Summary
Klein vaarbewijs 1 summary
- Course
- Institution
In this summary everything that you need is explained and summarized and with pictures to elaborate
[Show more]
Seller
Follow
pepci
Content preview
Wettelijke bepalingenScheepvaartreglementen in Nederland
De scheepvaartverkeerswet : Basiswet voor scheepvaartverkeer op binnenwateren
Scheepvaartreglementen : Er zijn er zeven
● BPR (BinnenvaartPolitieReglement)
● RPR (RijnvaartPolitieReglement)
Op de beroepsvaart gericht. Het heeft betrekking op druk bevaren
hoofdvaarwegen die onze grote havens met het Duitse achterland
verbinden.
De vijf wateren zijn:
1. Boven-Rijn
2. Waal (tot vlak voor Gorinchem)
3. Pannerdensch Kanaal
4. Neder-Rijn
5. Lek (tot Krimpen a/d Lek)
Van de volgende 5 Scheepvaartreglementen moet u alleen weten in welk gebied ze van toepassing
zijn.
● SRKGT (ScheepvaartReglement Kanaal Gent-Terneuzen)
Op het Nederlandse gedeelte van het Kanaal van Gent naar Terneuzen geldt het
Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen (SRKGT).
Hoewel de Oostbuiten- en Westbuitenhaven van Terneuzen in open verbinding staan met de
Westerschelde, geldt ook daar nog het SRKGT. Buiten de havenhoofden geldt het
Scheepvaartreglement Westerschelde (SRW).
● SRW (ScheepvaartReglement Westerschelde)
Op de gehele Westerschelde geldt het SRW.
● BVA (Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op zee)
De internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee zijn geregeld in de BVA.
Deze bepalingen zijn van toepassing op alle schepen op volle zee. Maar daarnaast ook op alle wateren
die daarmee in verbinding staan en die bevaarbaar zijn voor zeegaande schepen, zoals de Eems en
de Dollard.
● SRE (ScheepvaartReglement Eemsmonding)
In het Nederlandse en het Duitse deel van het Eems–Dollard-gebied geldt het Scheepvaartreglement
Eemsmonding (SRE).
Hoewel de BVA ook op de Eems en Dollard geldt, bevat het SRE aanvullingen op en afwijkingen van
de BVA.
, ● SRGM (ScheepvaartReglement Gemeenschappelijke Maas)
Het SRGM is van toepassing op het Zuid-Limburgse deel van de Maas dat zowel op
Belgisch als op Nederlands grondgebied ligt. Waar de Maas in dit grensgebied tussen
België en Nederland bevaarbaar is, wordt aangegeven met een dikke doorgetrokken lijn.
In het zuidelijke gedeelte is de Maas in dit grensgebied tot Eijsden bevaarbaar.
Tussen Stevensweert en Ohé en Laak loopt de grens tussen België en Nederland door
het midden van de Maas. Daar geldt het SRGM. Ten zuiden van Ohé en Laak is de
Maas onbevaarbaar.
Het licht paarse gedeelte op de waterkaart geeft aan dat voor snelle motorboten overdag
geen snelheidsbeperking geldt.
Ten noorden van Stevensweert richting Wessem, Roermond en verder naar het noorden
geldt het Binnenvaartpolitiereglement (BPR).
In Maasbracht en op het Julianakanaal naar Maastricht geldt ook het
Binnenvaartpolitiereglement (BPR)
De Noord
Een zeer drukke scheepvaartroute tussen Dordrecht en Rotterdam. De Noord valt onder het BPR.
Bruinisse
Vaart u op het Kanaal van Gent naar Terneuzen (pijl 1) via de Westerschelde
(pijl 2), Kanaal door Zuid-Beveland (pijl 3), Oosterschelde (pijl 4) en Mastgat
(pijl 5) naar Bruinisse, dan heeft u onderweg met drie verschillende
reglementen te maken.
1. Het SRKGT. Dit reglement geldt vanaf de grens met België tot en met
de Oostbuitenhaven van Terneuzen.
2. Zodra u buiten de havenhoofden van de Oostbuitenhaven van
Terneuzen vaart, heeft u te maken met het SRW.
3. Vanaf het Kanaal door Zuid-Beveland, Oosterschelde en Mastgat tot
Bruinisse geldt het BPR (pijl 3 t/m 5).
,Soorten schepen
KLEINE EN GROTE SCHEPEN
Een klein schip heeft een lengte van minder dan 20 meter. Een groot schip heeft een lengte van 20
meter of meer. Als de onderstaande schepen een lengte hebben van minder dan 20 meter, worden ze
toch beschouwd als een groot schip (als in het blijft een ‘schip’, maar rechten van groot schip.
● Passagiersschip (schip wat meer dan 12 passagiers vervoeren)
Het moet overdag een gele ruit voeren, en ‘s nachts een geel rondomschijnend licht.
