Gezondheid: is een toestand van een volledig lichamelijk , geestelijk en maatschappelijk welzijn
en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.
Mondgezondheid: vrij zijn van pijn in de oro-faciale regio, met een positief effect op de algemene
gezondheid en het psychosociaal welzijn.
Een goede mondgezondheid draagt bij aan de levenskwaliteit. De levenskwaliteit is afhankelijk van
pijn. Als we pijn ervaren gaat onze levenskwaliteit achteruit. Het psychosociaal welzijn heeft ook
veel invloed op de levenskwaliteit. In de huidige situatie door corona wordt dit erg beperkt.
Esthetiek heeft ook een grote impact op de levenskwaliteit. Er zijn genoeg mensen die zich
schamen voor het gebit. Dit samen met de gezondheid (pijnvrij, afwezigheid van ziekte) heeft
invloed op de levenskwaliteit.
Oral health related quality of life - een multidimensionale constructie die een weerslag geeft op
de patiënt zijn comfort, terwijl hij eet, slaap of zich mengt in een sociale interactie. Het heeft een
invloed op de zelfwaarde en over zijn voldoening wanneer het aankomt op de mondgezondheid.
Dit is geassocieerd met:
- functionele factoren
- Psychologische factoren
- Ongemakken en/of pijn
In de dagelijkste praktijk is het belangrijk dat deze worden nagegaan. Dit doe je door:
- problemen te identificeren
- Communicatie faciliteren
- Onderliggende problemen proberen nagaan
- Gezamenlijk proberen om klinische beslissingen te overleggen
- Oog hebben voor veranderingen en gedragsveranderingen tijdens een behandeling
Hoofdstuk 1 Cariës management
Ecologie: dynamiek van de wisselwerking tussen organismen met hun levensgemeenschappen
en populaties, de abiotische omgeving en de wisselwerking daartussen binnen een afgebakende
eenheid.
Eenvoudig uitgelegd: In het geval van het ontstaan van cariës gaan bepaalde bacteriën in de
mondholte koolhydraten of suikers fermenteren tot organische zuren die in het geval van melkzuur
gaan resulteren in het oplossen van harde tandweefsel.
Cariës= gevolg van interactie tussen tanden, micro-organismen en speeksel.
Structuur van de tand:
- Glazuur
- dentine
- Pulpa
- Cement
De enamel dentine junction (edj) is de plek waar het glazuur overgaat in het cement.
Tandontwikkeling; melkgebit versus definitief gebit
,Eerste melktand: 6-8 maand
Eerste definitieve tand: tussen 5-6 jaar
Laatste: M3; 18 jaar (wijsheidstand)
Cariës gevoelige plekken:
- melkgebit: approximaal en occlusaal
- Definitief gebit: occlusaal, foramen caecum en later approximaal
- Ouderen: ook worteloppervlakken
Occlusale vlakken
Pitten en fissuren:
- Pitten: fossae
- Fissuren tussen de lobben: intersegmentale fissuren
- Fissuren aan het distale/mesiale kant: margino-segmentale fissuren
- Foramen caecum
Cariës ontwikkelen zich voornamelijk ter hoogte van de brede fissuren en de centrale fossae
Approximale vlakken
- Breedte en locatie van approximaal contact heeft invloed op de cariësontwikkeling. Bij molaren
zijn de approximale vlakken breder en hierdoor meer gevoelig voor cariës.
- Hoe meer concaviteit hoe hoger het risico op cariës.
- Margino-segmentale groeve kan bijdragen aan een ongelijkmatig contact met de aangrenzende
tand.
Cervicale cement glazuurgrens
Patiënten met een gezonde gingiva:
- Gingiva tgv CEJ
- Deze lijn is onregelmatig en ruw, zodat micro-organismen kunnen blijven plakken
Wortels hebben geen macromorfologische structuren waardoor er sneller cariës ontstaan. Maar bij
gingivarecessie is er meer oppervlak vrij, waardoor er ook meer ruimte is voor plaque en cariës
ontwikkeling.
DUS cariës ontwikkelen zich vooral ter hoogte van:
- occlusale vlakken
- Approximale vlakken
- Marginale gingiva
Vorming van glazuur: amelogenesis
Glazuur wordt gevormd door ameloblasten
Vorming gebeurt in drie stappen:
1. Secretoire fase: Ameloblasten scheiden eiwitten af zodanig dat de vorm van de tand
ontwikkelt. Tegelijkertijd wordt een deel van de eiwitten vervangen door een mineraal.
2. Maturatie: grootste deel proteïne wordt vervangen door mineraal (meerjarige fase)
3. Einde amelogenese net voor de doorbraak
Naar mate de mineralisatiegraad hoger is zal de translucentie (doorzichtbaarheid) toenemen.
Chemische samenstelling en structuur van apatiet kristallen
Glazuur heeft een kristallijne structuur.
Gewicht: 96%-97% anorganisch, rest
Volume: 86% anorganisch, 2% organisch, 12% water
,Kristal: solide substantie waarin atomen, moleculen of ionen in een zich herhalend patroon zijn
gerangschikt en dit in de 3 dimensies.
