Algemeen aanvaarde principes
1) Welke zijn de grondslagen waarop iedere boekhouding steunt? (boekhoudkundige
uitgangspunten)
Ondernemingsentiteit
Uitdrukking in geldwaarde
Bestendigheid
Continuïteit
2) Hoe kan men gebeurtenissen vaststellen?
Verantwoordingsstukken
Volledigheid
Niet-compensatie
Toerekenen van opbrengsten en kosten aan de periode
3) Hoe vertaalt men de gebeurtenis? (vaststellen van de waarde van de geregistreerde
gebeurtenissen)
Principe van de individuele waardering
Principe van de voorzichtigheid
Principe van de objectiviteit
Relevantieprincipe
4) Aan welke regels moet de rapportering voldoen?
Principe van de periodiciteit
Principe van de vergelijkbaarheid
Principe van het getrouwe beeld
5) Bespreek het eerste boekhoudkundig uitgangspunt.
Ondernemingsentiteit:
Een boekhouding kan slechts gevoerd worden indien men over een identificeerbaar
object beschikken.
Om de entiteit te definiëren, zijn er verschillende theorieën:
De vermogenstheorie:
Iedere persoon (natuurlijke- of rechtspersoon) heeft slechts één vermogen
Deze theorie is moeilijk toe te passen op de natuurlijke persoon die koopman is.
Deze persoon heeft wel een vermogen, maar dit wordt niet voor handelsdoeleinden
gebruikt
Het Belgisch boekhoudrecht volgt deze theorie niet voor de natuurlijke persoon
Deel 3 Boekhoudrecht 1
, De bevoegdheidstheorie:
Hier wordt een entiteit gedefinieerd vanuit de positie van de eigenaar
Bij de handelsvennootschap stemt dit overeen met de vermogenstheorie
De natuurlijke persoon-koopman daarentegen kan autonoom bepalen welk gedeelte
van zijn vermogen hij gaat bestemmen voor handelsdaden
Deze theorie lost het probleem van de vermogenstheorie op. Namelijk: alleen een
boekhoudkundige registratie opleggen voor handelsverrichtingen
Verenigingen en stichtingen kennen het begrip eigenaar niet
De economische theorie:
Men observeert of er een geheel van middelen bestaat (activa) die aangewend
worden voor het stellen van daden van koophandel
Deze theorie is ook toepasbaar bij de verenigingen en de stichtingen met deze
verruiming dat de aanwending van het vermogen niet enkel beperkt is tot daden van
koophandel maar alle activiteiten omvat
De belangentheorie:
Deze theorie definieert een entiteit vanuit de geïnteresseerde informatievrager
6) Vertel wat meer over artikel 1 van de wet van 17 juli 1975.
Deze wet geeft een opsomming van wat als een onderneming wordt beschouwd:
De natuurlijke personen die koopman zijn
De handelsvennootschappen en de vennootschappen die de rechtsvorm van een
handelsvennootschap hebben aangenomen
De openbare instellingen die een statutaire opdracht vervullen van commerciële,
financiële of industriële aard
De instellingen al dan niet met eigen rechtspersoonlijkheid die, met of zonder
winstoogmerk, een commercieel, financieel of industrieel bedrijf uitoefenen
7) Geef wat meer uitleg over het voorwerp van de boekhouding.
Het voorwerp van de boekhouding wordt binnen de accountancyleer het ‘entiteits’-
principe genoemd. Het omvat de beschrijving en de nauwkeurige omlijning van wat in
de boekhouding opgenomen wordt. (artikel 1, 3 en 11 §1, van de wet van 17 juli
1975)
8) Wie en wanneer moet men consolideren?
Wie? (artikel 116 en 117 van het Wetboek van Vennootschappen)
Handelsvennootschappen naar Belgisch recht
Deel 3 Boekhoudrecht 2
, Vennootschappen naar Belgisch recht die de vorm van een handelsvennootschap
hebben aangenomen
Openbare instellingen met koopman als doel
Wanneer? (artikel 109 en 110 van het Wetboek van Vennootschappen)
Elke moedervennootschap moet een geconsolideerde jaarrekening en jaarverslag
opstellen indien zij alleen of gezamenlijk één of meer dochterondernemingen
controleert
Een consortium moet eveneens een geconsolideerde jaarrekening en een jaarverslag
opstellen (artikel 111 van het Wetboek van Vennootschappen)
9) Wanneer spreekt men van een consortium?
Wanneer de meerderheid van de leden van de raad van bestuur dezelfde zijn.
Voorbeeld:
Bestuurders Nv X Bvba Y Nv Z
A x x
B x x x
C x x
D x
E x
Er is een consortium tussen Nv X en Bvba Y:
Elk heeft 3 bestuurders, waarvan 2 keer dezelfde.
Er is een consortium tussen Nv X en Nv Z:
Elk heeft 3 bestuurders, waarvan 2 keer dezelfde.
Moest Nv X er niet zijn, dan is er geen consortium tussen Bvba Y en Nv Z.
Maar nu hoort Nv X er wel bij, dus er is wel een consortium.
10) Wanneer moet men een geconsolideerde jaarrekening opstellen?
Als de onderneming tezamen met haar dochters en leden van een consortium meer
dan één van de volgende criteria overschrijden:
Jaaromzet, excl. 21% btw = €29.200.000,00
Balanstotaal = €14.600.000,00
Jaargemiddelde van het personeelsbestand = 250 werknemers
11) Kan een moedervennootschap vrijstellingen krijgen? Zoja, leg uit.
Ja, in geval van subconsolidatie (artikel 113 van het Wetboek van Vennootschappen).
Uitzonderingen op de vrijstellingen (artikel 114 en 115 van het Wetboek van
Vennootschappen) worden eveneens toegelicht in het Wetboek van Vennootschappen.
Deel 3 Boekhoudrecht 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Charlotje_xx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.