Proportioneel > de kosten nemen verhoudingsgewijs net zo sterk toe als de productie
Degressief > de kosten nemen verhoudingsgewijs minder sterk toe dan de productie
Progressief > de kosten nemen verhoudingsgewijs sterker toe dan de productie
Trapsgewijs variabele kosten = kosten die in totaliteit discontinu variëren met de
productieomvang als gevolg van een beperkte deelbaarheid van productiemiddelen; deze
productiemiddelen kunnen echter op korte termijn verkregen of afgestoten worden
Vaste kosten/constante kosten
Het criterium voor vaste kosten is de relatie tussen de hoogte van de kosten en de hoogte van de
productie.
De omvang van de capaciteit is bepalend voor het niveau van de vaste kosten, daarom ook wel
capaciteitskosten genoemd.
Relevant productie-interval = de mogelijke productieomvang voor
de komende periode, die bepaald wordt door de op de korte termijn
geldende capaciteitsgrenzen.
Gedrag van vaste en variabele kosten bij een TOENAME van de productieomvang
Totale kosten Kosten per eenheid
Vaste kosten Blijven gelijk Dalen
Proportioneel variabele kosten Stijgen, stijging lineair Blijven gelijk
Degressief variabele kosten Stijgen, stijging neemt af Dalen
Progressief variabele kosten Stijgen, stijging neemt toe Stijgen
Totale kosten
Hoog-laag methode = methode die de kostenfunctie afleidt uit de hoogte van de kosten bij de
laagste en bij de hoogste productieomvang in een afgelopen periode.
Gemengde kosten = kostensoorten die zowel elementen van vaste als van variabele kosten
bevatten.
,Break-evenanalyse
Break-evenpunt = de afzet of omzet waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale kosten,
waardoor winst noch verlies wordt gemaakt.
Opbrengsten = kosten
TO = TK
p x q = TCK + (v x q)
(p x q) – (v x q) = TCK
(p – v) x q = TCK
BEP = q = TCK/(p - v) oftewel: q = constante kosten / dekkingsbijdrage
*(p - v) = dekkingsbijdrage/contributie
Dekkingsbijdrage = omzet/verkoopprijs - variabele kosten; dit bedrag is beschikbaar ter dekking
van de vaste kosten. Elke eenheid die wordt geproduceerd en verkocht verkleint het verlies met
het verschil tussen de verkoopprijs en de variabele kosten. percentage: uitkomst hierboven /
omzet * 100%
Break-evenanalyse = het onderzoek naar de relatie van omzet, totale kosten en winst met de
productieomvang/afzet en het bepalen van het break-evenpunt. Voor het op eenvoudige wijze
kunnen uitvoeren van een break-evenanalyse dient aan drie uitgangspunten voldaan te worden:
1. Lineariteit van kosten en opbrengsten > anders 2 break-evenpunten
2. Eén soort product > als procentuele dekkingsbijdrage wel steeds hetzelfde is bij andere
producten kan het wel
3. Productie = afzet
Veiligheidsmarge = het percentage waarmee de huidige afzet of omzet maximaal mag afnemen
opdat nog juist geen verlies wordt geleden.
huidige afzet−breakevenafzet
veiligheidsmarge= x 100 %
huidige afzet
werkelijke omzet−breakevenomzet
veiligheidsmarge= x 100 %
werkelijke omzet
, Hefboomwerking van kostenstructuur
= de mate waarin de winst fluctueert als gevoel van veranderingen in de afzet. Hoe hoger het
aandeel van de vaste kosten in de totale kosten, hoe sterker de hefboomwerking.
Profit-volume chart = grafiek die het verband laat zien tussen de hoogte van de afzet en de hoogte
van de winst in een periode, ook wel het verband tussen de winst en de bedrijfsdrukte. Er zijn geen
opbrengsten- en kostenlijnen alleen een winstlijn. Deze winstlijn begint met een verlies ter grootte
van de vaste kosten. De helling van de winstlijn wordt bepaald door de dekkingsbijdrage per
eenheid. Elke toename van de afzet met een product levert een vermindering van het verlies dan
wel een toename van de winst op met het bedrag van de dekkingsbijdrage.
De helling van de winstlijn geeft een indicatie van de hefboomwerking van de kostenstructuur. Hoe
steiler de winstlijn, hoe groter de invloed van een afzetverandering op de winst en hoe risicovoller
de onderneming is.
Indifferentiepunt = het productievolume waarbij het uit kostenoverwegingen niet uitmaakt welk(e)
productiemiddel/-methode wordt gebruikt.
toename totale vaste kosten
indifferentiepunt=
besparing variabele kosten per product
Besparing variabele kosten per product = oude variabele kosten per product – nieuwe variabele kosten per product
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyariens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.42. You're not tied to anything after your purchase.