Exam (elaborations)
Oefententamen arbeidsrecht meerkeuzevragen
- Course
- Institution
15 vragen en antwoorden van het meerkeuze-oefententamen zoals besproken op het werkcollege van arbeidsrecht.
[Show more]
1 review
By: pleunvandijk68 • 2 year ago
Seller
Follow
marlonvandernat
Reviews received
Content preview
VragenVraag 1
Een collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten tussen:
A. Eén of meer werknemersverenigingen en twee of meer werkgevers(verenigingen)
B. Eén of meer werkgevers(verenigingen) en één of meer werknemersverenigingen
C. Twee of meer werknemers en één of meer werkgevers.
D. Twee of meer werkgevers en één of meer werknemersverenigingen
Vraag 2
Thera, student rechten, is sinds 1 december 2012 via uitzendbureau Manpower werkzaam bij
Van Zoonen Advocaten in Goirle. Zij verricht daar werkzaamheden als secretaresse van mr.
Kanalles. Tot haar vreugde kan zij na het behalen van haar bachelor rechtsgeleerdheid in
december 2013, bij hetzelfde advocatenkantoor blijven werken in de functie van juridisch
medewerker. Zij krijgt per januari 2014 een contract voor de duur van één jaar. In het
contract staat dat de overeenkomst op 31 december 2014 zal eindigen tenzij partijen
verleningen overeenkomen. Thera herinnert zich de colleges Arbeidsrecht en twijfelt aan de
juistheid van de contractsbepaling. Wat geldt ten aanzien van de rechtspositie van Thera op 31
december 2014?
A. Het arbeidscontract moet worden opgezegd.
B. het arbeidscontract moet worden opgezegd, maar toestemming van het UWV Werkbedrijf
is niet vereist.
C. Het arbeidscontract moet worden opgezegd, maar een opzegtermijn behoeft niet in acht te
worden genomen.
D. Het arbeidscontract eindigt van rechtswege.
Vraag 3
Sandra, 25 jaar, is tijdens haar werk verlief geworden op haar leidinggevende Klaas de Haan.
Een affectie die niet wederzijds is. Toch blijft zij haar leidinggevende lastigvallen. Het begon
met ‘lieve woordjes’, maar daarna volgden pikante sms’jes en mailtjes. Diverse malen heeft
Klaas haar aangesproken op haar gedrag. Sandra heeft toen beterschap beloofd, maar hield dat
slechts twee weken vol. Toen Sandra Klaas een keer probeerde te zoenen was de maat vol. De
werkgever wendt zich tot de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met Sandra te
ontbinden wegens dringende reden. De kantonrechter honoreert het verzoek en ontbindt de
arbeidsovereenkomst op grond van een dringende reden.
Welke stelling is juist?
A. De kantonrechter mag aan (één van) beide partijen, zo hem dit billijk voorkomt, een
vergoeding conform de kantonrechtsformule toekennen.
B. De kantonrechter mag aan de werkgever, zo hem dit billijk voorkomt, een vergoeding
conform de kantonrechtersformule toekennen.
C. De kantonrechter mag aan geen van beide partijen een vergoeding conform de
kantonrechtersformule toekennen.
D. De kantonrechter mag aan Sandra, zo hem dit billijk voorkomt, een vergoeding conform de
kantonrechtersformule toekennen.
,Vraag 4
Volgens berichtgeving gaat de vakcentrale FNV acties voorbereiden tegen de manier waarop
het kabinet extra bezuinigingen gaat doorvoeren ten koste van de koopkracht van de
werknemers. De vakcentrale heeft daarvoor samen met de aangesloten FNV-bonden een
actiecomité ingesteld. Het actiecomité begint dinsdag met het voorbereiden van acties op
lokaal, regionaal en landelijk niveau. Stel dat het actiecomité acties in het openbaar vervoer
gaat uitvoeren en dat het NS-personeel gehoor geeft aan een oproep tot het neerleggen van het
werk en ‘langzaamaanacties’ met als gevolg dat treinen (gedeeltelijk) niet kunnen rijden.
Wat is dienaangaande juist:
A. De werkstaking valt niet onder art. 6 lid 4 ESH, omdat in dit geval sprake is van een
staking gericht tegen de overheid.
B. De werkstaking valt wel onder art. 6 lid 4 ESH, en de NS nemen op grond van het NS-
arrest van de HR de positie van een ‘derde’ ex. art. G ESH in.
C. De werkstaking valt wel onder art. 6 lid 4 ESH, mits reizigers niet worden gedupeerd en
derhalve alternatief vervoer (bijv. bussen) wordt geregeld.
D. De werkstaking valt wel onder art. 6 lid 4, maar op grond van het NS-arrest geldt dit niet
voor de langzaamaanacties.
