13. De psychopathologische positie van het subject: hysterie en dwangneurose
13.1. Algemeen: psychoneurose als norm-ale structuur van het subject
- Totstandkoming subjectwording: lichamelijke aandrift geeft aanleiding tot een
appèl aan de Ander, van wie een antwoord verwacht wordt, waarna de
bewerking van het Reële van start kan gaan binnen het symbolico-imaginaire (SI)
- Verwerving van een bepaalde inhoud bij S en A: verhouding tot elkaar en tot het
verlangen en genieten
- Karakter AP: aandoeningen waarbij S blijft steken bij de primaire ontwikkeling
(A antwoord niet of onvoldoende). De (on)lust en angst blijft persisteren in een
onbewerkte vorm (idem: somatische anstequivalenten) problematiek waarbij
somatisatie en angst centraal staan (+reactieve vermijdingsgedragingen)
- Gevolg ontbreken vd verwerking binnen SI: basisfantasma ontbreekt en er
komen geen symptomen tot ontwikkeling
- Differentiaaldiagnostisch effect: pt’en komen vaak eerst in de medische kliniek
terecht en pas later in de klinisch-psychologische kliniek
- Kenmerken groep: actuaalpathologische fenomenen ( symptomen, secundair
geëlaboreerd SI constructies binnen de PP-posities)
- Groep PP (neurose, psychose en perversie): AP-vertrekpunt aanwezig, maar
de bewerking binnen het SI – oedipale structurering van de verhouding tussen S &
A - geeft aanleiding tot een basisfantasma en de daaarop gebaseerde symptomen
- Differentiaaldiagnostische effect: pt’n worden rechtstreeks in de psychiatrisch-
klinisch-psychologische kliniek aangemeld
- Impact oedipale structurering: de Ander wordt opgesplitst in een eerste en
tweede Ander overgang duale naar het triangulaire, waarmee de
genderdifferentiatie wordt ingevoerd + (a) wordt fallisch herwerkt tot (a)/-fi
ipv de confrontatie met de jouissance kan het S zich nu eindeloos concentreren
op het verlangen
13.2. Van Ander naar eerste en tweede Ander
- overgang van AP PP grijpt ook plaats voor het normale subject. Hier wordt de
NORM (gedeelde sociale regelgeving) geïnstalleerd
- weergave via de discourstheorie van Lacan (cf. oedipuscomplex Freud):
vertrekpunt is het hysterische discour (p. 294) antwoord is het
meesterdiscour (coolectief gedeelde vertoog mbt de manier waarop men met het
eigen lichaam en dat van de ander omgaat cf. incestverbod en exogamiegebod) =
noodzaak om de symbiose te verlaten
- normale vertrekpunt van elk S: hysterische positie tov een meesterfiguur wiens
interventie gevraagd wordt (de verwerving van de te volgen norm)
- tijdens de S-wording: ontdubbelt de Ander in een eerste (= lichaam) en tweede
Ander(de wet en het weten)
- centraal: overgang van een duale verhouding tussen S en A naar een triangulaire
structurering waarbij de dialectiek rond (a) doorgeschoven kan worden van het S
naar een eerste A en naar een tweede A
- Werking: op grond van de interne aandrift + spanningsstijging doet het S-in-
wording een beroep op de Ander. 1ste A interpreetrt dit appèl als een vraag
1
, (vanuit de eigen positie tegenover het eigen lichaam) en formuleert op die
manier een antwoord waarin het eigen verlangen verwerkt zit => het tekort van
het S raakt vermengd met het verlangen van de 1ste A en het S moet daarvoor
passeren via het verlangen van deze 1ste A
om het eigen tekort beantwoord te krijgen, moet het S zichzelf gaan
modelleren naar het verlangen van de A, het moet zich daarmee
identificeren
- het onderscheid tussen eigen en ander verlangen wordt uiterst vaag: “Le désir de
l’homme, c’est le désir de l’Autre.”
- Ook het S (net zoals de 1ste A) moet dit verlangen interpreteren: de vraag kan het
verlangen nooit volledig uitdrukken cf. incompatibiliteit tss Reële en bete-
kenaarssysteem elk antwoord zal onvoldoende zijn (er blijft een rest over)
- Gevolg: doorschuiven van het appèl naar de 2de A: er wordt veronderstelt dat
deze wel het antwoord bezit (wordt bekleed met de fallischebetekenaar)
de duale situatie wordt doorbroken door de verwijzing naar een derde punt =
driftspanning wordt binnengevoerd binnen de dialectiek van het verlangen
tussen twee verschillend geseksueerde wezens
- zie p. 297: differentiatie gebaseerd op de betekenaar van de fallus en het object
(a) en wordt retroactief gefalliciseerd
- Oospronkelijke driftspanning waarvoor het kind een beroep doet op de A:
gekarakteriseerd op grond van specifieke behoeften met accent op het orale en
anale. De reactie daarop van de 1ste A: voert deze partiële pulsies binnen in de
dialectiek van het verlangen
- term ‘fallus’: betekenaar voor het geslachtsverschil. Het is de betekenaar die het
verschil aanduidt tussen de twee geslachten = wat de ander op het vlak van
seksuering bezit/is, wordt veronderstelt het antwoord te zijn op het tekort van
de een
- Gevolgen fallische herschrijving van de oorspronkelijke jouissance:
de jouissance wordt gefalliciseerd dwz: de pregenitale pulsies krijgen een
fallische betekenis toegeschreven we vinden hier de orale, anale, skopische
en invocatieve seksualiteit
betekenistoekenning aan het Rëele van (a) brengt ons binnen in de orde
van het imaginaire = ontstaan van de typische psychoneurotische illusie: er is
een ander die het perfecte fallische antwoord bezit waardoor mijn verlangen
volledig bevredigd wordt.
