- Verbale communicatie: communiceren met woorden en/of geluiden, of geschreven.
- Non-verbale communicatie: elke vorm van communiceren zonder woorden, geluiden.
Wat is menselijke interactie?
De manier waarop mensen onderling handelen, op elkaar reageren en elkaar bewust en
onbewust beïnvloeden.
Soorten interactie:
1. Uitwisseling/ sociale ruil: mensen die relaties met elkaar aangaan omdat ze er iets uithalen
2. Samenwerking: meerdere mensen met een gemeenschappelijk doel
3. Conformiteit: gedrag in overeenstemming met het verwachtingspatroon
4. Machtsuitoefeningen: een persoon met een bepaald doel die verplicht is om anderen te
helpen
5. Conflict: mensen met tegenstrijdige doelen of belangen
Factoren die gedrag beïnvloeden
Het menselijk gedrag wordt beïnvloed door interne en externe factoren
Interne factoren:
- Biologische factoren
Factoren binnen het individu, biologisch bepaald of erfelijke, zoals bv geslacht, kleurenblindheid of
een genetische aanleg voor bepaalde ziektes. Ze kunnen ook verworven zijn door de leefstijl of de
omgeving.
- Cognitieve processen
Vermogens of vaardigheden zoals; waarnemen, concentratie, bewustzijn, oriëntatie, geheugen,
intellectueel functioneren (= bepaald wat we kunnen begrijpen), denken, …
1
, - Leerprocessen
Elke keer dat we geconfronteerd worden met iets nieuws leren we daar uit en doen we dus nieuwe
vaardigheden op, dit gebeurt bewust of onbewust.
- Psychodynamische processen
Ontwikkelingsprocessen op geestelijk vlak, spelen zich vaak voortdurend in jezelf af. Door het
achterhalen van gevoelens en behoeften krijg je zelfinzicht en wordt je er bewust van.
Externe factoren:
- Sociaal-culturele factoren
Factoren die met de cultuur en sociale normen en waarden van een land te maken hebben.
Aanleren van gedrag
Er bestaan verschillende leerprocessen of manieren waarop mensen gedrag aanleren:
1. Klassieke conditionering (Pavlov): vorm van leren
Dit gebeurd door een neutrale prikkel te koppelen aan een stimulus die leidt tot een reflex.
Vb; de hond heeft honger, ziet voer en gaat kwijlen
2. Operante conditionering (Skinner)
Proces waarin het gedrag van een mense veranderd als gevolg van de consequenties die dat gedrag
heeft.
Vb; er zit een duif in de kooi, het dier krijgt een tijdje geen voedsel. Dit zorgt ervoor dat het dier
allerlei gedrag zal vertonen, de duif gaat fladderen of rondjes lopen.
3. Leren door observatie (Bandura): leren door na te doen
Het waarnemen van het gedrag van een ander, onthouden daarvan en het op een later moment zelf
uitvoeren.
4. Inzichtelijk leren (Köhler)
Het plots vatten van een nieuw verband tussen de dingen, en zo een probleem oplossen.
2
, Factoren die menselijke interactie beïnvloeden
- Cognitie: kenvermogen en denkvermogen, dus mentale processen, die te maken hebben
met kennis verwerven en informatie begrijpen.
- Context: om te kunnen bepalen wat er gebeurt, moet je inzicht hebben op de context
waarbinnen de interactie plaatsvindt, bepaalde verwachtingen over wat er hoort te
gebeuren en over hoe mensen met elkaar kunnen omgaan.
- Sociale perceptie: het fenomeen dat we onmiddellijk een algemeen beeld vormen van
mensen die we zien/ ontmoeten. We bedenken razendsnel wat voor mensen het zijn, wat ze
voelen en wat ze zullen doen. (vooroordelen).
- Zelfbeeld: het beeld dat je over jezelf hebt, ontstaat in je hoofd door eerder gebeurde
situaties, wat anderen over je zeggen en wat je doet.
Sociale attributietheorie
Wat is attributie?
- Het leggen van rechtstreekse verbanden tussen waargenomen gedrag en persoonlijkheid.
Wat is attributietheorie?
De theorie binnen de psychologie die beschrijft hoe mensen het gedrag van zichzelf/ anderen
koppelen aan oorzaak en gevolg.
Soorten attributie:
- Interne attributie: oorzaak ligt bij jezelf
Vb; ik ben gezakt voor turnen want ik liep niet snel genoeg
- Externe attributie: oorzaak ligt bij iemand anders
Vb; ik heb de bus gemist want deze was te vroeg
Attributiefouten:
1. Fundamentele attributiefout
De neiging om gedragingen van anderen toe te schrijven aan hun persoonlijkheid of karakter.
2. Halo-effect
De neiging om een persoon te beoordelen, gebaseerd op één positief aspect.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavladic. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.