● Veerpont
Een veerpont mag bij vertrek, keren of oversteken van het vaarwater medewerking verlangen van
een groot schip. Het wordt aangegeven met een bord en een niet vrijvarende veerpont, zoals een
kabel-, ketting- of gierpont, wordt aangegeven door eenzelfde bord, maar dan met een witte
horizontale streep eronder.
● Vissersschip
● Schip dat een groot schip sleept, duwt of langszij vastgemaakt meevoert.
Een motorschip dat een groot schip sleept, voert overdag een gele sleepcilinder met aan de boven-
en onderkant een zwarte en witte band. 's Nachts voert het op het voorschip als extra verlichting
twee witte toplichten onder elkaar. Een gesleept groot schip voert overdag een gele bol, 's nachts
een rondomschijnend wit licht.
● Duwbak (Is geschikt om te worden geduwd en heeft meestal een vlakke achtersteven)
Kortom: in het BPR valt een klein motorschip alleen onder de rechten van een groot schip als het echt bezig
is met het slepen van een groot schip.
ZEILSCHIP
Een zeilschip is een schip dat uitsluitend door middel van zeilen wordt
voortbewogen. Het mag een motor stand-by hebben. Zolang de motor niet gebruikt
wordt, is er sprake van een zeilschip.
Als er gezeild wordt en tegelijkertijd gebruik gemaakt wordt van een buitenboord- of
binnenboordmotor, is er sprake van een motorschip. Het moet dan overdag een zwarte
kegel met de punt naar beneden voeren. Die moet zo hoog mogelijk worden
opgehangen, daar waar de zwarte kegel het best gezien kan worden.
SNELLE MOTORBOOT
Voor een snelle motorboot is het vaarbewijs verplicht. Het is een klein schip dat bij gebruikmaking van
zijn mechanische middelen tot voortbeweging sneller kan dan 20 km per uur t.o.v. het water.
Er zijn twee manieren om de snelheid te meten.
1. Gps. Hiermee wordt de snelheid ten opzichte van de bodem gemeten. Dit is de werkelijke
snelheid.
2. Met een log. Hiermee wordt de snelheid van het langsstromende water onder het schip
gemeten. Dit is de snelheid ten opzichte van het water.
, Jetski’s en andere typen waterscooters vallen onder een 'snelle motorboot'. Een waterscooter is
gebouwd om door één of meer personen skiënd door het water te worden voortbewogen. Op een jetski
kunnen geen personen achterop zitten. Een jetski wordt meestal staand gestuurd.
Op een snelle motorboot moet onder andere het registratiebewijs aanwezig zijn. U kunt dat met uw
persoons-, boot- en motorgegevens aanvragen bij een door de minister aangewezen instantie. Die
instantie is de Rijksdienst voor het Wegverkeer, de RDW. Het registratieteken moet aan weerszijden
van het schip aangebracht zijn en sterk afwijken van de ondergrondkleur. De letters en cijfers moeten
een bepaalde dikte, hoogte en breedte hebben. De maten worden door de RDW aangegeven. Op
waterscooters en jetski's zijn de letters en cijfers iets kleiner dan op een speedboot.
Inrichting
De volgende eisen worden gesteld aan de inrichting van een snelle motorboot.
● Een motor onderbrekingsknop en een dodemanskoord met dodemansknop. Het
dodemanskoord is een koord dat om de pols of het been van de bestuurder gedragen moet
worden. Bij het verlaten van de stuurstand of bij het overboord vallen van de bestuurder wordt
een stekker uit de motor onderbrekingsknop op het dashboard getrokken. Hierdoor stopt de
motor en komt de boot tot stilstand.
De bestuurder is verplicht om het dodemanskoord om de pols of het been te dragen. Het
dodemanskoord is niet verplicht op een snelle motorboot met kajuit. Een bootkap of cabriolet
valt niet daaronder.
● Aan boord van een snelle motorboot moet voor iedere opvarende een reddingsvest onder
handbereik aanwezig zijn.
Op een waterscooter en een jetski moeten de bestuurder en zijn passagiers altijd een
reddingsvest dragen. Als op een snelle motorboot vanuit een gesloten binnenbesturing staand
gestuurd wordt, hoeft de bestuurder geen reddingsvest te dragen.
Het grote verschil tussen een zwemvest en een reddingsvest is, dat een reddingsvest u bij te
water raken automatisch op uw rug zal draaien. Een zwemvest is slechts een hulp drijfmiddel
dat geen zelfoprichtend vermogen heeft. Als u bewusteloos bent zult u verdrinken.
Bij een controle aan boord van een snelle motorboot wordt een zwemvest niet geaccepteerd.
Ook een drijfkussen wordt niet als reddingsmiddel gezien.
● Er moet minimaal een deugdelijke brandblusser van ten minste 2 kg inhoud aanwezig zijn.
● De inrichting van het schip en van de motor moet zodanig zijn, dat gevaar voor brand of
ontploffing en hinder voor de omgeving door rook, damp of walm worden voorkomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pepci. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.49. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
75632 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now