Literatuur:
Alexander Rosenberg (2012), Philosophy of social science, fourth edition.
1
, MdH93
Aantekeningen Colleges
Hoorcollege 1 – H1 & H2
Wat is filosofie?
Zij zorgen voor het verhelderen van begrippen, betekenissen en ambivalenties. Daarnaast evalueren
ze. Ze bedenken standpunten, redeneervormen en alternatieve argumenten. Filosofen zijn rationeel.
Filosofen proberen alles op een rationele manier te doen. Zij bedenken wanneer een standpunt
rechtvaardig is. Denkt na over logica en geeft kritiek. Logica heeft een aantal uitgangspunten
waardoor je tot een bepaalde uitkomst komt. Er bestaan verschillende soorten logica. Filosofen
beredeneren welke soorten logica geldig zijn.
Filosofie is geen openbaringskennis, het zijn wel feiten en waarden, het is reëel en niet
empirisch. Ontologie is de theorie van “het zijnde”, de theorie van wat er is. Is het iets wat echt
bestaat of iets wat we bedenken? Epistemologie is kennistheorie. Dit vraagt zich af wat kennis is.
Waarom filosofie van de SW?
Alle wetenschap maakt gebruik van begrippen en theorieën. Als je er goed over nadenkt is het
ongelofelijk lastig om precies vast te stellen wat de begrippen betekenen. Het begrip wordt vaak
gebruikt in de definitie van het begrip. Eigenlijk zit er in alles wat we in de wetenschap beschrijven
een theorie.
Bij zowel het gebruik van begrippen als theorieën zijn vooronderstellingen verwerkt. Dit leidt
tot oneindige regressie. Verhelderen, evalueren en rechtvaardigen van vooronderstellingen kan niet
(louter) empirisch. Vooronderstellingen gaan vooraf aan de ervaring.
Verder hebben SW te maken met normatieve vragen. Waarden spelen een (belangrijke) rol in
het leven van mensen, onderzoeksethiek en professionele ethiek. Daarnaast maken SW
epistemologische claims. Zowel over wetenschappelijkheid van SW kennis als over de grenzen van
SW. Deze grenzen hebben het demarcatieprobleem. Dit is het probleem, wat is wetenschappelijke
kennis en wat niet én wat valt onder de ene wetenschap en wat onder de ander.
Twee alternatieve posities over SW
Epistemologische posities:
- Naturalisme: volgens de natuurwetenschap
- interpretatie: volgens de geesteswetenschap
Naturalisme: gaan empirisch te werk, proberen verklarend te zijn, proberen dingen waar te nemen
en causale verbanden te vinden.
2
, MdH93
Interpretatie: betekenissen spelen een belangrijke rol in het sociale leven. Ook empirisch, haalt
informatie uit de werkelijkheid. Probeert te begrijpen welke betekenissen mensen toekennen aan
iets. Probeert te begrijpen waarom bepaalde handelingen worden uitgevoerd.
Opvattingen resulteren in een bepaalde methodologie.
Naturalisme: empirisch, verklarend, causaal, toetsend
Interpretatie: empirisch, begrijpend, betekenis/motieven
Vooruitgang en voorspelling
De basisposities hebben kritiek op elkaar.
In de NW is er een opbouw van kennis. Omdat er in NW vooruitgang is kunnen er voorspellingen
gemaakt worden. Een voorspelling is het omgekeerde van een verklaring. Een voorspelling
veronderstelt wetten en causaliteit.
Wetten en causaliteit
Wetten zijn analytisch, universeel en onverandelijk. Daarom zijn ze nodig voor juiste voorspellingen.
Causalteit vereist algemene wetten. Causaliteit geeft het verband tussen oorzaak en gevolg weer.
Hume had kritiek, hij vond dat causaliteit niet waarneembaar was waardoor je geen wet kunt
vaststellen. Er is slechts een associatie van een herhaalde waarneming van opeenvolging. Het
verband maken we met ons verstand waardoor je niet van causaliteit kunt spreken. Hume had
probleem van causaliteit ontdekt.
In de statistiek wordt er bij een herhaalde waarneming van opeenvolging in voldoende mate
gesproken van een causaal verband. Statistiek is de maximale manier waarop je causaliteit kunt
proberen te vinden.
Logisch positivisme
Wiener Kreis is een groep LP’ers. Zij vroegen zich af wat de logica was van wetenschappelijke kennis.
Zij hadden kritiek op de geesteswetenschap. Ze hadden vooral kritiek op metafysica van de
geesteswetenschappen. LP zijn naturalistisch.
Verificatiecriterium: betekenis van een uitspraak wordt gevormd door empirische
waarheidscondities. Elke uitspraak moet je toetsen aan de empirie, in de wetenschap. Alle uitspraken
moeten empirisch gefundeerd kunnen worden. Alle wetenschappelijke uitspraken zijn empirisch
betekenisvol, andere geen wetenschappelijke uitspraak.
Probleem hierbij is dat er algemene natuurwetten bij betrokken worden. Onvoldoende mate
moeten uitspraken bevestigd worden, want kan niet zuiver empirisch zijn. Begin van het einde van
logisch positivisme. Inductie: beperkt aantal waarnemingen leidt tot algemene regel. Wetenschap
werkt inductief. (deductief: uit een algemene regel leidt je een specifiek geval af, alle mensen zijn
sterfelijk, socrates is een sterfelijk, dus het is een mens.
Waarom logisch en positivisme?
Logisch want je moet volgens de logica uit je theorie toetsbare hypothesen afleiden.
Modus ponens als mens dan sterfelijk. (andersom kan niet!) p q
Modus tollens: dit is niet sterfelijk dus geen mens. Niet p niet q
Positief want gebaseerd op positieve waarnemingen = empirisch
Deductief-nomologisch model
Model
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MdH93. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.