Neurologische stoornissen bij kinderen
1 Het zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel = hersenen en ruggenmerg
Perifeer zenuwstelsel = alle andere neurologische structuren
Ook de ogen, oren, smaakpapillen, geurreceptoren en sensorische receptoren in huid, gewrichten,
spieren… zijn deel van het zenuwstelsel.
2 Wat kan het zenuwstelsel beschadigen?
Oorzaken beschadiging:
• Hersen of ruggenmergletsels of tumoren
• Cervicale spondylose
• Carpaal tunnel syndroom
• Perifere neuropathie
Functionele stoornissen:
• Hoofdpijn
• Epilepsie
1
, • Draaierigheid
• Neuralgie
Degeneratie: (minder bij kinderen)
• Parkinson
• MS
• ALS
• Huntington
• Alzheimer
Bij aandoeningen als deze is het een evenwicht vinden tussen evidence based handelen en zonder
evidence omdat de doelgroep te klein is/ethisch onverantwoord om te testen.
4 Perifere zenuwen
Dysfuncties van een perifere zenuwen kunnen komen van
schade aan elk deel van de zenuw (of meerdere delen):
• Cellichaam
• Axon (= deel dat boodschap stuurt)
• Myeline schede (= membraan dat axon omvat, als
isolatie om de prikkel snel te kunnen laten gaan)
4.1 Neuromusculaire junctie
Neuromusculaire junctie = chemische synaps gevormd door het contact tussen een motor neuron en
een spiervezel → signaal transmissie
4.2 Spierschade
→ spierdystrofieën: probleem in de spier zelf maar worden mee onder de categorie
neuromotorische beperkingen.
2
,5 Types, topografie en classificaties
Waarom een classificatie maken?
• Een gedeelde taal gebruiken is duidelijker
• Prognose en predictie
• Evaluatie van behandeling
• Standaardisatie
• Research
Het is dus handig, betrouwbaar en kan helpen bij het maken van een keuze.
6 Tekens en klinische symptomen
Bij kinderen zie je vaak secundaire problemen zoals
spierverkortingen. Deze kunnen dan weer tertiaire symptomen
(compensaties) als gevolg hebben. Het onderscheid is
belangrijk want heeft een grote invloed op de behandeling.
3
, Stoornissen in het centrale zenuwstelsel
1 Hersenen
EXAMEN: je krijgt verschillende pathologieën → weet waar ze in de hersenen veroorzaakt worden.
1.1 Cerebral palsy
(= vroegere Little disease)
1.1.1 Definitie
Cerebral palsy (=CP) = een gekende neurologische ontwikkelingsstoornis die begint in de vroege
kindertijd en blijft voor de rest van het leven en verandert niet meer (het is niet progressief). Het
beïnvloedt beweging en houding. Het komt door een defect of laesie in tijdens de ontwikkeling van
het immature brein.
CP is een parapluterm die een groep van aandoeningen van non-progressieve, maar vaak
veranderend, motorische beperking syndromen secundair aan laesies of anomalieën van de
hersenen die opkomen in de vroege stadia van ontwikkeling.
→ het is een groep van permanente aandoeningen van de ontwikkeling van beweging en houding,
wat leidt tot activiteitsbeperkingen en die komen door non-progressieve storingen in de ontwikkeling
van het ontwikkelende brein. De motorische stoornissen gaan vaak gepaard met gevoelsstoornissen,
perceptie, cognitie, communicatie en gedrag, door epilepsie en secundair MSK problemen (treden
zonder preventie steeds op).
Het is geen etiologische diagnose maar een klinische. Het heeft zowel een zeer heterogene etiologie
als een heterogeen klinisch beeld.
Wanneer de ziekte opkomt is belangrijk voor het RIZIV → moet jonger dan 2 jaar zijn bij diagnose
(anders moet er veel verantwoording van een arts komen). Wanneer het pas later optreedt, merk je
dit ook aan het klinische beeld omdat dit wat anders is.
1.1.2 Incidentie
CP is het meest voorkomende motorisch defect: 2-3 kinderen per 1000 levende geboortes. Er is
geen verandering in prevalentie ondanks betere geneeskunde → overleving van meer premature
kinderen. Jongens 1,2-1,4x meer dan meisjes.
Wat weet men over de oorzaak?
• Geslachtshormonen beïnvloeden de ontwikkeling van de hersenen
• Veranderingen in geslachtsafhankelijke mechanismen in hersencel necrose/apoptose
• Mannelijk brein is kwetsbaarder voor witte stof letsels en interaventriculaire bloedingen
1.1.3 Oorzaken en pathogenese
CP heeft veel verschillende oorzaken. Het is dan ook een klinische diagnose en geen etiologische.
Verschillende mechanismen en manifestaties kunnen apart voorkomen, maar meestal is er meer dan
1 mechanisme die aan de oorzaak ligt.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JBtns. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.28. You're not tied to anything after your purchase.