100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Strafrecht 1 $5.61
Add to cart

Summary

Samenvatting Strafrecht 1

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Strafrecht Materieel en Procesrecht Strafrecht 1

Preview 4 out of 36  pages

  • Yes
  • August 7, 2021
  • 36
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Strafrecht I

HET MATERIËLE STRAFRECHT
Hoofdstuk 1 – Inleiding
De Nederlandse strafwetgeving
 Tweedeling strafrecht;
o Materieelrecht;
 Misdrijven
 Wetten in formele zin
 Boek 2
 Overtredingen
 Wetten van lagere orde
 Boek 3
 Bijzondere wetten
 Wegenverkeerswet 1994
 Opiumwet
 Wet wapens en munitie
o Procesrecht

Hoofdstuk 3 – Grondbeginselen van het strafrecht
Nulla poena sine praevia lege poenali
 Ratio;
o Rechtszekerheidsgedachte; art. 16 GW en art. 1 Sr
 Voor strafbaarheid is een wettelijke strafbepaling vereist, die aan het feit
moet zijn voorafgegaan -> legaliteitseis
 Regel uit de Verlichting tegen willekeur van de overheid
 Terugwerkende kracht is uitgesloten
o Von Feuerbach kwam met drie regels rond de legaliteitseis;
 Iedere toepassing van straf kan slechts gebaseerd zijn op een
voorafgegane strafbepaling -> nulla poena sine previa lege;
 De toepassing van straf is slechts mogelijk, wanneer de door de wet met
straf bedreigde gedraging heeft plaatsgevonden -> nulla poena sine
crimine
 De wettelijk met straf bedreigde gedraging heeft tot rechtsgevolg, dat de
door de wet daarop gestelde straf wordt toegepast -> nullum crimen sine
poena legali
 Inhoud van de regels;
o Vier sub-regels uit de nulla poena-regel;
 Straf moet berusten op een wet in formele zin
 Voorkomen van bestraffing op grond van het gewoonterecht
 Het verbod van terugwerkende kracht
 Vaststellen wanneer feit is begaan en wet is ingetreden
 Het ‘Bestimmtheitsgebot’
 Vage strafbepalingen moeten door de wetgever vermeden
worden
 Het verbod van analogie
 Vergelijking met art. 7 EVRM en art. 15 IVBPR;
o Verschil; geschreven wet en wet in formele zin zijn geen vereisten
o Het Europese Hof stelt eisen waaraan de legaliteit moet voldoen;

,  Accessability -> toegankelijkheid van het recht
 Norm moet met voldoende precisie zijn geformuleerd
 Foreseeability -> voorspelbaarheid van zijn toepassing
 Interpretatie en analogie;
o Interpretatie;
 Iedere strafbepaling vraagt om een uitleg
 Interpretatiemethoden;
 Taalkundig/grammaticaal; betekenis van het woord uitgelegd
 Denk aan; verwijzing Dikke van Dale
 Teleologisch; bedoeling van de wetgever of de ten grondslag
gelegde beginselen
 Systematische; uitleg hangt af van het systeem van de regeling
 Historische;
 Wetshistorisch; totstandkoming van de wet
 Rechtshistorisch; vroegere regelingen over die wet
 Hoe trek je de grens tussen analogie en extensieve uitleg?
 Analogie; er wordt vaak afgeweken van het normale
spraakgebruik
 Lastig; betekenis van woorden kunnen in de loop der tijd
verschuiven in betekenis

Geen straf zonder schuld
 Aanvaarding van het schuldbeginsel;
o Germaanse strafrecht
 Erfolgshaftung; veroorzaakte je iemands dood, genoeg reden voor
straffen ook als je er niets aan kon doen
 Schuldhaftung; oorzakelijkheid is niet voldoende voor aansprakelijkheid
 Mens rea -> schuld was vereist
o Onderscheid in delicten;
 Culpoos misdrijf; delicten met schuld als vereiste
 Doleus misdrijf; delicten met opzet als vereiste
 Leer van materiële feit; omschrijving van de gedraging die leidt tot
overtreding
 Afwezigheid van alle schuld; buitenwettelijk
strafuitsluitingsgrond -> opzet/ schuld dient niet als vereist te
worden ingelezen in de delictsomschrijving
 Schuld is verwijtbaarheid;
o Schuld heeft te maken met de mogelijkheid van keuze
 Pas strafbaarheid als de dader iets valt te verwijten
 Bij avas geen keuze want men mist informatie
 Keuze is normatief -> wat kan van de eiser ‘geëist of gevergd’ worden

Hoofdstuk 4 – Strafbaarheid en strafprocessueel model
Algemene voorwaarden voor srtrafbaarheid
 Er moet sprake zijn van een gedraging door een persoon;
o De dader moet de mogelijkheid gehad hebben zich anders te gedragen dan hij
deed -> zonder gedraging geen schuld
o Voor een menselijke handeling is een gewilde spierbeweging nodig

, o Voor nalaten is nodig dat de betrokkene in staat is gewilde spierbewegingen te
verrichten
o Functioneel daderschap; bij een rechtspersoon kan de werkgever gestraft
worden als hij zijn werknemers iets strafbaars laat uitvoeren
 De gedraging moet in strijd zijn met het recht -> zonder wederrechtelijkheid geen
strafbaarheid
o Is er sprake van een krenking van of een gevaarzetting voor een rechtsgoed?
o Is de rechtsgoedkrenking of gevaarzetting gerechtvaardigd doordat met de
gedraging een hoger belang werd gediend?
 De wederrechtelijke gedraging moet verwijtbaar zijn

