100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting Familiaal vermogensrecht: Relatievermogensrecht (boek 1) $8.12   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting Familiaal vermogensrecht: Relatievermogensrecht (boek 1)

1 review
 182 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting Familiaal vermogensrecht: BOEK 1, Relatievermogensrecht. Deze samenvatting omvat de uitgetypte slides, aangevuld met het boek. Afwisselend bulletpoints en uitgeschreven tekst. Vak gedoceerd door prof. E. Alofs, T. Wuyts en E. Goosens. gedurende het academiejaar .

Preview 4 out of 89  pages

  • Yes
  • August 4, 2021
  • 89
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: molkens_els • 2 year ago

avatar-seller
JANUARI 2021
RELATIEVERMOGENSRECHT



RELATIEVORMEN, RELATIERECHT EN RELATIEVERMOGENSRECHT

Deel I – Relatievormen
Drie wettelijke vormen van samenwonen erkend door het Belgisch burgerlijk recht:

¬ Huwelijk
¬ Wettelijk samenwoning
¬ Feitelijke samenwoning

Onder samenwonen wordt hier begrepen:

¬ Onder eenzelfde dak wonen
¬ Gezamenlijke huishouding voeren
o Kosten delen, onderlinge solidariteit vertonen
¬ Twee personen die doelbewust gekozen hebben om samen te wonen. Met een affectieve
relatie met het oog een duurzame levensgemeenschap te vormen.



I. Huwelijk
Het huwelijk is hedendaags nog steeds de meest omkaderde samenwoningsvorm in het Belgisch
recht. Echter is ze met de jaren minder en minder populair. Jaarlijks worden er evenveel wettelijke
samenwoningen afgelegd als huwelijken. Het aantal feitelijk samenwoners is alsook in opmars.

¬ Enige vorm in 1804
o Huwelijk vormde de hoeksteen van de samenleving. De wetgever ging ervan uit dat
alles binnen het huwelijk moest plaatsvinden.
o Men moest huwen om te mogen samenwonen, kinderen te hebben, …
o Buitenhuwelijkse samenwoningsvormen werden met afkeer toegekeken
¬ Dominante vorm tot 20ste eeuw
¬ Plechtige rechtshandeling
o Aangifte, wachttermijn, ja-woord geven voor ambtenaar van burgerlijke stand,
openbare ceremonie
o Huwelijk kan niet zomaar worden beëindigd, rechter is verplicht tussen te komen
¬ Verregaande rechtsgevolgen
o Automatisch en verplicht
o Primair en secundair huwelijksstelsel
¬ Ontwikkelingen: homohuwelijk (2003), loskoppeling van verticale relaties (opvoedingskader)
o Vandaag niet meer de hoeksteen van de samenleving
o Vroeger was afstamming gevolg van het huwelijk
> Kind geboren binnen het huwelijk was wettelijk; buiten het huwelijk was
natuurlijk; uit overspelige relatie was overspelig kind; uit incest was
bloedschennig kind
o Het openstellen van het huwelijk aan twee mensen van hetzelfde geslacht geeft
juridische erkenning aan de relatie, los van het feit of het koppel samen kinderen
heeft of niet.




