Samenvatting over het boek Risico en Informatie. Het hele boek wordt erin behandeld, inclusief plaatjes en grafiekjes. De samenvatting kan voor het gehele VWO gebruikt worden (van onderbouw tot examenklas).
Hoofdstuk 1: Risico
Paragraaf 1: risico nemen of vermijden?
Er zijn twee soorten risico’s:
1. vrijwillige risico’s: je kiest er zelf voor
2. Onvrijwillige risico’s
Verzekeren: het tegen betaling van een premie, overnemen van het financiële risico op schade van
een verzekerde door een verzekeraar. (je betaalt een premie die het risico opvangt)
Premie: betaling van de verzekerde voor het verkrijgen van een verzekering. Dit gebruikt de
verzekeraar om schades uit te keren, zijn overige kosten te dekken en winst te maken.
Polis: het contract dat dient als bewijs van een verzekering.
De overlijdensrisicoverzekering zorgt er bij een hypotheek voor dat de achtergebleven partner een
bepaald bedrag krijgt, wat vaak de hypotheekschuld aflost.
Risico: kans op voorval x gemiddeld schadebedrag van het voorval.
Risico-avers gedrag: het zo veel mogelijk vermijden van risico’s.
Bepaling hoogte premie:
1. Grote van het risico
2. Dekken bedrijfskosten
3. Redelijke winst
4. Onvoorziene risico’s
Verplichte verzekeringen:
Zorgverzekering
WA-auto of motorverzekering
Verplicht verzekeren: is een vorm van solidariteit, iedereen betaalt mee.
Redenen verplichte verzekeringen:
1. Mensen tegen zichzelf beschermen, omdat niet iedereen financiële risico’s zelf kan dragen.
2. Bescherming tegen andere mensen, zodat mensen niet ernstig gedupeerd worden, doordat
iemand anders schade veroorzaakt die daar niet voor verzekerd is.
3. Verplichte solidariteit, kosten blijven hierdoor relatief laag voor het verzekeringsbedrijf,
waardoor de premie voor iedereen lager kan zijn.
totale uitkeringsbedrag
- minimale gemiddelde premiehoogte=
aantal verzekerden
Paragraaf 2: verzekeren is niet eenvoudig
, Asymmetrische informatie: de verzekeraar en de verzekerde beschikken bij het afsluiten van een
verzekering niet over dezelfde informatie. De verzekerde loopt meer risico dan de verzekeraar denkt.
Dit informatieverschil proberen verzekeraars te verkleinen door noodzakelijke informatie te winnen.
Averechtse selectie: het verschijnsel dat alleen mensen met een meer dan gemiddeld risico zich
verzekeren. Hierdoor moeten premies omhoog, waardoor goede risico’s het te hoog vinden en de
averechtse selectie door blijft gaan.
Moreel wangedrag: bewust of onbewust onvoorzichtig gedrag van een verzekerde, omdat de kosten
van dit gedrag niet bij de verzekerde terechtkomen. Hierdoor worden de premies hoger.
Fraude: gedrag dat in strijd met de wet is, waarbij bewust zaken anders worden vastgesteld dan ze in
werkelijkheid zijn, om daarmee voordeel te behalen. Dit is strafbaar.
Paragraaf 3 financiële risico’s beperken
Eigen risico: het gedeelte van de schade dat door de verzekerde zelf moet worden betaald. Dit wordt
vaak ingesteld om moreel wangedrag tegen te gaan. Risico-averse mensen kiezen voor een laag eigen
risico, zodat ze bij schade een klein bedrag hoeven te betalen. Eigen risico kan averechtse selectie
beperken, doordat er gekozen kan worden voor een hoog eigen risico en een lage premie.
Risicoselectie: het indelen van mensen met soortgelijke risico’s in risicogroepen.
Premiedifferentiatie: een risicogroep met een meer dan gemiddeld risico moet daardoor een hogere
premie betalen dan een risicogroep met een gemiddeld of laag risico.
Bonus-malusregeling: verzekeringsvorm waarbij de premie afhankelijk is van het aantal schades dat
je maakt.
Acceptatieplicht: verzekeraars zijn wettelijk verplicht om iemand te accepteren voor zijn verzekering
(bij basisverzekeringen).
Hoofdstuk 2: Risico bij beleggen en ondernemen
Paragraaf 1: risico en beleggen
Beleggen: het aantrekken van waardepapieren, eigendomsrechten en goederen met het doel deze te
verkopen met een financieel voordeel.
Verwacht rendement: voorspelling van de winstgevendheid van een financieel product of
investeringsproject. Dit is hoger als je meer risico neemt.
Risicopremie: het extra rendement op een belegging, omdat het risico op de belegging groter is dan
gemiddeld.
Aandelen: bewijs van mede-eigendom van een bedrijf. Het rendement is afhankelijk van de
resultaten van het bedrijf. Je ontvangt rendement als de stijging van de waarde van het aandeel
stijgt, of door dividend te ontvangen.
Dividend: een periodieke uitbetaling van een winstdeel van het bedrijf over de uitstaande aandelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hannageerink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.