100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Uitgewerkte Studiedoelen Filosofie Van De Pedagogische Wetenschappen (P0R46a) $4.28
Add to cart

Summary

Samenvatting Uitgewerkte Studiedoelen Filosofie Van De Pedagogische Wetenschappen (P0R46a)

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

De studiedoelen aan de hand waarvan de professor zijn examenvragen maakt uitgewerkt door middel van de lesstof zoals deze gegeven werd in .

Preview 3 out of 30  pages

  • August 7, 2021
  • 30
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Filosofie van de pedagogische
wetenschappen
Uitgewerkte studiedoelen 2019-2020

Inhoud
1. Wetenschapsfilosofie van de pedagogiek...........................................................................................3
Het verschil tussen filosofie, common sense, godsdienst, wetenschappen.......................................3
De domeinen van de filosofie.............................................................................................................4
De indeling van de wetenschappen....................................................................................................4
Het normatieve ideaal van wetenschappelijkheid..............................................................................4
Het klassieke concept van kennis.......................................................................................................5
Het verschil tussen de menswetenschappen in brede zin en in enge zin...........................................5
2. Logisch redeneren in de wetenschap.................................................................................................5
Verschillende soorten van taalgebruik kunnen herkennen in voorbeelden.......................................6
De structuur van een redenering – onderscheid tussen premissen en conclusie – kunnen
herkennen in oefeningen...................................................................................................................7
Het verschil tussen logische geldigheid en waarheid kennen.............................................................7
De waarheidstafels van de vijf logische constanten kennen..............................................................8
Het verschil tussen contingenties, tautologieën en contradicties kennen..........................................8
De logische vervangings- en afleidingswetten kennen en kunnen toepassen in oefeningen.............8
Propositielogische argumenten kunnen evalueren op hun geldigheid in de oefeningen...................9
Predikaatlogische formules en redeneringen kunnen lezen en interpreteren in voorbeelden........10
Predikaatlogische equivalanties kunnen evalueren op hun correctheid in oefeningen....................10
De eigenschappen van de identiteitsrelatie kennen.........................................................................11
3. Inductivisme en logisch positivisme..................................................................................................12
De inhoud en het verloop van de inductieve methode....................................................................12
Het verschil tussen deductief en inductief redeneren......................................................................12
Het inductieprincipe.........................................................................................................................13
De problemen van het inductivisme.................................................................................................13
De klassieke onderscheidingen betreffende soorten van kennis, waarheid en proposities.............13
Het probleem van de wiskunde voor het logisch positivisme...........................................................14
Het verificatieprincipe......................................................................................................................15
4. Falsificationisme en paradigmastrijd................................................................................................16
Het falsificatieprincipe......................................................................................................................16
Poppers fallibilisme..........................................................................................................................17
Het verschil tussen epistemisch infallibilisme en fallibilisme............................................................17

, De voor- en nadelen van Poppers wetenschapsmodel.....................................................................18
Het verschil tussen normale en revolutionaire periodes in een wetenschap...................................19
De eigenschappen van wetenschappelijke paradigma’s en revoluties.............................................19
De voor- en nadelen van Kuhns wetenschapsmodel........................................................................20
Het verschil en de gelijkenis tussen Poppers en Kuhns wetenschapsmodellen................................21
5. Methodologisch individualisme en de erklären-verstehen-controverse in de sociale
wetenschappen....................................................................................................................................22
Het verschil tussen methodologisch holisme en individualisme, monisme en dualisme..................22
Het verschil en de gelijkenis tussen Durkheim en Weber over sociale feiten...................................23
De principes van het theoretisch reductionisme..............................................................................23
Hempels deductief-nomologisch model...........................................................................................25
Humes theorie van causaliteit..........................................................................................................25
Het intentioneel deductief-nomologisch model...............................................................................26
Het hermeneutisch-interpretatieve model in de cultuurwetenschappen........................................26
Het verschil tussen semantisch holisme en atomisme.....................................................................26
Taylors hermeneutisch-interpretatieve model.................................................................................27
6. Hoe wetenschappelijk is de pedagogiek?.........................................................................................28
De relatie tussen theorie en praktijk in de pedagogie als handelingswetenschap...........................28
Brezinska’s metatheorie van de opvoeding......................................................................................28
Brezinka’s model van opvoedingswetenschap.................................................................................28
Brezinka’s model van wijsgerige en praktische pedagogiek.............................................................29

