Dit document bevat de uitwerkingen van álle zso's van dit blok. Daarnaast zijn er samengevatte stukken in te vinden van het boek Kronen en Bruggen (waarnaar in het blokboek wordt verwezen).
FUNCTIE- EN FUNCTIEHERSTEL 2
ONDERDEEL A KLASSIEKE KRONEN
ZSO A2
6. Vul het schema in:
Afname (+ weinig afname) Esthetiek (+ meest esthetisch)
a. Metaalkroon + -
b. Partiële metaalkroon + -
c. Metaal-porseleinkroon +/- +/-
d. (Moderne) - +
keramiekkroon
e. Partiële keramiekkroon - +
7. Retentie heeft vooral betrekking op trekkrachten. We hebben het over de retentie van:
- De kroon en stomp (samen);
- De configuratie van de preparatie biedt retentie aan de kroon.
Resistentie heeft vooral betrekking op druk- en schuifkrachten. We hebben het over de resistentie van:
- De kroon (stevigheid kroonmateriaal);
- Het stompmateriaal (stevigheid element);
- De preparatievorm (weerstand tegen kantelen).
Als er veel frictie is langs het oppervlak, moet de kroon langs het oppervlak ‘schuren’, waardoor er een
hoge retentie is. Indien vlakken parallel: langs oppervlak veel frictie, dus hoge retentie. Een element kan
resistentie bieden aan de kroon maar het kroonmateriaal kan weinig resistentie bieden waardoor alsnog
een fractuur ontstaat.
Meer retentie en resistentie
Een kleinere convergentiehoek geeft meer retentie en resistentie.
Hoe lager de stomp, hoe makkelijker de kroon ervan af kan kantelen. Het oppervlak van frictie is bij een
lange stomp groter waardoor meer retentie en resistentie ontstaat.
De resistentie van de stomp neemt toe bij een gebevelde schouder in vergelijking met een schouder alleen.
Nadeel: bevel alleen met metaal esthetisch bezwaar.
1
,8. Vul het schema in:
Type Geschikt voor: Duidelijk af te Esthetische Biologische Retentie en
preparatiegrens -Metaal lezen (++ eigenschappen prijs (++ laagste resistentie (+
-Metaal- meest (++ meest biologische meeste
porselein duidelijk) esthetisch) prijs, minste retentie en
-Jacketkroon weefselafname) resistentie)
(porselein)
Lange bevel Metaal - - ++ ?
Metaal-
porselein
Chamfer (Metaal) + + +/- -
Metaal-
porselein
Jacketkroon
(porselein)
Schouder (Metaal) ++ ++ - +
Metaal-
porselein
Jacketkroon
(porselein)
Schouder-bevel (Metaal) +/- +/- + +
Metaal-
porselein
NB. HC en Kronen en Bruggen komen niet helemaal overeen. Zwart is HC en groen
is Kronen en Bruggen.
9. Steilere bevel grotere hoek β kleinere randspleet minder dikke cementlaag
en betere randaansluiting minder speling.
10. Vragen
a. Het risico op loskomen van een kroon of op het ontstaan van
wortelfractuur wordt kleiner geacht als de configuratie cervicaal een
omvatting of ferrule heeft die rondom ten minste 2 mm hoog is en uit
gezond dentine bestaat.
b. Een hulpschouder draagt ook bij aan een betere beoordeling van de
ferrule, de kwaliteit van de resterende restauratie en de preparatiewand.
11. Vragen
a. /
b. Bovenpremolaar buccaal: rechte schouder
Bovenpremolaar palatinaal: lange bevel
Onderpremolaar buccaal: gebevelde schouder
Onderpremolaar linguaal: lange bevel
Bovenpremolaar heeft buccaal een rechte schouder wat zorgt voor een betere esthetiek,
onderpremolaar heeft buccaal een gebevelde schouder wat zorgt voor een betere resistentie.
c. Bij de onderpremolaar is linguaal geen esthetisch belang waardoor het mechanische en
biologische aspect zwaarder weegt. Voor metaal is een lange bevel het meest gunstig en
bovendien is de biologische prijs bij een lange bevel het laagst. Dun uitgewerkt metaal geeft ter
plaatste van de bevel een goede randaansluiting.
d. Niet-dragende knobbel bij 15 is de buccale knobbel. Voor porselein moet meer worden
afgenomen. Door verlaging van de knobbeltop is er een verdiepte transversale curve (curve van
Wilson).