In de realiteit: botsen we op een nooit aflatende verschuiving: we hebben
te maken met een fallische betekenaar, een volledige invulling van het
verlangen is derhalve onmogelijk (symbolische castratie, Lacan)
- De winst van deze herschrijving: het S hoeft niet meer de rechtstreeks
confrontatie aan te gaan met de eigen driftspanning.
Er ontstaat een bemiddelende confrontatie via de betekenaar en de Ander: de
oorspronkelijke, automatische angst wordt verwerkt en verdund via de
verglijding doorheen de associatieve uitwisselingen met de Ander op het vlak
van het verlangen
bepaalde betekenaars verwerven een verwijzingsfunctie naar de
oorspronkelijke, onderliggende angst en worden zelf angstbeladen
er ontstaat een actieve bewerkingsmogelijkheid voor het S
2
, Freud: evolutie vd automatische, traumatische angst naar de zgn.
castratieangst (mannelijke variant)/penisnijd (vrouwelijke variant)
- Correcties van Freuds lezing:
a) de fallische betekenaarbetreft niet de penis als dusdanig
b) zijn seksespecifieke koppeling moet uitgebreid worden naar de ruimere
psychoseksuering en genderidentiteit
c) het betreft niet alleen een angst voor het verlies, maar ook een angst voor het
teveel
De traumatische angst in confrontatie met het Reële van (a) verschuift naar de
angst in de verhouding ten opzichte van het fallische verlangen van de A
- Twee varianten: de angst om niet of niet voldoende te kunnen voldoen aan dit
verlangen en omgekeerd de angst om er al te veel aan te voldoen
a) 1ste vorm vnl. hysterische vorm - klassieke castratie-angst: het S voelt
zich fallisch tekortschieten tov de Ander en moet voortdurend op de toppen
van de tenen staan om ‘het’ toch maar te produceren (situeert zich in de
ouder-kindverhouding/genderverhouding). Populaire vormgevingen:
faalangst/minderwaardigheidscomplex/angst om de liefde van de A te
verliezen/penisnijd= jaloerse overtuiging bij het S dat een 3de wél het
correcte fallische antwoord bezit
b) 2de vorm: de angst om te veel te voldoen aan het fallische verlangen van
de Ander. Typisch voor de dwangneurose. Klinisch: combinatie tussen de
angst voor succes en het narcistische meerderwaardigheidsgevoel
dwangneurotische inhibitie (de beweging in de richting vd A wordt
stilgelegd)
- Winst: a) eindeloze verschuiving inzake zowel de objecten van angst als deze van
de bevrediging b) winst op het vlak van de schuldvraag: één van de twee binnen
de verhouding moet de verantwoordelijkheid op zich nemen
Veschuiving: defensieve oplossing voor het onderliggende probleem= zolang
het S zich kan concentreren op de dialectiek inzake verlangen en schuld, kan
het zich ver verwijderd houden van de confrontatie met het Reël en de
jouissance
Schuldvraag bij AP: valt volledig op de schouders van het S zelf
Schuldvraag bij PP: de verantwoordelijkheid inzake het verlangen kan
doorgespeeld worden van S naar eerste A naar tweede A (pingpongspel
ronsch schuld en tekort)
- Gevolg van de overgang van een duale naar een triangulaire dialectiek: de
opening die gecreëerd wordt tgv de separatie heeft als effect dat het S afstand
kan nemen vd aliënatie en in staat is tot reflectie (cf. ziekte-inzicht/schuldbesef)
13.3. Subjectverdeeldheid, basisfantasma en symptomen
- aliënatie-separetieproces: het S zal een identiteit en een bijhorende
verdeeldheid verwerven op het vlak van het lichaam (eerste A) en op het vlak van
het weten en de autoriteit (tweede A)
- Basis Ik-Ideaal: de manier waarop die eerste A het eigen verlangen verwoordt,
bepaalt zowel de inhoud van de genderidentiteit en de manier waarop het S zich
verhoudt tegenover het genieten = de manier waarop het S zz moet zien id
spiegel
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dries1984. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.