100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Methoden en technieken $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Methoden en technieken

2 reviews
 437 views  9 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting Basisbeok methoden en technieken, h 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6 & 9. lessen van vroegrijk

Preview 3 out of 8  pages

  • Yes
  • December 29, 2014
  • 8
  • 2014/2015
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: jesperzuiddam • 5 year ago

review-writer-avatar

By: merelkraaijenbrink • 6 year ago

avatar-seller
Methoden en technieken
Hoofdstuk 0
Onderzoek: De zoektocht naar kennis en inzicht.

Normatieve vragen: Kijken naar de norm.
Esthetische vragen: Kijken wie of wat het het mooist gedaan heeft.

Significant: met 95% zekerheid kunnen zeggen dat het echt zo is.

Empirisme: Waarnemen.
Rationaliteit: Nadenken  Klopt dit wel?

Wetenschappelijk verantwoord onderzoek
- Waarneming  Theorie  onderzoek.
- Fundamenteel onderzoek: kennis opdoen.
- Toegepast onderzoek: De kennis gebruiken als toepassing.

Er zijn twee soorten fouten in een onderzoek.
- Systematisch: De methode is niet goed.
- Toevallig: De techniek is niet goed.

Kwantitatief onderzoek: Analyseren van cijfers.
Kwalitatief onderzoek: Analyseren van meningen.

Hoofdstuk 1
Analyse van het onderzoeksprobleem  Analyse van de onderzoekssituatie.
- Welke onderzoeksvragen vloeien hieruit voort?
- Welke informatie is beschikbaar?
- Is het onderzoek ethisch verantwoord?
- Is het onderzoek praktisch haalbaar?
Het uitgangspunt hierbij is:
- Wat moet het onderzoek uiteindelijk opleveren?
- Waarom voer je dit onderzoek uit?
- Wat wil je uiteindelijk bereiken?

Analyse van het onderzoeksprobleem.
- Wat is precies het probleem?
o Pas op voor management/beleidsvragen.
o Pas op voor normatieve/esthetische vragen.
o Ethiek: wil je het onderzoek uitvoeren?
- Hoe groot is het probleem?
- Wat is de aanleiding voor het onderzoek?
- Voor wie is het een probleem?
- Wat zijn de gevolgen?

Doelstelling  Het onderzoek heeft als doel…
“Het verkrijgen van kennis en inzicht in … bij … ten einde…“

Is er al informatie aanwezig?

,Onderzoeksvraag opstellen door…
1. Formuleer voorlopige onderzoeksvraag.
2. Is er sprake van een sub- of deelvraag?
3. Is het een vraag?
4. Is het een open of gesloten vraag?
5. Alternatieven formuleren.
6. Formuleer een definitieve onderzoeksvraag.
o Concreet & eenduidig.
o Vermijd woorden zoals: Optimaal en relatief, vage termen zoals
implementeren, doorontwikkelen en ontwikkelingskansen.
Het moet voor iedereen volstrekt helder zijn wat je gaat onderzoeken en je
onderzoeksbegrippen moeten slechts voor één uitleg vatbaar zijn.

Normatieve vragen: dit zijn vragen die een norm stellen. Is het goed dat..

Eenheden: eenheden kunnen naast mensen ook groepen, bedrijven, organisaties
of situaties zijn. De eenheden is op wat of wie de onderzoeksvraag betrekking
heeft.

Externe validiteit: In welke mate kun je de onderzoeksresultaten genereren naar
de beoogde populatie?

Kenmerken: Een abstracte eigenschap, bijvoorbeeld het geslacht.

Variabele: een kenmerk die omgezet is in meetbare termen.

Construct: een kenmerk met verschillende dimensies.

Concept: een makkelijk kenmerk zoals het geslacht.

Causaliteit: een oorzakelijk verband
Interne validiteit: de mate waarin variabelen in een sociaalwetenschappelijk
onderzoek een causale relatie met elkaar hebben en waarbij in het algemeen
onderzoeksresultaten niet aan zogenaamde onderzoeksartefacten moeten
worden toegeschreven.

Moderator kenmerk: kenmerken die van invloed zijn op een relatie tussen twee
kenmerken, maar niet in mediërende zin. Geslacht en leefsituatie (bijvoorbeeld
dat verkoopstrategieën een andere invloed hebben op mannen dan op vrouwen).

Mediërend effect: een kenmerk dat (een deel van) het verband tussen twee
andere begrippen verklaart. Leeftijd en opleiding (bijvoorbeeld bij het bekijken
van het verband tussen agressie en tv-kijken, verklaart intelligentie een deel van
het verband zonder dat het is meegenomen).

Anoniem: wanneer de gegevens van de respondent niet bekend zijn

Vertrouwelijk: De gegevens van de respondent worden zo behandeld dat de 3 e
partij niet kan achterhalen van wie het is.

, Hoofdstuk 2
Onderzoekseenheden
- Waarop heeft het onderzoek betrekking?
- Waarover doe je uitspraken?
o Mensen, bedrijven, organisaties of een situatie.
o Onderzoekseenheden bezitten kenmerken of eigenschappen.
o Onderzoekseenheden hoeven niet noodzakelijkerwijs de
respondenten van het onderzoek te zijn.
- Populatie  alles / iedereen
- Steekproef  een deel van het totaal
Bij een steekproef moet je goed afbakenen wat/wie je wel /niet gaat
ondervragen. Deze proef is minder betrouwbaar dan dat een populatie
proef is.

Ethische aspecten
- Deze kenmerken kunnen zowel voor als na het onderzoek beschreven
worden (door uitkomst van bijvoorbeeld de enquêtes). Bij dit deel moet er
dan omschreven worden hoe je daaraan gekomen bent. Deze kenmerken
moeten ook komen uit de aanleiding (bv heel Nederland of alleen een
stad).
- Een onderzoek is ethisch verantwoord wanneer:
o Eisen betreffende de respondent
 Expliciet toestemming
 Respondent juist en volledig inlichten over het doel en de
werkwijze van het onderzoek
 Gegevens anoniem en vertrouwelijk verwerken
 Geen nadelige effecten
o Eisen betreffende de onderzoeker
 Eerlijke en wetenschappelijke manier
 Replicatie eis: Geen plagiaat
 Geen gegevens aan derden verstrekken
 Volledige onafhankelijkheid van de opdracht gever

Frequentie onderzoeksvraag: vragen als hoe veel, hoe vaak of in welke mate
komt iets voor?

Verschilonderzoeksvraag: hierbij haat het om een vergelijking van
onderzoekseenheden, je vergelijkt bijvoorbeeld of vrouwen die hun eigen nam
behouden anders worden behandeld dan vrouwen die de naam van hun partner
aan nemen. (vaak bij een experiment)
Samenhangonderzoeksvraag: het gaat hierbij om de samenhang tussen twee
kenmerken, wanneer die twee kenmerken samenhangen, verandert de score op
het ene kenmerk als score op dat het andere kenmerk veranderd.

Beschrijvend onderzoek:bij een beschrijvend onderzoek gaat het om het
beschrijven van een bepaald fenomeen. Hierbij kijk je naar hoeveel, hoe vaak of
in welke mate iets voorkomt.

Exploratief onderzoek: bij exploratief onderzoek ga je een stap verder dan alleen
bij het beschrijven van gegevens: je kiest voor dit onderzoek als je wil nagaan
waarom je bepaalde gegevens of verschillen vind.

Toetsend onderzoek: als je al een theorie hebt en deze wil toetsen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kimberly1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  9x  sold
  • (2)
Add to cart
Added