Samenvatting Hoofdstuk 5 uit het basisboek didactiek
1 view 0 purchase
Course
Didactiek basisboek
Institution
Summa College
Book
Nu pedagogisch werk didactiek,communicatie
Hierbij een samenvatting van hoofdstuk 5 uit het basisboek didactiek. Ik heb deze samenvatting gebruikt voor het studeren van mijn kennisexamen en voor mijn toets van didactiek. Ik heb meerdere samenvattingen gemaakt voor het kennisexamen, hopelijk helpen deze bij het studeren voor jouw kennisexame...
Diversiteit = Kinderen en jongeren verschillen in bijvoorbeeld: geslacht, leeftijd,
karakter, culturele achtergrond en gezinssituatie. Maar kinderen en jongeren
verschillen ook in hun ontwikkeling, leermogelijkheden en gedrag.
Opvallend gedrag = Gedrag dat opvalt. Het valt op doordat het afwijkt van het
verwachte gedrag van kinderen en jongeren in bepaalde ontwikkelings- en
leeftijdsfase. Als er sprake is van opvallend gedrag, kijk je wanneer het gedrag
voorkomt, of het gedrag tijdelijk is, het vaker voorkomt of er misschien wel
voortdurend is. Ook bekijk je of het kind of de andere kinderen er last van hebben.
Hieronder staan de meest voorkomende vormen van opvallend gedrag genoemd:
1. Beweeglijk gedrag.
2. Druk gedrag.
3. Opstandig gedrag.
4. Grensoverschrijdend gedrag.
5. Teruggetrokken gedrag.
6. Onverschillig gedrag.
7. Oneerlijk gedrag.
8. Angstig gedrag.
9. Dromerig gedrag.
Beweeglijk gedrag = Beweeglijk gedrag bij kinderen is normaal zeker bij jonge
kinderen die bewegen van nature veel en ze gaan bij het spelen van het een naar het
ander. Ook zijn de meeste jonge kinderen impulsief = ze doen iets zonder daar van te
voren al te veel over na te denken, ze hoppen van het ene naar het andere en leren
in kleine stapjes. Als kinderen de hele dag door continue bewegend en druk bezig zijn
is dit dus een opvallend gedrag namelijk beweeglijk gedrag.
Druk gedrag = Word pas opvallend genoemd als het (vrijwel) altijd aanwezig is, het
storend is voor het kind zelf of voor anderen en als het niet past bij de leeftijdsfase
van het kind.
Kwantitatieve observatie = Bij een kwantitatieve observatie worden door middel van
tellen of meten een numerieke waarde ( in eenheden) toegekend aan een specifiek
grootheid.
Kwalitatieve observatie = Wordt alleen de aan- of afwezigheid van een kind
vastgelegd, de toe- of afname, versnelling of vertraging.
Kenmerken van druk gedrag = Druk gedrag kan allerlei vormen hebben. Een paar
kenmerken van druk gedrag zijn bijvoorbeeld:
1. Onrustig bewegen met handen en voeten, friemelen en heen-en-weer
wiebelen.
2. Moeite hebben om te blijven zitten wanneer dat nodig is.
3. Aan een stuk door praten.
4. Moeite hebben om rustig te spelen.
5. Moeite hebben met het opvolgen van aanwijzingen of opdrachten van anderen.
6. Het verstoren van bezigheden van anderen.
, 7. Niet op de beurt kunnen wachten.
8. Geen gevaar zien.
9. Vaak kleine ongelukjes hebben.
Opstandig gedrag = Je spreekt pas echt van opstandig gedrag als een kind langdurig
boos en opstandig gedrag laat zien. Bij opstandig gedrag duurt je gedrag voor een
langere tijd en andere kinderen lijden eronder. Bij opstandig gedrag lukt het kinderen
vaak niet om zelf uit hun negatieve bui te komen.
Kenmerken van opstandig gedrag = Opstandig gedrag is boos en tegendraads gedrag
dat zich vaak voordoet. Enkele kenmerken van opstandig gedrag zijn:
1. Driftbuien.
2. Vaak ruzie hebben met kinderen en volwassenen.
3. Weigeren om zich te voegen naar regels.
4. Andere irriteren.
5. Prikkelbaar gedrag.
Grensoverschrijdend gedrag = Dit soort gedrag gaat een bepaalde grens over en richt
daarbij schade aan bij de persoon op wie het gedrag gericht is. Dan spreek je van
lichamelijke en geestelijke mishandeling en seksueel misbruik. Grensoverschrijdend
gedrag komt niet alleen voor bij kinderen maar kan ook op andere manieren
plaatsvinden op je werk. Denk aan een medewerker die een kind langdurig plaagt of
een ouder die agressief wordt tijdens een gesprek over zijn of haar kind.
Grensoverschrijdend gedrag gaat nog een stap verder dan dat een kind een jongere
of een ander pijn doet in de vorm van fysiek ( slaan, schoppen, bijten, ongewenst
aanraken) als verbaal zoals pesten en schelden.
Protocol = In de organisatie waar jij werkt heeft als goed is een protocol waarin staat
hoe je dit gedrag zo veel mogelijk voorkomt en wat je moet doen als het toch
gebeurt. Als je grensoverschrijdend gedrag signaleert bespreek dit dan altijd eerst
met je begeleider en bepaal samen hoe je de situatie aanpakt.
Teruggetrokken gedrag = Een verlegen jongen of meisje dat niet vaak iets zei, niet
snel een vinger opstak en misschien ook een beetje afwezig leek. Zij vinden het niet
fijn als alle aandacht op hen gericht is. Als je jongeren ziet dat teruggetrokken gedrag
vertoont, is het wel goed om te kijken of het kind er zelf last van heeft. Extreem
teruggetrokken gedrag kan in de toekomst vervelende gevolgen hebben zoals een
depressie of sociaal isolement. Een kind met teruggetrokken gedrag laat trouwens
niet altijd op alle plekken hetzelfde gedrag zien.
Sociaal isolement = Helemaal afgesloten zijn van de buitenwereld.
Onverschillig gedrag = Als een kind altijd min of meer dezelfde reactie op zijn gezicht
heeft als er wat gebeurt toont hij of zij onverschillig gedrag. Als buitenstaander kun je
dan niet goed zien wat de gebeurtenis met het kind doet. Onverschilligheid kan echt
zijn. Bijvoorbeeld als een kind werkelijk een gebrek heeft aan gevoel. Maar het kan
ook een houding zijn een vorm van verzet. Bij onverschillig gedrag is er zeker een
reden tot zorg als het samengaat met ander negatief gedrag of resultaten op school
die achteruit gaan. Het is dus goed om dit soort gedrag in de gaten te houden.
Oneerlijk gedrag = Wordt pas opvallend als er vaker gelogen word. Sommige
kinderen kunnen leugens zeggen waar een ander geen last van heeft. Maar het kan
ook zijn dat een kind expres dingen zegt die niet waar zijn of dingen doet waar
anderen wel last van hebben. Denk aan liegen, nare opmerkingen maken of dingen
stelen. Als dit soort gedrag niet op tijd word aangepakt kan het gebeuren dat een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinitsadewerd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.