Onderzoeksveld van ontwikkelingspsychologie
Bestuderen van ontwikkelingsprocessen
Focus op de wetenschappelijke studie van systematische processen van:
- Verandering
- Stabiliteit
Onderzoek ontwikkelingspsychologie toepasbaar op verschillende werkvlakken:
- Onderwijs
- Opvoeding
- Gezondheid
- Sociale politiek
Vb: onderzoek tussen het hebben van honger en schoolprestatie (Hoyland, Dye en
Lawton)
- Uitkomst: kinderen die met honger naar school gaan halen lagere cijfers en hebben
meer emotionele gedragsproblemen dan kinderen die zonder honger naar school
gaan.
- Effect is vooral te zien in achtergestelde milieus
- Oplossing = ontbijtprogramma’s
Verschil vroeger en nu
Vroeger:
- Focus op babyjaren
- Ontwikkeling positief
Nu:
- Life-span development = van womb to tomb (van baarmoeder naar graf)
- Ontwikkeling zowel positief als negatief
Meer onderwerpen toegevoegd aan onderzoek
Drie grote domeinen ontwikkelingspsychologie:
1. Lichamelijke ontwikkeling: groei lichaam en brein -> bestuderen van verandering in
sensorische capaciteiten, motorische vaardigheden en gezondheid
2. Cognitieve ontwikkeling: patronen van verandering in mentale vaardigheden, zoals:
leren, aandacht, geheugen, taal, denken, redeneren en creativiteit
3. Psychosociale ontwikkeling: patronen van verandering in emoties, persoonlijkheid
en sociale relaties
Deze domeinen worden apart besproken, maar zijn toch erg met elkaar verbonden.
1
,Het onderverdelen van levensloop in verschillende periode is een sociale constructie
- Het is een uitvinding van een bepaalde cultuur of gemeenschap
- Concept van kinderjaren kan dus per cultuur verschillen
- Ook concept adolescentie kan per cultuur verschillen -> uitgevonden tijdens
industrialisatie samenleving
Verschillende perioden leven
1. Prenatale periode (van conceptie tot geboorte)
- Totstandkoming van organen en structuren, snelle lichamelijke groei, hoge
kwetsbaarheid voor omgevingsinvloeden
- Vaardigheden om te leren, te onthouden en te reageren op sensorische stimuli
- Foetus reageert op stem van moeder en ontwikkelt voorkeur voor dit geluid
2. Baby en peutertijd (van 0 tot 3)
- Hersenen worden complexer en zijn erg gevoelig voor omgevingsinvloeden
- Snelle ontwikkeling van fysieke groei en motorische vaardigheden
- Snelle ontwikkeling van begrip en gebruik van gesproken taal
- Ontwikkeling van zelfbewustzijn, verschuiving van afhankelijkheid naar autonomie
- Interesse in leeftijdsgenoten en hechting opvoeders
3. Vroege kindertijd (van 3 tot 6)
- Groei is stabiel
- Fijne en grove motorische vaardigheden verbeteren, fysieke kracht neemt toe
- Denken is egocentrisch, besef van perspectief van anderen groeit
- Onlogische opvattingen over de wereld vanwege cognitieve onvolwassenheid
- Verbetering van geheugen en taal, ontwikkeling van genderidentiteit, meer
fantasie in spelen
- Altruïsme, agressie en gebrek aan angst
- Familie is belangrijkste wat betreft sociaal leven
4. Midden kindertijd (van 6 tot 11)
- Egocentrisme neemt af
- Kinderen beginnen logischer en meer concreet te denken
- Zelfconcept wordt complexer en beïnvloedt het gevoel van eigenwaarde
- Leeftijdsgenoten belangrijker in sociale leven
- Kracht en atletische vaardigheden nemen toe
5. Jong volwassenheid (van 20 tot 40)
- Fysieke conditie bereikt een hoogtepunt
- Keuze van levensstijl heeft invloed op gezondheid
- Gedachten en morele beoordelingsprocessen nemen toe in complexiteit
- Keuze opleiding
- Persoonlijkheidstrekken zijn redelijk stabiel
6. Midden volwassenheid (van 40 tot 60)
- Lichte afname sensorische vaardigheden, gezondheid en kracht
- Bij vrouwen overgang
- Mentale vaardigheden bereiken hoogtepunt
- Grote onderlinge verscheidenheid
- Kinderen verlaten ouderlijk huis
7. Late volwassenheid (van 65 tot overlijden)
- Gezondheid en fysieke vermogen nemen af
2
, - Afname reactiesnelheid
- Flexibele strategieën ontwikkelen om te kunnen omgaan met het verlies van
functies en de naderende dood.