P a g e 1 | 89

, JANUARI 2021
RELATIEVERMOGENSRECHT

II. Wettelijke samenwoning
¬ Ingevoerd in 1998 als ‘minihuwelijk’
o In werking getreden op 1 januari 2000
o Uit de parlementaire voorbereiding zou men kunnen afleiden dat men op dat ogenblik
nog niet klaar was om het huwelijk open te stellen aan paren van gelijk geslacht.
Wettelijk samenwonen was een eerste stap.
o Er bestond op dat ogenblik ook een zekere behoefte om van het huwelijk af te stappen
om over te schakelen op alternatieve wettelijk omkaderde samenlevingsvormen.
¬ Veel minder ‘plechtig’
o Kan bij wijze van een eenvoudige verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand
worden aangegaan.
o Geen wachttermijn, geen meerdere verschijningen voor de ambtenaar, …
¬ Sterke evolutie naar steeds meer gelijkstelling met gehuwden, toch blijven er zeer belangrijke
verschillen
o Het GWH oordeelde eerst dat de wettelijke samenwoning niet meer dan enkele
vermogensrechtelijke gevolgen tot stand bracht. Nadien zag ze het als een uiting van
het gezinsleven waardoor meer gevolgen van het huwelijk ook moesten beginnen
gelden voor de wettelijke samenwoning, bijvoorbeeld in het kader van de adoptie.
Later nog, oordeelde ze dat je zelf koos of je huwde of wettelijk samenwoonde
waardoor je maar moest accepteren welke rechtsgevolgen hiermee teweeggebracht
werden, verregaand (huwelijk) of niet (wettelijk samenwonen).
> De tendens om het huwelijk gelijk te gaan stellen aan het wettelijk
samenwonen werd met de tijd verlaten.
¬ Opvallend: ook tussen nauwe verwanten
o Beperkt tot twee personen, maar deze mogen evengoed bloedverwanten zijn; broer
en vader, twee zussen, tante en nicht, …



III. Feitelijke samenwoning
¬ Tot eind de jaren ’70 ongeoorloofd (“het concubinaat”)
o Alle afspraken die in het kader van een feitelijke samenwoning zouden gemaakt
worden zouden in strijd worden bevonden met de openbare orde en de goede zede
¬ Geen formele verbintenis, wel een realiteit
¬ Soms wel rekening mee gehouden in het recht (aanknoping feitelijke realiteit, bv.
socialezekerheidsrecht: kinderbijslag)
¬ Evolutie in familierechtelijke rechtspraak
o Ontwikkelingen om meer en meer met de realiteit rekening te houden aangezien dit
anders tot zeer onbillijke situaties zou kunnen lijden.

a. Vrije keuze (wetgever) <-> realiteit en wilsgebrek van de liefde
Aan de ene kant stelt men stelselmatig (de wetgever is hier heel consequent in) dat het je eigen keuze
was om feitelijk samen te wonen. Dan moet u hier de gevolgen maar van dragen. Aan de andere kant
is er de realiteit dat men niet altijd even geïnformeerd of doelbewust kiest voor de ene of de andere
samenwoningsvorm. Sommige auteurs stellen dat zoiets bestaat als het wilsgebrek van de liefde.
Slechts een van beiden wil huwen, i.p.v. de relatie stop te zetten komen ze overeen feitelijk samen te
wonen.


P a g e 2 | 89

, JANUARI 2021
RELATIEVERMOGENSRECHT


Deel II – Relatierecht
Hoofdstuk I. Wettelijke regeling van het samenwonen
Civiele gevolgen van de verscheidene samenwoningsvormen:

¬ Toetreding: hoe start een dergelijke relatievorm en welke voorwaarden zijn eraan verbonden?
¬ Rechten en plichten: welke gevolgen ontstaan er?
¬ Uittreding: hoe wordt de relatie beëindigd?
¬ Vermogensrechtelijke aspecten: wat zijn de effecten op het vermogen van het koppel?



Afdeling I. Feitelijk samenwonen
¬ Een louter feit ingeschreven in het bevolkingsregister
o Daarbij wordt nader aangegeven of deze personen al of niet een gezin vormen
o Kotstudenten kunnen op hetzelfde adres wonen als hun huisbaas maar zijn daarom
nog niet ‘feitelijk samenwonend’
o Er wordt niet nagegaan wat de beweegredenen zijn om samen te wonen, noch zijn er
bijkomende vormvereisten
¬ Geen civielrechtelijk statuut, wel ad hoc verwijzingen
o Geen specifieke bepalingen in het Burgerlijk Wetboek, wel hier en daar ad hoc
verwijzingen, bv. 334 BW: bekwaamheid voor adoptie van een kind
o Fiscale wetgeving en wetgeving inzake sociale zekerheid houden er soms wel rekening
mee
¬ Zelf regelingen treffen, bv. contract of testament
o Beroep doen op het gemeen verbintenissenrecht
o Vaak wordt bij de notaris een bepaling getroffen waarbij als een van beiden komt te
overlijden de andere het deel van die samenwoner kan ontvangen, ook wel beding
van aanwas genoemd.
¬ Ook beëindiging is een feit dat wordt geregistreerd in bevolkingsregisters
o In onderlinge overeenstemming of op initiatief van een van hen
¬ Geen wettelijke alimentatie, ev. conventioneel of schadevergoeding/natuurlijke verbintenis



