NU Pedagogisch Werk Basisboek Opvoeding en Ontwikkeling leerboek + online
Hierbij een samenvatting van hoofdstuk 8 uit het basisboek van pedagogiek. Ik heb deze samenvatting gebruikt voor het studeren voor het kennisexamen en voor de toets van pedagogiek.
Paragraaf 1: Wat een kind nodig heeft:
Vertrouwensfiguur = Jonge kinderen hebben een vertrouwensfiguur nodig
om zich veilig te voelen. Iemand die ze begrijpt en ze kan sturen.
Relatie opbouwen = Niet alleen ouders bouwen een relatie op met een kind,
als begeleider doe je dat ook.
Onverdeelde aandacht = Een kind kan ook meer vertrouwen in je krijgen als
je het regelmatig onverdeelde aandacht geeft. Dit is aandacht puur om hem
gericht dus echt 1 op 1 aandacht.
Voorspelbaarheid = Voorspelbaarheid is voor jonge kinderen fijn. Vertrouwde
gebeurtenissen geven kinderen een fijn en veilig gevoel.
Grenzen ervaren = Als een kind grenzen ervaart voelt hij zich fijn en vrij
daarbinnen om dingen te gaan verkennen.
Veiligheid = Je zorgt voor veiligheid zodat een kind zich kan ontwikkelen op
een veilige en fijne manier.
Structuur = Je geeft kinderen een veilig gevoel door herkenbaar gedrag te
laten zien en een vaste (herkenbare) volgorde bij activiteiten te hebben.
Hiermee bied je structuur aan.
Eenkennig = Vanuit voorspelbaarheid kan een kind eenkennig worden. Dat
gebeurt meestal rond de 6 maanden.
Hechting = Eenkennigheid is het begin van de hechting. Als een kind zich
veilig voelt bij de verzorger of ouder kan het daar altijd op terugvallen.
Hechtingsrelatie = Als een kind zich veilig kan voelen en die veilige basis kan
een kind gemakkelijker nieuwe situaties aan. Een veilig gehecht kind is
weerbaar en veerkrachtiger dan een onveilig gehecht kind.
4 Hechtingen =
Naam van de hechting: Type kinderen: Percentage:
Onveilig-vermijdend gehecht Type A-kinderen 20%
Veilig gehecht Type B-kinderen 60/70%
Onveilig-afwerend gehecht Type C-kinderen 10%
Onveilig-gedesorganiseerd gehecht Type D-kinderen 15%
Onveilig-vermijdend gehecht = Deze kinderen hebben moeite met relaties
aangaan. Maar het maakt niet uit of de ouders erbij zijn. Deze kinderen
pakken snel de draad op. 20 % type A
Veilig gehecht = Deze kinderen zien balans tussen ondernemend gedrag en
hechtingsgedrag. Veilig gehechte jongeren gaan makkelijker lange en stabiele
relaties aan. Deze kinderen hebben meer zelfvertrouwen en kunnen rust
zoeken bij stressvolle situaties. De kinderen zijn graag bij hun ouders en zijn
ook goed troost baar. 60/70% type B
Onveilig-afwerend gehecht = Deze kinderen hangen veel aan hun
verzorger/ouders. De kinderen gaan snel huilen en worden boos als de ouders
weggaan. De type C-kinderen komen het minst voor. 10%
, Onveilig-gedesorganiseerd gehecht = Bij deze kinderen kan het gebeuren
dat het kind naar de verzorger toe grijpt. Bij deze kinderen geld ook dat
traumatische ervaringen het hechte moeilijker maken. Ook raakt dit type D-
kinderen sneller verslaaft. De type D-kinderen weten niet goed hoe die
moeten reageren. ( 15%)
Interactie = Hoe je op elkaar reageert, kan dus deels het gedrag bepalen van
jou reactie. Dat reageren op elkaar noem je interactie.
Sensitieve responsiviteit = Je herkent dat er iets aan de hand is. Je kunt een
kind goed troosten, complimentjes geven, aanmoedigen, interesse tonen.
Veerkracht = Een kind dat sensitieve responsieve begeleiders heeft,
ontwikkelt veerkracht. Als je veerkrachtig bent, heb je het
doorzettingsvermogen en de flexibiliteit om problemen op te lossen.
Grenzen = Regels en structuur vormen de basis voor een veilige omgeving
voor een kind. Maar de regels en structuur bieden alleen veiligheid als je ook
duidelijk laat zien waar de grenzen liggen.
Belonen en straffen = Belonen werkt bij jongere kinderen beter dan straffen.
Bij negatieve feedback reageren de hersenen van een jong kind tot 8 jaar
bijna niet. Bij positieve feedback is er juist wel veel activiteit in de hersenen.
Hersenen van jonge kinderen zijn dus gevoeliger voor positieve reacties.
Paragraaf 2: Ik ben ik:
Autonoom = Als je het gevoel hebt dat je je eigen keuzes kan maken zonder
daarbij een ander nodig te hebben dan ben je autonoom.
Autonomie = Heeft te maken met het zelfstandig kunnen maken van eigen
keuzes.
Autonomie begeleiden = In het begeleiden van het autonoom worden van
kinderen en jongeren is het belangrijk om ze zichzelf te laten zijn, je vindt het
goed als ze zelf dingen ondernemen en eigen beslissingen nemen.
Participatie = Het is heel belangrijk dat kinderen en jongeren meedoen in de
groep, maar ook in de samenleving. Dat meedoen noem je participatie.
Iedereen mag zijn mening geven en dus meedoen.
Paragraaf 3: Wijs kinderen de weg:
Socialisatie = Het proces waarin kinderen de sociale wereld om zich heen
steeds beter begrijpen en zich aanpassen aan de groep.
Losmakingsproces = Pubers zoeken steun van een groep. Ze zitten in een
fase waarin ze zich proberen los te maken van hun ouders en begeleiders. Ze
willen zelf verantwoordelijk zijn voor de dingen die ze doen en zelfstandig zijn.
Groepsprocessen = Het gedrag van kinderen in de groep en hoe je ze
begeleidt zijn van invloed op het groepsproces. Dus hoe een groep zich
ontwikkeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinitsadewerd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.