Discussie nature VS nurture
- Nature = erfelijkheid
- Nurture = omgeving
Tegenwoordig beide invloeden even belangrijk: het rijpingsproces van het zowel
structuren in de hersenen als het volwassen worden van het lichaam speelt een
belangrijke rol bij de ontwikkeling
Verschillende contexten van ontwikkeling
1. Familie -> grootte samenstelling gezin en de houding ten opzichte van het kind
- Kerngezin = gezin dat enkel uit de ouders en kinderen bestaat
- Uitgebreide familie = bestaat uit meerdere generaties -> wordt steeds
gebruikelijker redenen
1. Latere leeftijd trouwen
2. Aantal immigranten toegenomen
3. Mensen worden ouder
2. Sociaaleconomische status (SES) -> bestaat uit:
1. Inkomen
2. Opleidingsniveau
3. beroep
- Kinderen die in armoede leven hebben een vergrote kans op het ontwikkelen van
emotionele en gedragsproblemen en hebben een grotere kans op verslechterde
cognitieve ontwikkeling in schoolprestaties. -> oorzaak lage sociale steun
- Kinderen met een hoge SES vormen ook een risicogroep, namelijk altijd gepusht
worden om goede te presteren kan leiden tot angst en stemmingsstoornissen
3. Cultuur/ ras/ etniciteit
- Cultuur = totale manier van leven van een gemeenschap of groep, inclusief:
tradities, normen, waarden en taal. -> allemaal aangeleerd door ouder aan
kinderen
- Etnische groep = groep die verenigd is door voorouders, ras, geloof, taal en
natuurlijke oorsprong
- Ras = geen wetenschappelijke definitie en is ook niet meetbaar -> is een sociale
constructie
Twee types normatieve invloeden:
1. Normatieve leeftijd gerelateerde invloeden = in grote mate gelijk voor bepaalde
leeftijdsgroep
- Rijpingsprocessen -> goed voorspelbaar
- Sociale gebeurtenissen -> flexibel en gevarieerd
2. Normatieve historie gerelateerde invloeden = zijn significante gebeurtenissen die
het gedrag en de houding van een complete historische generatie bepalen
Non-normatieve invloeden = zijn ongewone gebeurtenissen die een grote invloed hebben
op het leven van een individu
3
, - Mensen ontwikkelen vaak hun eigen non-normatieve levensgebeurtenissen door
bepaalde keuzes te maken
Lorenz (1957)
Imprinting = dieren en mensen beschikken over een bepaalde predispositie voor
leren. -> deze predispositie houdt in dat een organisme gedurende een korte periode
in staat is om bepaalde informatie tot zich te nemen.
Kritieke periode = een specifieke tijdsperiode waarin een bepaalde gebeurtenis, of
het uitblijven hiervan, van grote invloed kan zijn op verdere ontwikkeling. -> staat
vast en is onomkeerbaar
Vb: leren van taal
- Meisje Genie, wolvenkind
Veel discussie over kritieke periodes
- Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat het biologische en neurologische
domein van een organisme erg plastisch is.
Liever gebruikmaken van de term gevoelige periode.
Baltes (1987): 6 sleutelprincipes met betrekking tot de ontwikkeling van de levensloop:
1. Ontwikkeling is levenslang
2. Ontwikkeling betekent zowel winst als verlies van functies en vaardigheden
3. Relatieve invloeden van cultuur en biologie veranderen gedurende levensloop
4. Ontwikkeling betekent een verandering van bronnen
5. Ontwikkeling laat plasticiteit
6. Ontwikkeling wordt beïnvloed door historische en culturele context.
Hoofdstuk 2
Theorie = een set van logische, aan elkaar gerelateerde concepten of beweringen die het
begrip ontwikkeling proberen te beschrijven, te verklaren en te voorspellen welk gedrag op
zal treden onder bepaalde voorwaarden.
- Organiseren en leggen data uit
- Verband theorie en onderzoek -> opstellen hypothese
Alleen onderzoek kan aantonen of een theorie klopt of niet
Manier waarop wetenschappers ontwikkeling verklaren is gebaseerd op twee problemen:
1. Ontwikkeling actief of passief
Passief
- Locke: ziet de mens als een tabula rasa
- Kinderen zijn spons die alle ervaringen om zich heen opzuigt en wordt
gevormd door de ontvangen input
- Mechanistisch model = mensen worden gezien als machines die reageren
op input vanuit de omgeving
- Kwantitatieve veranderingen
Actief
- Rousseau: ziet mens als noble savages
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller riannekisjes1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.