Dit is een samenvatting van het volledige opleidingsonderdeel van Vroedkundige Begeleiding van het vak Zwangerschap. Alles wat je voor het examen moet weten staat beschreven in dit document. Dit document is opgemaakt aan de hand van de PowerPoint en de Domus Medica.
Frequentie prenatale zorg:
Tot 30 weken = om de maand.
Vanaf 37 weken = om de 3 weken.
37-41 weken = wekelijks.
41-42 weken = 2 keer per week.
Definities:
Verlossing
= geboorte van één of meer kinderen met een geboortegewicht van ≥ 500 gram uit één moeder.
Geboorte
= geboorte van één kind, levend of dood, met een geboortegewicht van ≥ 500 gram of van ≥ 22
weken indien geboortegewicht niet gekend. Indien beiden ongekend geldt een lengte van ≥ 25
cm als criterium.
Pariteit
= het aantal verlossingen dat een vrouw heeft doorgemaakt.
Vroeggeboorte
= een bevalling voor de 37e zwangerschapsweek.
Laag geboortegewicht
= een geboortegewicht van < 2500 gram.
Sectio caesarea, primair
= een sectio uitgevoerd op een gepland tijdstip, bij een zwangere met intacte vliezen en niet in
arbeid.
Sectio caesarea, secundair
= een sectio waartoe pas beslist werd tijdens de arbeid of bevalling.
Foetale sterfte
= ieder doodgeboren kind van ≥ 500 gram.
Vroeg-neonatale sterfte
= overlijden van een levend geboren kind van ≥ 500 gram voor de 8e dag na geboorte.
Neonatale sterfte
, = overlijden van een levend geboren kind van ≥ 500 gram, tot en met de 28e dag na geboorte.
Post-neonatale sterfte
= overlijden van een levend geboren kind van ≥ 500 gram, vanaf de 29e tot en met de 365e dag na
geboorte.
Perinatale sterfte
= de som van de foetale sterfte en de vroeg-neonatale sterfte.
Zuigelingensterfte
= overlijden van een levend geboren kind van ≥ 500 gram binnen het 1e levensjaar.
Foeto-infantiele sterfte
= som van de foetale sterfte en zuigelingensterfte.
Maternale sterfte
= iedere maternale sterfte naar aanleiding van de beschreven partus, los van de oorzaak en het
tijdstip van overlijden wordt geregistreerd.
Diagnose van de zwangerschap
Vraagstelling/anamnese:
Amenorroeduur (aandacht voor innestelingbloeding)
Datum laatste menstruatie: eerste dag laatste menstruatie!
Subjectieve zwangerschapsverschijnselen:
Gespannen borsten
Ochtendmisselijkheid
Frequente mictie
Verandering in eetgewoonten
(obstipatie)
Labotesten voor diagnose:
1) HcG-bepaling op urine of bloed
HCG (Human Chronic Gonadotrophin) (in maternale circulatie rond 4 e dag na bevruchting)
Sneller waarneembaar in urine.
Pas vanaf 14e – 17e dag na bevruchting waarneembaar in serum.
Indien bevestigd door urineonderzoek is geen bloedonderzoek meer nodig.
Duur van de zwangerschap:
1) Regel van Naëgele
1e dag laatste menstruatie + 7 dagen + 9 maanden
1e dag laatste menstruatie + 7 dagen + 1 jaar – 3 maanden
Niet nauwkeurig
Wordt beïnvloedt door:
Leeftijd moeder
Body Mass Index
Eerdere bevallingen
Roken
2) Echografie
Bepaling van kruin-romplengte (tussen 10 en 13 weken en 6 dagen)
Nuttig voor:
Detecteren van meer exacte zwangerschapsduur
Detecteren van eventueel meerdere vruchten
, Indien kruin-romplengte meer dan 84 mm of zwangerschapsduur meer dan 14 weken:
bepaling door hoofdomtrek of bipariëtale meting.
De echografie biedt ook zekerheid voor de plaats van innesteling en een intacte
zwangerschap.
Eerste prenataal consult
Voorgeschiedenis/anamnese
Doel bevraging:
Uitvoeren van risicoselectie
Opvolging in eerste lijn
Opvolging in eerste lijn mits regelmatig overleg tweede lijn
Opvolging in tweede lijn
Verloop van anamnese:
1) Familiaal
Erfelijke ziekten
Congenitale afwijkingen (tot 3e graad)
2) Persoonlijk/medisch
Sociaal
Lifestyle
Heelkundig
Medicatie
Allergieën
Beroep
Transfusies
Toxische stoffen
3) Gynaecologich
Afwijkingen en problemen met geslachtsorganen
Genitale mutilatie
Bekken- en bekkenbodemproblemen
SOA’s
4) Obstetrisch (GPA)
APGM
Problemen bij vorige zwangerschappen/miskramen
Obstetrische anamnese:
GPA
Graviteit: aantal zwangerschappen
Pariteit: 500g of meer, 22w of meer
Abortus (spontaan of arte provocatus)
(Mater: aantal levende kinderen)
Details
Let op!
Meerling = 1 zwangerschap en 1 partus.
5) Psychiatrische problemen
Depressie
Psychose
Specifieke problemen
Komen deze in de familie voor?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarthevl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.26. You're not tied to anything after your purchase.