te doen aan de samenleving. Ziekte
wordt ‘normaal’.
Dehospitalisatie De behandeling wordt naar de maatschappij verplaatst. Mensen
worden niet meer in het ziekenhuis behandeld. Een voorbeeld is zelfzorg bij diabetes.
1.2 In hoeverre hangt de wijze waarop patiënten reageren op opname samen
met sociaal demografische factoren? (aard van ziekte, leeftijd,
opleidingsniveau)
Leeftijd
Jongere mensen hebben een langzame aanpassing en ouderen een snelle aanpassing.
Ouderen (>60) vertonen minder deviant gedrag. Jongere mensen zijn agressiever in het
krijgen van informatie in het ziekenhuis. Ouderen leven de ziekenhuisregels na.
Comforming attitudes je houden aan de standaardregels die gelden.
Opleidingsniveau
Hoger opgeleiden hebben een langzame aanpassing en lager opgeleiden hebben een
snelle aanpassing.
Aard van de ziekte
- Patiënten die een minder ernstige operatie krijgen en veel informatie krijgen
daarvoor doen minder snel aanpassingen en werken minder snel mee.
- Patiënten met een levensbedreigende ziekte waarvan de genezing afhangt van
specialisten en het medisch personeel werken wel mee. Ze willen beter worden en
doen daar alles voor.
2.1 Wat voor soorten zorginstellingen zijn er, en hoe is het
gezondheidszorgsysteem georganiseerd?
Zorgverlenende beroepen
De zorgverlenende beroepen kunnen onderscheiden worden in:
, - Medische beroepen zoals huisartsen, medisch specialisten, sociaal
geneeskundigen en tandartsen. In de tandheelkunde zijn er 2 erkende
specialismen:
o Orthodontie
o Mondziekte en kaakchirurgie
- Paramedische beroepen zoals fysiotherapeuten, logopedisten, radiologisch
laboranten en verloskundigen.
- Verplegende en verzorgende beroepen zoals verpleegkundigen en verzorgenden.
- Assisterende beroepen zoals apothekers assistenten en operatieassistenten.
Verplegen en verzorgen
Verplegen heeft als doel het ondersteunen en activeren van een zorgvrager als deze door
een ziekte, aandoening of beperking of de gevolgen hiervan niet meer in staat is volledig
voor zichzelf te zorgen. Het heeft een directe relatie met de ziekte of stoornis
ondersteunen bij persoonlijke hygiëne, aantrekken van steunkousen.
Verzorgen is het ondersteunen en stimuleren van de zorgvrager in zijn leefomgeving
wanneer deze niet in staat is zichzelf (volledig) te verzorgen bijvoorbeeld bij het wonen
en huishouden.
Totale instituties
In stellingen waarin mensen, vrijwillig of gedwongen, voor langere tijd of permanent
worden opgenomen. Het centrale kenmerk van deze instituties is het ontbreken van
barrières tussen de 3 levenssferen slapen, werken en vrije tijd.
Totale instituties van Goffman
Goffman (1977) maakt een onderscheid tussen 5 typen totale instituties. Elke type
instituut heeft zijn eigen doelstellingen:
- Totale instellingen die ter wille van hulpbehoevenden opgezet zijn: ziekenhuizen
en verpleeghuizen.
- Totale instellingen die dienen ter verzorging en ter bescherming van de
maatschappij: psychiatrische inrichtingen, opvanghuizen voor dak- en thuislozen
en wegloophuizen.
- Totale instellingen ter ‘bescherming van de maatschappij’: gevangenissen en
concentratiekampen.
- Totale instellingen die specifieke taken uitvoeren: het leger, kostscholen en
koopvaardij- en marineschepen.
- Totale instellingen die erop gericht zijn zich terug te trekken uit de wereld:
kloosters ten behoeve van (religieuze) ordes en sekten.
Totale instituties van Punch
- Instituties met een verzorgde functie (positive custodial) waarbij het primair om
het welzijn van de in de instituties opgenomen mensen gaat (ziekenhuizen,
kloosters, verpleegtehuizen).
- Instituties met een bewakende functie (negative custodial) waarbij het primair
gaat om het afzonderen, in welk geval het opbergen van mensen die een gevaar
voor zichzelf of voor de gemeenschap opleveren (gevangenissen, psychiatrische
instellingen, zwakzinnigenzorg).
- Instituties met een instrumentele functie (utilitarian) waarbij het realiseren van
een extern doel vereist dat mensen in een totale institutie moeten verblijven
(booreilanden, olietankers, kazernes).
Kenmerken totale instituties
- Alle aspecten van het leven van de bewoners voltrekken zich op eenzelfde plaats
en onder eenzelfde gezag.
- De dagelijkse activiteiten vinden plaats in het onmiddellijke gezelschap van een
groot aantal anderen.
- De dagelijkse activiteiten zijn strak geschematiseerd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuviagw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.