Hoofdstuk 2: Individuele variabelen die taalleersucces beïnvloeden
2.1. Inleiding
- Hoofdstuk 1: rol Lk, methode, aard lesmateriaal
- Veel andere factoren bepalen taalleersucces
- Vaststelling: niet iedere leerder bereikt hetzelfde vaardigheidsniveau
- Verklaring: leerder-interne factoren (= individuele kenmerken)
Terminologie
- « Individual difference variables » of « Individual learner differences » ID-
variabelen
- Drie categorieën:
o (1) Cognitieve variabelen
o (2) Affectieve variabelen
o (3) Persoonlijkheidsvariabelen
Hiernaast ook 2 demografische variabelen: leeftijd en gender
2.2. leeftijd
Beïnvloedt alle andere ID-variabelen
- Lenneberg (1967):
kritieke periode bij L1-verwerving: 2j en begin puberteit
bij L2 verwerving: hoe jonger, hoe beter
Toch: volwassenen beter geheugen voor woordenschat, meer leercapaciteit, scherpere
analytische vaardigheden
2.3. gender
Verschillen vastgesteld in aantal studies
Taalverwerving:
- Vrouwen beter in verbale vlotheid en correctheid (Ellis 1994)
- Mannen betere luistervaardigheid (Boyle 1987)
ID-variabelen:
- Vrouwen positievere attitude en grotere motivatie (Gardner & Lambert 1972)
- Mannen en vrouw hanteren verschillende leerstrategieën (Gass & Varonis 1986)
o Mannen gebruiken interacties met andere sprekers om zelf output te
genereren
o Vrouwen gebruiken interacties om input uit te halen
Conclusie Leeftijd en Gender
Veel onderzoek maar
- geen definitieve gevolgtrekkingen
- zowel mannen als vrouwen leren talen succesvol
- je kan een vreemde taal leren op elke leeftijd
,Vreemdetaalverwerving en vreemdetaaldidactiek 2
2.4. cognitieve variabelen
2.4.1. taalaanleg
Language Aptitude
Aanleg voor taal= wnnr je snel/gemakkelijk een nieuwe taal leert
- Hoe taalaanleg in kaart brengen?
Modern Language Aptitude Test (MLAT, Carroll & Sapon 1959)
Pimsleur Language Aptitude Badery (PLAB, Pimsleur 1966)
Modern Language Aptitude Test
- 4 vaardigheden worden gerelateerd aan taalaanleg:
o Herkennen & onthouden van klanken (phonetic coding ability):
vaardigheid om vreemde klanken op een dergelijke manier te
onderscheiden en te coderen zodat ze later gemakkelijk opnieuw
opgeroepen kunnen worden
o Grammaticale gevoeligheid (grammatical sensitivity)
Het inzicht dat je hebt in je moedertaal, meer bepaald dat je begrijpt
welke functie een woord heeft in de zin
o Inductief taalleervermogen (inductive language learning ability)
Zelf taalregels afleiden d.m.v. het leermateriaal
o Uit het hoofd leren (rote learning ability)
Van belang bij woordenschatverwerving
voorspelt het taalleersucces van een individu
Pimsleur Language Aptitude Badery
- Rekening houden met motivatie v/d leerder
- 3 vaardigheden
o Verbale intelligentie
Kennis van woorden en het vermogen om bij het gebruik van verbaal
materiaal analytisch te kunnen redeneren
o Motivatie
o Auditief vermogen
vaardigheid om fonetisch onderscheid te kunnen maken ts klanken en
deze te herkennen in verschillende contexten
Taalaanleg
Een aantal decennia weinig interesse opgewekt (jaren ’80, ‘90)
Hernieuwde interesse door ontwikkelingen in cognitieve psychologie
aandacht voor geheugencomponent in taalaanleg, meerbepaald: het werkgeheugen
Werkgeheugen
- =tijdelijke opslag en verwerking van informatie die noodzakelijk is voor complexe
cognitieve activiteiten
- Centrale component in taalaanleg
- Passieve opslagplaats vooraleer de informatie naar het langetermijngeheugen gaat
, Vreemdetaalverwerving en vreemdetaaldidactiek 3
- Capaciteit v/h werkgeheugen verschilt van mens tot mens = reikwijdte v/h
werkgeheugen = working memory span
- Werkgeheugen: uniek voor de mens? Het element dat menselijke cognitie
onderscheidt van dierlijke cognitie?
- 4 componenten in het werkgeheugen
o Central executive
bepaald hoeveel aandacht er naar de impulsen van 2 andere
componenten gaat (fonologische lus en visuospatieel kladblok)
staat in verbinding met het langetermijngeheugen
o Fonologische lus
auditieve informatie tijdelijk opslaan
o Visuospatieel kladblok
visuele, ruimtelijke en kinesthetische informatie opslaan
o Episodische buffer
opslagplaats v/d centrale executive waarin de info van ≠ delen v/h
werkgeheugen samengebracht wordt tot 1 veelzijdige episode
2.4.2. cognitieve stijlen en leerstijlen
- Cognitieve stijl: manier waarop je info bij voorkeur waarneemt, onthoudt,
organiseert en verwerkt continuüm
- Leerstijl: binnen een onderwijskundige context
- Je leert met elke leerstijl maar je leert beter als de taalleermethode inspeelt op je
dominante stijl
- Imagers: mensen die voornamelijk in beelden denken, hebben meer baat bij
achtergrondinfo, beter mentaal beeld maken
Meest onderzochte cognitieve stijl= veldafhankelijkheid/veldonafhankelijkheid
- Aandacht voor het geheel vs het detail (waarneming)
- Figuur van de achtergrond kunnen onderscheiden, Embedded Figures Test
- Culturele verschillen: Amerikanen minder veldafhankelijk dan Aziaten (Ji, Peng &
Nisbed 2000)
- VO-leerders
betere analyse van taalmateriaal
meer concentratie bij oefeningen (meer aandacht voor detail)
2.4.3. leerstrategieën
- = bepaalde handelingen of technieken die leerders gebruiken om hun taalproces
gunstiger te laten verlopen (bewust)
- Kan aangeleerd worden (>< leerstijl)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HanneloreDeGroot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.72. You're not tied to anything after your purchase.