100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting In Balans - Bedrijfseconomie in balans VWO Theorieboek 1, ISBN: 9789462871854 Bedrijfseconomie $10.40
Add to cart

Summary

Samenvatting In Balans - Bedrijfseconomie in balans VWO Theorieboek 1, ISBN: 9789462871854 Bedrijfseconomie

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

In deze samenvatting wordt het hele boek behandeld, super handig om te gebruiken bij bv je examens. in deze samenvatting zitten handige tricks en verwijzingen naar belangrijke opdrachten uit het boek.

Preview 4 out of 98  pages

  • No
  • H1 tm h23
  • August 3, 2021
  • 98
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
BECO
VWO
Alle aantekeningen van deel 1

,September 2020




Domein A: Basisvaardigheden
H1: Bedrijfseconomie

§1: Bedrijfseconomie en maatschappij

Bij bedrijfseconomie gaat het over het gedrag van individuele ondernemingen.
Dit gedrag kent veel overeenkomsten met het gedrag van verenigingen en stichtingen.
Daarnaast kom je ook bij je eigen gedrag in aanraking met vragen die ondernemingen zich ook stellen,
bijvoorbeeld:
- hoe houd ik ontvangsten en uitgaven in evenwicht?
- moet ik een auto kopen of leasen?
- ga ik daarvoor sparen of ga ik lenen?
Je gebruikt dus zelf ook voortdurend bedrijfseconomische technieken!

§2: Personen, ondernemers en organisaties.

Er zijn 2 soorten organisaties:
1)Commerciële organisaties/profitorganisaties:
Organisaties die als doel hebben: het streven naar winst
Vb: ondernemingen/bedrijven

2)Niet-commerciële organisaties/non-profitorganisaties (NCO’s):
Organisaties die niet naar winst streven, maar naar een ander doel
Het doel is afhankelijk van de soort niet-commerciële organisatie
Vb school: goed onderwijs en/of veel geslaagden
Bij NCO’s kan je denken aan de meeste verenigingen en stichtingen.

Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen bereiken.

Rechtsvorm:
Onder de rechtsvorm van een organisatie verstaan we de juridische vorm van een organisatie. In de wet
kan je dan dus o.a. terugvinden wie de leiding heeft in de organisatie en wie verantwoordelijk is voor de
schulden van de organisatie.


Voor commerciële organisaties zijn o.a. de volgende rechtsvormen mogelijk:
-eenmanszaak: één eigenaar, hoofdelijke aansprakelijkheid
-vennootschap onder firma (VOF): twee of meer eigenaren die samenwerken onder een
gemeenschappelijke naam, iedere eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk
-besloten vennootschap (BV): bezit rechtspersoonlijkheid en is dus een rechtspersoon
-naamloze vennootschap (NV): bezit ook rechtspersoonlijkheid en is dus ook een rechtspersoon.

2

,Voor niet-commerciële organisaties/NCO’s zijn o.a. de volgende rechtsvormen mogelijk:
-vereniging, heeft leden en een bestuur, contributies als inkomstenbron
-stichting, heeft geen leden en dus geen contributies als inkomstenbron, maar heeft wel een bestuur

Hoofdelijke aansprakelijkheid:
de eigenaar is aansprakelijk voor alle verplichtingen/schulden van de organisatie, ook met het privé-
vermogen.




Rechtspersoonlijkheid:
Bij organisaties met rechtspersoonlijkheid is alleen de organisatie aanspraken voor alle
verplichtingen/schulden van de organisatie. Ondernemingsvermogen en privé-vermogen zijn hier dus
gescheiden. Dit soort organisaties noemen we rechtspersonen. De organisaties hebben dus zelfstandig
rechten en plichten. De eigenaren zijn alleen aansprakelijk voor het bedrag dat ze in de organisatie hebben
ingebracht.

Management
Het totale takenpakket van de managers (leidinggevenden) noemen we management.
Taken:
-het bepalen van de doelstellingen
-het plannen (gedetailleerde uitwerking van doelstellingen)
-het organiseren
-het geven van leiding
-het controleren (maakt bijsturing mogelijk)

Soorten doelstellingen:
- strategische doelstellingen-> lange-termijn doelen
- tactische doelstellingen-> invulling en uitwerking van strategische doelen, looptijd 2 tot 5 jaar
(middellange-termijn)
- operationele doelstellingen-> invulling en uitwerking van tactische doelen, korte-termijn

Doelstellingen moeten duidelijk (concreet), acceptabel (redelijk), haalbaar (realistisch) en niet-strijdig
(consistent) zijn.

§3: Communicatie, onderzoek en informatie

Communiceren is het uitwisselen van gegevens tussen een zender en een ontvanger.
Omdat de overdracht van gegevens en informatie een doorlopend proces is, spreken we van
informatiestromen. Een informatiesysteem is gericht op het verzamelen, verwerken en verstrekken van
gegevens om te kunnen voorzien in de informatiebehoeften.
Gegevens worden pas informatie als de gegevens de kennis van de ontvanger vergroten.

Welke eisen worden er gesteld aan informatie?
- Moet betrouwbaar zijn (juist en volledig)
- Moet relevant zijn (nuttig)
- Moet tijdig zijn (op het juiste moment)

Welke soorten informatie zijn er?
3

, - Beslissingsinformatie
- Verantwoordingsinformatie
- Feedbackinformatie (teruggekoppelde informatie)




H2: Basisrekenvaardigheden

§1: Procenten en promillages

Als je een percentage van een getal/bedrag moet berekenen kan je gebruik maken van
de 1%-truc: Bereken eerst 1% van het getal/bedrag, dan kan je daarna ieder % berekenen.
Voorbeeld:
Bereken 5,5% van 600
Oplossing: eerst 1% berekenen: 600/100 = 6, daarna 5,5 x 6 = 33

Als je een promillage van een getal/bedrag moet berekenen kan je op dezelfde manier gebruik maken van
de 1‰-truc: Bereken eerst 1‰ van het getal, dan kan je daarna ieder ‰ berekenen. Voorbeeld:
Bereken 3‰ van € 150.000,-
Oplossing: eerst 1‰ berekenen: € 150.000/1.000 = € 150,-, daarna 3 x € 150 = € 450,-


Het verband tussen inkoopprijs en verkoopprijs:
Inkoopprijs
Brutowinst +
Verkoopprijs

Let op:
- als de brutowinst een % is van de inkoopprijs dan stel je de inkoopprijs gelijk aan 100%
Voorbeeld: stel dat de inkoopprijs € 10 is en de brutowinst 40% is van de inkoopprijs, dan krijg
je:
inkoopprijs 10 100%
brutowinst 4 40% van 10 +
verkoopprijs 14 140%

- als de brutowinst een percentage van de verkoopprijs is dan stel je de verkoopprijs gelijk aan
100% Voorbeeld: stel de verkoopprijs is € 20 en de brutowinst is 25% van de verkoopprijs, dan
krijg je:
inkoopprijs 15 75% van 20
brutowinst 5 25% van 20 +
verkoopprijs 20 100%

Berekening van de nettowinst:
- in een regel: Nettowinst = Brutowinst – bedrijfskosten
- in schemavorm:
Omzet (afzet x verkoopprijs)
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 619399. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48072 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$10.40
  • (0)
Add to cart
Added