Afdeling II. Wettelijk samenwonen
¬ Verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand (art. 1475 BW)
o Partijen moeten voldoen aan een aantal voorwaarden
¬ Melding in het bevolkingsregister, geen akte burgerlijke stand
o Hangt samen met de visie van de wetgever die er in 1998 al van uit ging dat de
wettelijke samenwoning de staat van de persoon niet raakt, zoals dit wel het geval is
voor het huwelijk.
o Bevindt zich in Boek III van het oude burgerlijk wetboek; De wijze waarop eigendom
wordt verkregen. Dit hangt samen met de visie van de wetgever, het is een beperkte
vermogensrechtelijke regeling.
¬ Raakt staat van de persoon? Ja!
o Staat van de persoon: art. 6, §2 BW.
o Door het afsluiten van een wettelijke samenwoning worden er automatisch, en
dwingend, een aantal wettelijke bepalingen op u van toepassing die ervoor zorgen dat
u niet meer vrij over alles kan beschikken. Bijvoorbeeld u kan niet meer uw eigen
P a g e 3 | 89

, JANUARI 2021
RELATIEVERMOGENSRECHT

woning, die de gezinswoning is, op uw eentje verkopen. De instemming van de andere
samenwonende is vereist.
¬ <-> samenwoningscontract (vgl. huwelijkscontract)
o Als wettelijk samenwonende kan men een samenwoningscontract opstellen. Dit is
niet verplicht.
o Gebeurd via een notaris en moet geregistreerd worden.
o Hierin worden vermogensrechtelijke gevolgen van de samenwoning geregeld.
Bijvoorbeeld welke goederen van wie zijn.
o Voor elk huwelijk is er een huwelijksstelsel. Als er geen huwelijkscontract is, bepaald
de wet welk stelsel van toepassing is. Dit is niet het geval voor wettelijk
samenwonenden. Als er geen samenwoningscontract is dan zal de wet niet voorzien
in een ander stelsel.



1. Gevolgen van de wettelijke samenwoning wat de persoon betreft
¬ Wettelijk: geen (zelfs geen plicht tot samenwonen)
¬ Conventioneel? Geen aantasting of beperking persoonlijke vrijheid mogelijk
o Bijvoorbeeld: geen getrouwheidsverplichting, geen bijstandsverplichting (moreel en
affectieve dimensie)
o Wel af en toe clausule in contract voor wederzijdse genegenheid. Dit beding is nietig
en kan dus niet worden afgedwongen.



2. Gevolgen van de wettelijke samenwoning wat de vermogens betreft
¬ Conventioneel: verplichting tot materiele of financiële hulp tijdens en na de relatie
¬ Opgelet wat beëindiging betreft:
o Geen geldelijke sanctie gekoppeld aan verplichting tot voortzetting
o Wel verbintenis om relatie niet abrupt te beëindigen en levensgenoot in financiële
moeilijkheden te brengen.



3. Primair samenwoningsstelsel (art. 1477 BW)
Dit samenwoningsstelsel is in de wet ingeschreven. Het primair huwelijksstelsel blijft echter veel
uitgebreider, voornamelijk op het vlak van de vastgestelde regels i.v.m. gezinslasten en de
gezinsbescherming.



4. Erfrecht
Beperkt erfrecht voor de wettelijk samenwonende voorzien, ten voordele van de langstlevende en
mogelijkheid beperking erfrecht kinderen.




P a g e 4 | 89

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rechtenstudent1999. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.12. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$8.12  4x  sold
  • (1)
  Add to cart