12. Vragen
2
, a. De al aanwezige interocclusale ruimte, het kroonmateriaal/-type (, adhesiefcement/niet-
adhesiefcement en het wel of niet aanwezig zijn van een funderingsrestauratie).
b. Door in eerste instantie markeringsgroeven aan te brengen.
c. De methode is onnauwkeurig aangezien de pfi 49 in verschillende hoeken kan worden gehouden
en niet op fatsoenlijke wijze tussen de elementen geplaatst kan worden. Zou dat laatste wel
kunnen, dan duidt dat meestal al op te veel occlusale afname. Ook kan het instrument niet vanaf
linguaal worden geplaatst.
13. Nee, de voorkeur gaat in die situatie dan uit naar het proberen ‘weg te bevelen’ van de resterende
hulpschouder. De hulpschouder mag in ieder geval niet (onnodig) breed zijn in relatie tot het type element.
14. Nee, er staat dat er nog een hulpschouder resteert. De bevel zou nog verlengd kunnen worden door de
hulpschouder weg te boren. Indien noodzakelijk eindigt de preparatiegrens dan subgingivaal.
15. De groef moet zo lang mogelijk zijn, maar mag geen ‘schade’ aanbrengen aan de bevel. Uitgaande van een
1 mm lange bevel eindigen de maximaal lange retentiegroeven dus op 1 mm van de cervicale outline.
16. Vragen
a. De klinische kroonhoogte is zeer beperkt dus moet gekozen worden voor een kroonmateriaal
waarbij de afname gering is. Metaal zou dan de juiste optie zijn. Het element is verzwakt dus is
het van belang dat de biologische prijs zo laag mogelijk is. Dit duidt op een lange bevel. Metaal
kan ook dun worden uitgewerkt en er is een goede randaansluiting mogelijk.
b. Het element is verzwakt maar esthetiek is heel belangrijk. Vanwege de verzwakking lijkt het
onverstandig een volledig keramische kroon te vervaardigen, daar de afname daarbij vrij groot is.
Vanwege de esthetische wens, zou een metaal-porseleinenkroon het beste alternatief zijn.
Daarbij heeft de gebevelde rechte schouder de voorkeur omdat dun uitgewerkt metaal ter plaatse
van de bevel de beste randaansluiting geeft. Het probleem hierbij is echter dat de kans groot is
dat er, zeker na wat gingivarecessie, een metaalrand zichtbaar wordt. Er zou daarom wellicht
beter gekozen kunnen worden voor een chamfer. De randaansluiting wordt dan wat minder en de
biologische prijs wat hoger, maar het zichtbaar worden van de metaalrand wordt gereduceerd.
c. Bruxisme is een mandibulaire stoornis, de mechanische belasting is groter en er wordt een groter
beroep gedaan op de retentie en resistentie van kronen en bruggen. Bij bruxisme is er grote
mechanische belasting wat leidt tot meer (occlusale) slijtage van antagonisten. In dit geval moet
dus zeker niet gekozen worden voor een kroonmateriaal dat harder is dan glazuur, omdat de kans
op verdere slijtage en fractuur dan worden vergroot. Bovendien is het esthetische aspect bij
element 17 niet echt van belang dus lijkt een metalen kroon de beste optie. Gezien het feit dat
voor metaal gekozen wordt en het element verzwakt is dus de biologische prijs niet te hoog mag
zijn, zal de preparatiegrens een lange bevel zijn.
d. Er is sprake van een brede lachlijn dus de 14 is zichtbaar. Er is sprake van bruxisme dus een
volledig keramische kroon valt af. Er wordt gekozen voor een metaal-porseleinen vensterkroon.
Daarbij mag het porselein alleen buccaal en approximaal worden opgebakken. Met het oog op de
beste randaansluiting zou gekozen moeten worden voor een gebevelde schouder als
preparatiegrens.
e. Er is een grote MOD en er zijn zwakke knobbels, dus het risico op fractuur is groot. Daar komt nog
een ongunstige approximale anatomie bij waardoor de voorkeur uit lijkt te gaan naar een metalen
kroon (het feit dat er sprake is van een MOD geeft indirect al aan dat het niet een frontelement
betreft en esthetiek dus niet van groot belang is). Voor de beste randaansluiting en geringste
biologische prijs zou gekozen kunnen worden voor een lange bevel.