, 1. Wetenschapsfilosofie van de pedagogiek
De student moet de volgende items kennen
- Het verschil tussen filosofie, common sense, godsdienst, wetenschappen
- De domeinen van de filosofie
- De indeling van de wetenschappen
- Het normatieve ideaal van wetenschappelijkheid
- Het klassieke concept van kennis
- Het verschil tussen de menswetenschappen in de brede zin en in enge zin


Het verschil tussen filosofie, common sense, godsdienst, wetenschappen
Common sense (‘het gezond verstand’)
Common sense drukt uit wat men denkt, zegt en doet.
Dit gezond verstand geeft de grootste gemene deler in overtuigingen en evaluaties die leven in een bepaalde
cultuurkring op een bepaalde plaats en tijd.
Common sense-houdingen zijn vaak contradictorisch.
Mensen passen hun verlangens altijd aan aan wat ze (kunnen) hebben of krijgen.
Voorbeeld: In de fabel ‘De vos en de zure druiven’ keert de vos de druiven de rug toe met de
opmerking dat ze toch zuur zijn.

Omdat het bij common sense meestal gaat om onkritische vooroordelen en vanzelfsprekendheden krijgt zo’n
geheel van overtuigingen en waardeoordelen soms het statuut van een ideologie.
Voorbeeld: kapitalisme, communisme, fascisme

Godsdienst
Godsdienst geeft een wereld- en levensbeschouwing op basis van een geopenbaarde of overgeleverde
waarheid.
Wereldgodsdiensten geven meestal een volledig betekeniskader waarbij de oorsprong, plaats en bestemming
van de mens verbonden worden met de goddelijke of sacrale dimensie van de kosmos.
Grote, universele godsdiensten bieden de mens, die zoekt naar de zin van het bestaan, verlossing.
Monotheïstische godsdiensten trachten een objectieve waarborg te geven voor de waarheid en werkelijkheid
van de verlossing.
Voorbeeld: rooms-katholicisme, islam, jodendom

Filosofie
Filosofie is een rationeel (radicaal) kritische reflectie over de fundamenten van de werkelijkheid.
De methode van de filosofie is rationeel-kritisch omdat de filosofie gebruikmaakt van de radicale kritiek en het
rationele argument (de procedure van stelling, argument en tegenargument). De filosofie beroept zich op de
rede en de rationaliteit om door te stoten tot de wortel of het fundament.
Het doel van de filosofie ligt in het bereiken van intelligibiliteit en waarheid betreffende de werkelijkheid en het
menselijk bestaan. Omdat dit ideaal moeilijk of zelfs onmogelijk te bereiken valt, is filosofie in haar diepste kern
een streven naar de waarheid en de inzichtelijkheid.
De motor van de filosofie is bijgevolg niet het bezit van de wijsheid maar wel het verlangen naar de waarheid
en de liefde voor het redelijk inzicht in wereld en mens.

Wetenschap
Filosofie is eigenlijk de oudste wetenschap, maar na de copernicaanse revolutie scheiden we filosofisch
onderzoek van modern wetenschappelijk onderzoek.
De wetenschap onderscheidt zich van de filosofie door haar methode en doel.
De wetenschappelijke methode is ook rationeel-kritisch (net zoals in de filosofie), maar ze steunt bovendien op
empirische observaties en maakt gebruik van experimenten en testen. De wetenschappelijke resultaten
kunnen dus empirisch geverifieerd of gefalsifieerd worden.
Het doel van de wetenschap is niet alleen de intelligibele verklaring en de waarheid (net zoals in de filosofie),
maar ook en vooral de praktische bruikbaarheid. De wetenschappelijke finaliteit ligt in de technologische
toepassing.
Voorbeeld: het bouwen van bruggen en spaceshuttles

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chantalmichels. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28
  • (0)
Add to cart
Added