Bestanddelen, bewijs, kwalificatie
 Alle kenmerken van het delict moeten aanwezig zijn -> bestanddelen
o Ontbreekt één van de bestanddelen dan kan het feit niet gekwalificeerd worden
(M1)
o De overtreding van alle bestanddelen moet wettig en overtuigend bewezen zijn
o Stilzwijgende bestanddelen -> worden ingelezen in de delictsomschrijving
 Ze hoeven niet apart ten laste gelegd te worden

Strafuitsluitingsgronden; uitzonderingen op de regel
 Voorkomen dat dader wordt gestraft voor een gedraging die niet wederrechtelijk of
verwijtbaar is
o Elementen van het strafbare feit -> hoeven niet te worden bewezen
o Rechtvaardigingsgrond -> wegenemen wederrechtelijkheid
o Schulduitsluitingsgrond -> wegenemen verwijtbaarheid
 Uitzonderingen;
o Element als bestanddeel in de delictsomschrijving
 Geen beroep meer mogelijk op rechtvaardigingsgrond als feit is bewezen
o Bij culpoze feiten is er geen sprake van elementen en kan er dus na de
bewezenverklaring geen aanspraak gemaakt worden op een
strafuitsluitingsgrond
o Voor het creëren van een strafuitsluitingsgrond hoeft niet alleen een grondslag te
liggen bij het ontbreken van wederrechtelijkheid of verwijtbaarheid
o Een gedraging hoeft niet altijd bestanddeel van een delictsomschrijving te zijn, is
dit niet het geval dan kan de dader alsnog eenvoudig aansprakelijk gesteld
worden

Het begrip (strafbaar) feit
 Waarom spreken wij van een feit?
o Er wordt ruimte gelaten voor de mogelijkheid dat het feit geen gedraging is
o Een feit in een verbodsbepaling houdt vaak meer in dan alleen een gedraging

Hoofdstuk 5 – De objectieve zijde van het delict
Inleiding; objectieve en subjectieve bestanddelen
 Voor elke delictsvorm is er een bestanddeel;
o Subjectief; schuldvorm -> opzet en culpa
 Beschrijven de geestesgesteldheid van de dader
 Opzet; wat wist de dader en wat wilde hij
 Culpa; normatief begrip -> wat behoorde de dader te weten

, o Objectief; heeft de dader inbreuk gemaakt op de strafwet
 Geobjectiveerd bestanddeel; de objectieve bestanddelen worden onttrokken aan het
schuldverband
o Een feit kan alsnog bewezen worden als de dader niet op de hoogte was van het
geobjectiveerde bestanddeel
 DENK AAN; seksueel binnendringen van iemand tussen de 12 en 16 jaar
-> ook al wist de dader niet dat het slachtoffer die leeftijd had toch heeft
hij zich schuldig gemaakt aan dat bestanddeel
o Bij ‘door het gevolg’ gekwalificeerde delicten is het de vraag of de opzet gericht
moet zijn op de wederrechtelijkheid

Enige onderscheidingen en begrippen
 Materiële en formele delicten;
o Verschil in de wijze waarop de gedraging is omschreven
 Materiële delicten -> gedraging is het veroorzaken van een gevolg en dat
gevolg is duidelijk
 Formele delicten -> gedraging wordt verboden, en uit die omschreven
gedraging moet duidelijk worden welke gevolgen de dader moet hebben
verwezenlijkt
 Commissie- en omissiedelicten;
o Commissiedelicten; de gedraging is omschreven als een handeling -> een positief
doen
 Overtreding van een verbod
o Omissiedelicten; er word iets nagelaten -> een niet-doen
 Eigenlijke; de wetgever heeft een verplichting geschapen een gedraging
te verrichten
 Oneigenlijke; handelingsdelicten, door nalaten verricht
 Voorwaarden van nalaten / niet-doen;
o De dader moet in de feitelijke mogelijkheid hebben verkeerd om in te grijpen
o De dader moet een bijzondere plicht hebben gehad

Wederrechtelijkheid als bestanddeel
 Zonder de term ‘wederrechtelijk’ als bestanddeel kunnen delictsomschrijving te ruim
uitvallen
 Betekenissen van wederrechtelijkheid;
o In strijd met het recht
o Zonder privaat- of publiekrechtelijke bevoegdheid -> Remmelink
o Facet-wederrechtelijkheid; per delict kan de betekenis verschillen -> Van Veen
 Bij een delict met wederrechtelijkheid komt de rechter nooit toe aan een
rechtvaardigingsgrond
o Wederrechtelijkheid al bij M1 besproken -> kijken of dit bewezen kan worden,
anders vrijspraak

Hoofdstuk 6 – Opzet
Inleiding
 Betekenis opzet; de wil om te doen ofte laten die daden, welke bij wet geboden of
verboden zijn -> moet aanwezig zijn op het moment van handelen
o Willens en wetens /opzettelijk / willen ondanks weten
o Oogmerk / wetende dat

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leontiencombee. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.61
  • (0)
Add to cart
Added