Vraag 5
Stel dat de vakbond FNV oproept tot het neerleggen van werk en ‘laagzaamaanacties’ bij de
NS met als gevolg dat de treinen (gedeeltelijk) niet kunnen rijden. Niet alle werknemers van
de NS geven echter gehoor aan de oproep tot acties. Een deel van het personeel dat wel wil
werken, krijgt te horen dat dit niet mogelijk is. De NS besluit het loon van alle werknemers,
zowel van degene die aan de acties meedoen als van het personeel dat werkwillig is, in te
houden. Welke stelling ten aanzien van de werkstaking en de langzaamaanactie is juist?
A. De werkwillige werknemers hebben op de dagen dat zij door de actie niet kunnen werken
op grond van art. 7:628 lid 1 BW recht op doorbetaling van het normale loon.
B. De stakende werknemers noch de werkwilligen hebben recht op loon.
C. Op grond van het NS-arrest kan de NS alleen ten aanzien van de actievoerders een
loonkorting opleggen.
D. De stakende werknemers hebben geen recht op loon; de werkwilligen hebben recht op een
gedeelte van het loon.
Vraag 6
Petra (28 jaar oud) is werkzaam als buschauffeur. Ze heeft een arbeidsovereenkomst voor
onbepaalde tijd. Sinds 1 mei 2009 werkt zij 32 uur per week. Petra houdt van paardrijden en
tijdens de weekenden neemt zij deel aan spring- en dressuurwedstrijden. Tijdens een van deze
wedstrijden op zondag 5 mei 2013 gaat het mis. Het paard schrikt voor de laatste hindernis en
Petra komt ongelukkig ten val. Petra houdt een beenbreuk aan het ongeval over en moet lang
revalideren. Pas op 1 mei 2014 is zij volledig hersteld.
Van 5 mei tot aan de datum van herstel (1 januari 2014) heeft Petra:
A. Recht op doorbetaling van het loon ex. art. 7:629 BW, omdat ze niet in staat is de
bedongen arbeid te verrichten.
B. Recht op uitbetaling van ziekengeld op grond van ZW, omdat een werkgever bij dit soort
ongevallen niet gehouden is om het loon ex. art. 7:629 door te betalen.
C. Geen recht op loon, omdat hier sprake is van opzet als bedoel in art. 7:629 lid 3 onder a
BW
, D. Geen recht op doorbetaling van loon ex. art. 7:629, omdat het ongeval niet tijdens het werk
heeft plaatsgevonden.
Vraag 7
Wat is NIET juist?
A. Onder direct onderscheid op grond van geslacht wordt mede verstaan onderscheid op
grond van zwangerschap.
B. Onder direct onderscheid op grond van geslacht wordt mede verstaan enige vorm van
fysiek gedrag met een seksuele bedoeling.
C. Er is sprake van een vermoeden van indirecte discriminatie op grond van geslacht indien
een bepaalde regel een veel groter aantal vrouwen dan mannen treft.
D. Directe discriminatie op grond van geslacht is toegestaan indien het gemaakte onderscheid
object kan worden gerechtvaardigd.
Vraag 8
Wat is juist? Als een ondernemingsraad weigert in te stemmen met een instemmingsplichtig
besluit.
A. Kan in sommige gevallen vervangende toestemming door de kantonrechter worden
verleend.
B. Kan in sommige gevallen vervangende toestemming door de Ondernemingskamer van het
Hof te Amsterdam worden verleend.
C. Kan in sommige gevallen vervangende toestemming door de bedrijfscommissie worden
verleend.
D. Heeft de ondernemer dit besluit te respecteren en zal hij zich hierbij moeten neerleggen.
Vraag 9
Een bouwvakker (45 jaar oud) zit sinds 10 januari 2012 ziek thuis vanwege ernstige
rugklachten. In december 2013 wordt hij gekeurd met het oog op eventuele uitkering op grond
van de Wet WIA. Hierbij wordt vastgesteld dat de bouwvakker met andere algemeen
geaccepteerde arbeid per maand nog €1800 kan verdienen. Dat is heel wat minder dan de
€3000 die hij verdiende voordat hij last kreeg van zijn rug. De uitslag van de keuring betekent
dat de bouwvakker:
A. Geen recht heeft op een uitkering van de Wet WIA, omdat hij niet volledig en duurzaam
arbeidsongeschikt is.
B. Recht heeft op een IVA-uitkering, omdat de wachttijd met ingang van 10 januari 2014 zal
verstrijken.
C. Geen recht heeft op een uitkering van de Wet WIA, omdat hij minder dan 35%
arbeidsongeschikt is.
D. Recht heeft op een WGA-uitkering van de Wet WIA, omdat hij gedeeltelijk
arbeidsongeschikt is.
Vraag 10
Werknemer X pleegt veel privé-telefoontjes en privé-mails tijdens het werk. Kan de
werkgever hier actie op ondernemen?
A. Ja, maar alleen als het in de CAO staat vermeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marlonvandernat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
70055 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now