Criminologie
Moraal en macht
Actuele criminologie hoofdstuk 4
Vormen van antisociaal gedrag:
1. Riskant gedrag. Op zichzelf niet crimineel maar wel risicovol gedrag zoals roken en
alcoholmisbruik.
2. Gedragingen die als problematisch gedrag worden gezien bij minderjarigen.
Bijvoorbeeld weglopen en spijbelen.
3. Slachtofferloze delicten. Bijvoorbeeld drugsgebruik of prostitutie, dat wil zeggen
feiten die in bepaalde landen strafbaar zijn gesteld om individuen te beschermen
tegen zichzelf, of op morele gronden;
4. Criminaliteit in al zijn facetten
Psychologen geven meestal de definitie aan agressie wanneer gedrag beoogt iemand schade
te berokkenen.
Reactieve agressie:
In reactie op een bedreiging of belediging. Door angst, woede of jaloezie. Ookwel aangeduid
als frustratie agressie. Bijvoorbeeld: wanneer je je partner betrapt op vreemdgaan.
Binnen criminologie ‘’Rode agressie’’.
Proactieve of spontane agressie:
Berekend van aard en worden relatief koelbloedig uitgevoerd.
Binnen criminologie ‘’Witte agressie’’ of instrumenteel geweld.
De aard van de agressie die ten grondslag ligt aan een geweldsmisdrijf is dus een factor van
belang bij de straftoeneming door rechters.
Theorie van Zuckerman
Behoefte aan spanning prikkelhonger.
1. Risico bereidheid. De neiging om activiteiten te ondernemen die een fysiek gevaar
met zich meebrengen
2. Ervaringsgerichtheid. De neiging tot een onconventionele manier van leven, waarbij
men gericht is op het opdoen van ervaringen.
3. Behoefte aan verandering. De behoefte aan een voortdurende afwisseling zowel qua
omgeving als in contacten met mensen
4. Ontremming. De behoefte om zich in sociale situaties uit te leven door onder meer
het drinken van alcohol
Delinquenten scoren hier vaak hoger op dan niet delinquenten. Evenals bij impulsiviteit.
Big Five persoonlijkheidstest
Persoonlijkheidsfactoren: neuroticisme, extraversie – introversie, vriendelijkheid,
zorgvuldigheid en het openstaan voor nieuwe ervaringen.
Hoe vriendelijker en zorgvuldiger iemand qua persoonlijkheid is, hoe minder de kans op
antisociaal gedrag.
, Zelfcontrole is het vermogen om ‘de eigen emoties, gedragingen én verlangens te beheersen
met het oog op een toekomstige (grotere) beloning’. Nauwverwant aan begrippen als
impulsiviteit en zorgvuldigheid.
Gebrek aan zelfbeheersing is volgens Gottfredson en Hirschi de belangrijkste oorzaak van
criminaliteit op individueel niveau.
Ook grotere kans op middelengebruik en risicogedrag in relatie tot gezondheid en relaties.
Antisociaal gedrag hangt ook samen met verschillende psychische aandoeningen die een
biologische basis hebben.
- Fysiologische factoren. Personen met een laag hartritme in rust toestand hebben een
grotere kans op antisociaal gedrag. De interpretatie hiervan is dat zij weinig angst
voelen en om die reden geen hoge hartslag hebben
- Hormonen. Testosteron leidt tot competitief gedrag dus hogere kans op antisociaal
gedrag
- Psychische aandoeningen. Erfelijke factoren mentale problemen antisociaal en
crimineel gedrag. ADHD, depressie, drugsverslaving.
Kinderen tussen de 6 en 17 maanden tonen van nature agressief gedrag.
Mogelijk doordat ouders dit afleren neemt dit af.
Sensitiviteit is belangrijk in opvoedingsgedrag: het vermogen van ouders goed te observeren
en tijdig en adequaat te reageren op de behoefte van een kind. Kinderen hebben
consequenties en regels nodig om antisociaal gedrag te voorkomen.
Zimbardo noemt de-individuatie: gevoel van verlies van identiteit bijvoorbeeld wanneer
mensen zich in een groep bevinden.
Leidt tot verminderde zorg over de beoordeling van het eigen gedrag door anderen
samenhangend met de verwachting niet individueel te worden aangesproken op het gedrag.
Groepen nemen hogere risico’s dan individuen. Mogelijk door spreiding
verantwoordelijkheid en/of angst vermindert bij het behoren tot een groep.
Extra risico verhogende factor:
Gewoonte van criminele groepen om angst verhogende informatie niet toe te laten.
Bijvoorbeeld de gevolgen van ontdekking.
In het algemeen blijken onder bepaalde condities emotionele reacties als angst en vreugde
te kunnen worden gekoppeld aan tal van neutrale stimuli.
Bijvoorbeeld: geluid van een vliegtuig die bij de één een herinnering oproept van een
vakantie en bij de ander een aanslag in de oorlog of een vliegtuigramp.
Criminaliteit ontstaat ‘natuurlijk’ en controlemechanismen zijn nodig om deze natuurlijke
neiging onder controle te houden.
Beloning is het meest effectief. Dit verhoogt de kans op herhaling van gedrag.
Volgens Bandura leren mensen door observatie. Bijvoorbeeld door films te kijken. Sociaal
leren theorie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller precillabovens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.