100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Volledige samenvatting probleem 3 'Is it that simple?' blok 2.1 Biologische determinanten Pedagogische wetenschappen (inclusief verhelderende voorbeelden en de toepassingsopdracht))$3.30
Add to cart
Volledige samenvatting probleem 3 'Is it that simple?' blok 2.1 Biologische determinanten Pedagogische wetenschappen (inclusief verhelderende voorbeelden en de toepassingsopdracht))
14 views 0 purchase
Course
2.1 Biologische Determinanten
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
In dit document staat probleem 3 'Is it that simple?' uitgewerkt van het blok 2.1 Biologische determinanten. Het document is bruikbaar voor de nabespreking van probleem 3 en is verhelderend omdat er ook veel voorbeelden in staan om de stof te verduidelijken. Verder bestaat het bestand uit drie grot...
Samenvatting probleem 3 - Is it that simple?
1.Wat is de anatomie van het zenuwstelsel?
Het zenuwstelsel bestaat uit:
1. Het centrale zenuwstelsel
- De hersenen
- Het ruggenmerg / de ruggengraat (spinal cord)
- Zenuwen (motorische en sensorische zenuwen die zijn
verspreid over het gehele lichaam en in de hersenen)
2. Het perifere zenuwstelsel
- Ruggenmerg
- Perifere ganglia / zenuwknoop
➢ Het autonome zenuwstelsel: focust op de interne omgeving en de werking van
verschillende organen. Regelt alle onbewuste processen zoals; ademhaling,
bloeddruk, hartslag, stofwisseling. Dit gebeurt onbewust. Klaarmaken voor (fysieke)
actie en kunnen we slechts indirect beïnvloeden.
Bestaat uit → Neuronen die informatie ontvangen en verzenden naar het hart,
darmen en andere organen.
- Afferente zenuwen (toevoerend): zenuw naar centrale zenuwstelsel (of ander
lichaamsonderdeel) toe.
Voorbeeld; sensorische zenuwen leiden impulsen naar het centrale zenuwstelsel.
Ezelsbruggetje; Afferent = aankomst van impulsen in centrale zenuwstelsel. Naar
Centraal zenuwstelsel.
- Efferente zenuwen (afvoerend): zenuw van ander lichaamsonderdeel af. Het
verzenden van impulsen van hersenen naar de spieren.
Voorbeeld; motorische zenuwen leiden impuls van hersenen naar de spieren.
Ezelsbruggetje; Effererent = Weg van centrale zenuwstelsel.
1. Het sympathische zenuwstelsel = zenuwcellen die de organen klaarmaken voor
activiteit. Overleven (vluchten, vechten, presteren) met de stof ADRENALINE (er
ontstaat actie)
Bestaat uit → ketens van ganglia (=axons in ketting verbonden met het
ruggenmerg). Sympatische axonen bereiden de organen voor op vechten of
vluchten, verhogen de hartslag en verminderen de spijsvertering.
2. Het parasympatische zenuwstelsel = craniale zenuwcellen die zorgen voor niet-
urgente reacties, verlaagd de hartslag, versnelt spijsvertering en bespaart
energie met de andere processen. Herstel, opbouw en rust. Herstel is belangrijk
als parasympatische zenuwstelsel actief is.
Bestaat uit → ganglia (=preganglionische axonen strekken zich uit van het
ruggenmerg tot parasympatische ganglia dichtbij elk inwendig orgaan. De
kortere postganglionische vezels gaan naar de organen zelf en maken de
neurotransmitter acethylcholine).
Het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel hebben een tegenovergestelde werking van
elkaar. Inspanning/rust (in balans). Ze zijn beide constant en in verschillende maten actief. De
systemen worden opgewekt.
, Beide systemen bestaan alleen uit → Efferente zenuwen.
Voorbeeld: het gevolg van langdurige stress is dat het sympatische zenuwstelsel te vaak en te lang
wordt ingeschakeld. De systemen raken uit balans omdat er onvoldoende tegenwicht is en je
stressysteem wordt overbelast en er ontstaan stressklachten.
Voorbeeld; het effect van medicijnen. Omdat de twee systemen (sympatische zenuwstelsel &
parasympatische zenuwstelsel) verschillende zenders gebruiken, prikkelen of remmen bepaalde
medicijnen het ene of het andere systeem . Zo oefenen vrij verkrijgbare verkoudheidsremedies de
meeste effecten uit door parasympathische activiteit te blokkeren of de sympathische activiteit te
verhogen.
➢ Het somatische zenuwstelsel: focust op externe omgeving waardoor je bewegingen
worden aangestuurd. Dit gebeurt bewust.
Bestaat uit → de axons die boodschappen versturen van de sensorische organen
(huid, skelet, spieren) naar het centrale zenuwstelsel & van het centrale zenuwstelsel
terug naar de spieren door motorneuronen.
- Zenuwen (motorische en sensorische zenuwen die zijn verspreid over het gehele lichaam
en in de hersenen)
Termen die richting geven aan het zenuwstelsel
Vraag; kunnen wij dit ook toepasen op dieren?
Tip; Houd rekening met verschil tussen mens en dier wat betreft de positie van de hersenen. De
hersenen staan anders ten opzichte van het ruggenmerg.
- Neuraxis: de getrokken lijn door het midden van de lengte van het centrale zenuwstelsel.
Bij de mens van de onderkant ruggenmerg tot bovenkant hersenen.
- Anterior: het gedeelte van het centrale zenuwstelsel dichtbij/tegen de hoofdkant.
- Posterior: het gedeelte van het centrale zenuwstelsel dichtbij/tegen de achterkant (onder de
voeten).
- Rostraal: naar de snavel, lang de neuraxis naar de voorkant van het gezicht.
- Caudaal: naar de staart, langs de neuraxis weg van de voorkant van het gezicht.
- Dorsal: naar de rug toe, centrale zenuwstelsel naar de bovenkant van het hoofd of rug.
- Ventral: naar de buik, centrale zenuwstelsel naar de onderkant van de schedel of het
vooroppervlak van het lichaam.
- Medial: naar het midden van het lichaam.
- Lateral: naar de buitenkant van het lichaam.
- Ipsilateriaal: bevindt zich aan dezelfde kant van het lichaam.
- Contralateraal: bevindt zich aan de andere kant van het lichaam.
- Dwarsdoorsnede: plak loodrecht op neuraxis genomen.
- Frontale sectie: snede door de hersenen parralel aan het voorhoofd.
- Horizontale doorsnede: snede door de hersenen parallel aan de grond.
- Sagittale sectie: snede door de hersenen parralel aan de neuraxis en loodrecht op de grond.
- Sagittaal middenvlak: verdeelt de hersenen in twee symetrische helften.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukopschoor99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.