17. Er kan klinisch worden nagegaan of alle geprepareerde gedeelten worden bedekt. Hierbij kan gebruik
gemaakt worden van visuele technieken. De cervicale rand mag hierbij niet te kort of te lang zijn en om dat
te controleren kan een sonde als hulpmiddel worden gebruikt. Wanneer alle geprepareerde gedeelten
worden bedekt en de cervicale rand correct is afgewerkt, wordt het element beschermd.
De stand van het element wordt gehandhaafd indien de TV op correcte wijze contact maakt met de
buurelementen en er goede occlusie- en articulatieverhoudingen zijn. Voor contact kan gebruik gemaakt
3
18. Noodkronen en noodbruggen zijn onderdeel van een normale behandeling en maken geen onderdeel uit van een
noodsituatie.
, worden van dental floss. Voor controle van de occlusie en articulatie kan daarvoor bestemd papier worden
gebruikt.
ZSO A5
2. en 3.
Kronen en bruggen, al dan niet in combinatie met implantaten, moeten alleen worden toegepast als ze
duidelijk en voorspelbaar tot het oplossen van relevante problemen bijdragen.
Algemene factoren die een rol spelen bij een Klinische voorbeelden waar tijdens een PMO op
kroonindicatie kan worden gelet
Het element is niet esthetisch aanvaardbaar Is er suboptimale vormgeving/kleur/stand?
Het element is verzwakt Zijn er micro-of macrofracturen in het betreffende
element of grote restauraties? Is het element
endodontisch behandeld?
Verstoorde functie Hoe is de occlusie/articulatie? Zijn er premature
contacten/occlusiestoornissen?
Er wordt een frameprothese vervaardigd Wat is de staat van de pijlerelementen?
Zeer slechte mondhygiëne Plaquescore, gingivale gezondheid
Trauma van een element (bijv. door een ongeval) Is een element vitaal?
ZSO A7
Door het cellofaan wordt de contour van de tandboog slechts globaal weergegeven en deze situatie is enigszins
vergelijkbaar met de binnenzijde van een individuele kunststof afdruklepel.
Twee fasen twee-staps partiële lepel: de interdentale septa en ondersnijdingen worden uit de afdruk gesneden
om de confectieafdruklepel eenvoudig te kunnen terugplaatsen. Ter plaatse van de configuraties wordt
vervolgens het stugge afdrukmateriaal tot op de afdruklepel weggesneden zodat in de volgende procedurestap
de overmaat aan spuitbaar materiaal via de perforaties kan wegvloeien.
Het succes van een afdruk wordt voornamelijk bepaald door het vrijleggen van de preparatiegrens en het
droogmaken en drooghouden van de configuratie. De methode van verwijding van de sulcus gingivalis en die
van de afdrukmethode wordt als minder belangrijk beschouwd dan het droogmaken en drooghouden.
5. Om vocht te weren en de subgingivale (delen van) configuraties toegankelijk te maken voor het
afdrukmateriaal door de gingiva opzij te duwen.
6. Afhankelijk van het biotype van de gingiva, de diepte van de sulcus gingivalis en de locatie van de
configuratie en de preparatiegrenzen worden een of meer draden aangebracht. Als de gingiva van een dun
en fragiel biotype is, is bij het manipuleren met een draad voorzichtigheid geboden.
7. De verschillende consistenties van het afdrukmateriaal harden gelijktijdig uit en daardoor is de
afdrukprocedure relatief kort. Vanwege het gelijktijdig harden is het zowel bij gebruik van één als van twee
consistenties van het afdrukmateriaal lastig de confectielepel correct te positioneren en tijdens het
hardingsproces te fixeren.
8. Het is – in vergelijking met een volledige afdruklepel – lastig een partiële lepel goed te positioneren op de
tandboog. Wegsnijden van de septa helpt voor een betere fixatie. Gebruik van cellofaan in plaats van
uitsnijden zou fixatie moeilijker maken.
9. Het kost veel tijd om overtollig materiaal weg te snijden.
10. De kroon moet het element tot en met de cervicale preparatiegrens omvatten
11. Door de patiënt te vragen de lepel vast te houden, kunne verschuivingen optreden waardoor geen volledig
negatief ontstaat. De tandarts moet de lepel vasthouden.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vdFemke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.