In glazuur zijn de kristallen samengesteld uit calciumfosfaat. De kleinste terugkerende entiteit van
glazuur (pure vorm) is hydroxyapatiet. Ca5(PO4)3(OH)
De kristallen:
- vorm: hexagonale kristallen
- 40 nm
- 100-1000 nm lengte
Op chemisch niveau zijn er verschillende varianten door de substituties van ionen (OH).
- fluoride: FHAP
- Carbonaat- gemodificeerd hydroxyapatiet CHAP
- Magnesium-gemodificeerd hydroxyapatiet MHAP
Oplosbaarheid
In fluorapatiet zijn alle OH- ionen vervangen door F-. Dit is zeer zeldzaam in de mens.
De meest partiële vervanging:
- FHAP<HAP<CHAP
Zeer belangrijk in cariësproces.
De kristallen vormen staafjes of prisma’s (diameter 4-5 micrometer) en zijn van de glazuur-dentine
grens naar landoppervlak georiënteerd. De kristallen lopen grotendeels parallel met de prisma’s.
Chemische compositie en structuur van apatiet kristallen
Interkristallijne ruimtes
- De alliantie van de kristallen is overal identiek behalve aan de periferie; andere richting dan
centraal
- Interkristallijne ruimtes zijn dus perifeer groter (dit noemen we ook wel de interprismatische
ruimtes)
- Ruimtes tussen de staafjes = grotere poriën
Cariësgevoeliger!
Visuele aspecten glazuur:
- Glazuur is doorzichtig
- Goed gemineraliseerd glazuur is translucent. Het onderliggend dentine bepaald de kleur.
- Wanneer het volume van interkristallijne ruimtes vergroot, wordt het licht gescattered en
gereflecteerd waardoor een wittere kleur ontstaat.
- Melktanden zijn poreuzer dan definitieve. (Melktanden bezitten een groter aantal interkristallijne
ruimtes)
Glazuur microscopisch gezien:
- Vertoont ontwikkelingsdefecten (putjes, barstjes)
- Anatomische ruwheden: ‘tome’s process pits)
In deze putjes kunnen micro-organismen schuilen.
Glazuur is het hardste weefsel in het lichaam, maar het is wel oplosbaar in een zuur met een PH
lager dan 5,5. De anorganische component van glazuur bestaat uit HAP, FHAP, CHAP en MHAP
Volgorde oplosbaarheid: FHAP<HAp<CHAP/MHAP
Dentine-pulpa orgaan
, Dentine:
Wordt gemaakt door odontoblasten
- Continue formatie van secundair dentine met reductie van de pulpakamer
- Gewicht: 70% anorganisch, 18% organisch, 12% water
- Anorganisch+ HAP kristallen maar kleiner dan in glazuur
- Organisch= 90% collageen
- Vitaal weefsel, dentine reageert op stimuli door bijvoorbeeld hersteldentine te vormen na
trauma.
Samenstelling van dentine:
- Dentine tubuli (deze bevatten odontoblastenuitlopers)
- Dentine tubuli zijn omgeven door peri-odontoblastische ruimtes
- Peritubulair dentine (vormt zich om de dentinetubuli)
- Intertubulair dentine (vormt zich tussen de verschillende tubuli)
- Graad mineralisatie verschilt binnenin het dentine: hoogste mineralisatie in peritubulair dentine.
De Pulpa
Gewicht: 25% organisch, 75% water
Organisch materiaal bestaat uit:
- Bindweefselcellen
- Vezels (collageen)
- Grondsubstantie (proteoglycanen en fibronectine)
Door de pulpa lopen venen en arteriën. De vasculariteit daalt met de leeftijd door de aanmaak van
secundair dentine
Nervi volgen het verloop van de bloedvaten. Er zitten extensies zenuwvezels samen met
odontoblastenuitlopers in dentine tubuli. Hierdoor voel je pijn.
Cement
Minst gemineraliseerd harde tandweefsel
- Wordt gevormd door cementoblasten
- 65% HAP/FHAP (of andere gemodificeerde HAP)
- Grootste deel van de organische matrix bestaat uit collageen
Speelt rol in aanhechting parodontaal ligament
Vaak abrasie bij oudere personen -> hoger cariësrisico
Hoorcollege 2 18/2
Samenstelling van speeksel
Bestaat voor meer dan 99% uit water. Voor de rest bestaat het uit elektrolyten en organische
componenten (eiwitten, glycoproteïne, enzymen)
- Speeksel wordt geproduceerd door voornamelijk de glandula submandibularis, glandula
sublingualis en de glandula parotis, maar ook door creviculaire vloeistof (bevind zich in de
pocket tussen de tand en de gingiva en serum
Bij ontsteking in de mond verhoogt de hoeveelheid serum en creviculaire vloeistof.
De belangrijkste functies van speeksel:
- Bescherming van mondweefsels
Wordt opgedeeld in 2 systemen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller svovg01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.