Vaste activa = bewijzen gedurende langere tijd (meer dan een jaar) hun diensten aan de
onderneming. Bijvoorbeeld een bedrijfsgebouw.
Vlottende activa = ontstaan en gaan teniet binnen een jaar. Bijvoorbeeld vorderingen op afnemers.
Ook afnemers aan wie al geleverd zijn, maar nog niet betaald hebben, vallen hieronder.
Eigen vermogen = vermogen dat beschikbaar is gesteld door de eigenaren van een onderneming.
Bijvoorbeeld spaargeld of aandelen en emissies.
Kenmerkend is dat het voor onbepaalde tijd ter beschikking van de onderneming is gesteld, er is
geen eindpunt. De beloning voor het ter beschikking stellen van eigenvermogen is de winst. Deze is
afhankelijk van allerlei onzekerheden die gepaard gaan met het opereren in de markt, daarom wordt
het eigen vermogen ook wel risicodragend vermogen genoemd.
Vreemd vermogen = ter beschikking gesteld door schuldeisers. Het is een tijdelijk vermogen; er is
een afspraak over terug betaling. Veelal vaste rente, dus niet afhankelijk van de prestatie van de
onderneming. Het is een risicomijdend vermogen.
Eigen vermogen Vreemd vermogen
Ter beschikking gesteld door Eigenaren Schuldeisers
Duur terbeschikkingstelling Onbepaalde tijd Tijdelijk
Vergoeding Afhankelijk van winst Normaliter vast
Karakter Risicodragend Risicomijdend
Activa = productiemiddelen waarin de onderneming in geïnvesteerd heeft.
Passiva = de manier waarop deze investeringen gefinancierd zijn. De Balans
,Winst- en verliesrekening = verklaring waarom het vermogen gedaald of gestegen is.
Winst = toename eigen vermogen over een bepaalde periode.
Resultaten rekening = opbrengsten / kosten confrontaties. Hiermee kan de winst geanalyseerd
worden door te kijken naar de opbrengsten en kosten van een periode.
De opbrengsten in een periode hoeven niet samen te vallen met de ontvangsten. Het kan dus zijn
dat een onderneming in december een product verkoopt, maar de debiteur het bedrag pas in
januari betaald.
De kosten in een periode zijn eveneens niet automatisch gelijk aan de uitgaven. Bijvoorbeeld de
afschrijvingen: de uitgave van het productiemiddel vindt plaats op het moment van aanschaf, de
kosten worden geboekt in de jaren dat het productiemiddel wordt gebruikt en daardoor aan waarde
verliest.
Aflossingen op vreemd vermogen worden niet in de resultaten opgenomen, want ze leiden niet tot
veranderingen van het eigen vermogen. De afname van de activa weegt op tegen de aflossing van de
even grote afname van het vreemd vermogen.
Mutatie in een periode = ontvangsten – uitgaven.
Drie factoren die leiden tot verschillen tussen de kasmutatie en de winst:
Afschrijvingen
Voorzieningen
Rechtstreekse vermogensmutaties
Om de jaarlijkse afschrijvingen te maken moet een schatting gemaakt worden van de levensduur, de
restwaarde en de afschrijvingsmethode moet gekozen worden.
Afschrijvingsmethoden:
Lineaire afschrijving = elke periode wordt hetzelfde bedrag afgeschreven. Er wordt van uit
gegaan dat de machine ieder jaar hetzelfde nut oplevert voor de onderneming.
Degressieve afschrijving = de machine levert in de eerste jaren meer nut op dan in de latere
jaren. Afschrijvingen zijn in de begin jaren hoger dan in de latere jaren. Er zijn twee
methoden om dit te bereiken:
, o Sum-of-the-years-digitmethode = ieder jaar krijgt een wegingsfactor en op basis van
die wegingsfactor wordt er afgelost.
o Boekwaardemethode = er wordt een vast percentage van de boekwaarde
afgeschreven. Boekwaarde is de waarde na aftrek van de afschrijvingen die in
eerdere jaren gepleegd zin. Het percentage wordt meestal afgesteld op het dubbele
van het percentage dat bij lineaire afschrijvingen zou zijn gebruikt.
Afschrijving op basis van gebruik = de jaarlijkse afschrijvingen liggen niet van te voren vast,
maar zijn afhankelijk van de bezetting van de machine in de gebruiksjaren.
Voorzieningen = dienen gevormd te worden in geval van mogelijke toekomstige verplichtingen die
zich als gevolg van de bedrijfsuitvoering in de afgelopen jaren kunnen voordoen. Door het vormen
van een voorziening worden kosten in de resultaten opgenomen omdat een eventuele betaling
plaatsvindt.
De voorziening is een schatting en zorgt dus voor een subjectief element in d3e winst bepaling.
Hierdoor kan de winst naar boven of beneden worden bijgesteld door overdreven optimistische of
pessimistische schattingen bij het vaststellen van voorzieningen.
Creative accounting = het in de externe verslaggeving rooskleuriger voorstellen van de positie van
de onderneming. Er wordt hier vaak gebruik gemaakt van voorzieningen.
Rechtstreekse vermogensmutaties
Resultatenrekening balans
Privéstorting Geen invloed Toename eigenvermogen
Privéonttrekking Geen invloed Afname eigen vermogen
eigenvermogen bij het MKB = spaarpot van de onderneming
privéstortingen en privéonttrekkingen komen niet voor op de resultaten rekening omdat ze niet
voortvloeien uit bedrijfsactiviteiten maar het gevolg zijn van vermogensverschuivingen.
Voorziening = balanspost die mogelijke toekomstige verplichtingen weergeeft die zich kunnen
voordoen als gevolg van de bedrijfsuitoefening in het afgelopen jaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Slasaus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.