100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Inleiding Bestuurskunde - W. Oosten - Hoofdstuk 1,2,3,4,6,7,8,9,10,11,12,13 $4.82
Add to cart

Summary

Samenvatting - Inleiding Bestuurskunde - W. Oosten - Hoofdstuk 1,2,3,4,6,7,8,9,10,11,12,13

12 reviews
 2461 views  66 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting studieboek Inleiding Bestuurskunde van W. Oosten (1,2,3,4,6,7,8,9,10,11,12,13) - ISBN: 9789089748850, Druk: 5de, Uitgavejaar: 2014

Preview 3 out of 12  pages

  • No
  • 1,2,3,4,6,7,8,9,10,11,12,13
  • December 29, 2014
  • 12
  • 2014/2015
  • Summary

12  reviews

review-writer-avatar

By: 498990 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: laurensgroenendal1 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: ls_98 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: hermienbraakman • 5 year ago

review-writer-avatar

By: turlus • 6 year ago

review-writer-avatar

By: n-mouali • 6 year ago

review-writer-avatar

By: kimterburg • 7 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Inleiding bestuurskunde



Hoofdstuk 1 Bestuurskunde en openbaar bestuur

Paragraaf 1 Bestuurskunde als vakgebied
Liberale ideologie: overheid mag zich niet bemoeien met de economie en het privéleven.
Doel overheidsoptreden: mensen de mogelijkheid garanderen dat zij hun leven kunnen
leiden volgens eigen wensen.

Socialistische ideologie: overheid mag overal voor zorgen en moet het doel van
overheidsoptreden zijn om de gelijkheid en het welzijn van mensen te versterken.

Paragraaf 2 Begrippen van openbaar bestuur
Het openbaar bestuur is het geheel van structuren en processen dat met behulp van
bindende beslissingen richting geeft aan maatschappelijke ontwikkeling. Het bindende
karakter van beslissingen houdt in dat mensen zich niet aan die beslissingen kunnen
onttrekken.

Dat de staat geweld toepast, is de reden waarom het openbaar bestuur zelf aan een tal
van regels is gebonden. Die regels waarborgen het gebruik van staatsmacht, ze
beschermen burgers tegen hun staat.

Bindende beslissingen worden genomen door organen die bekleed zijn met openbaar
gezag.

Ambtsdragers en ambtenaren
Amtsdragers: verkozen dan wel benoemd, vervullen een wettelijke functie en zij dragen
politieke verantwoordelijkheid voor beleid (Tweede Kamerlid en een burgermeester).
Ambternaren: altijd in hun functie benoemd, ondersteunen de politieke ambtsdragers.
Politiek ambtsdragers nemen beslissingen en ambtenaren voeren deze uit.

Trais Politica
 Uitvoerende macht: politieke ambtsdragers + ambtenaren.
 Wetgevende macht: volksvertegenwoordigers (Tweede Kamerleden en leden van
de gemeenteraad).
 Rechterlijke macht: rechters en leden van het openbaar ministerie.
 Eigenlijk is er nog een vierde macht: de ambtenaren. Dit komt doordat het veel
invloed heeft op het beleid en het een erg grote groep is.

Bestuursorganen: organen die bekleed zijn met openbaar gezag. Binnen een gemeente:
burgemeester, College van B&W en de gemeenteraad (Wethouders dus niet!!).

Legitimiteit
Legitimiteit vereist dat overheidsoptreden plaats vindt volgens juridische normen
(legaliteit) en dat het in het algemeen door de bevolking aanvaard of ondersteund wordt.
Responsief bestuur: het volgt de behoeften en de wensen van burgers.

Bureaucratie
Een bureaucratie is een moderne overheidsorganisatie waarin het werk rationeel verdeel
is over een korps van professionele ambtenaren.

Aan het besturen worden twee eisen gesteld:
1. Doeltreffendheid of effectiviteit (doelstellingen realiseren: doen wat men zou gaan
doen).
2. Doelmatigheid of efficiënte (dat doen met zo min mogelijk middelen).

Publieke sector: overheden, maar ook natuur- en milieuorganisaties,
consumentenorganisaties en culturele centra etc.



1

, Inleiding bestuurskunde



Het openbaar bestuur en privaatrechtelijke organisaties noemen we de publieke sector
(het verschil met openbaar bestuur is dat politieke partijen geen bindende beslissingen
kunnen nemen).
Actor is een verzamelbegrip voor degenen die in een beleidsproces handelend optreden.

Rollen burgers:
 Financiers;
 Gebruikers;
 Burgers is de kiezer.

Verzelfstandiging
Interne verzelfstandiging: betreffende organisaties krijgen meer vrijheid in de financiële
administratie (agentschap of zelfstandig bestuursorgaan is publiekrechtelijke vorm).
Externe verzelfstandiging: betreffende organisaties krijgen een privaatrechtelijke vorm
en behoren niet langer tot openbaar bestuur.

Privatisering: overheidseigendom wordt overgedragen aan de particuliere sector.

Een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) voert beleid uit met de grootst mogelijke
zelfstandigheid ten opzichte van de verantwoordelijke politiek ambtsdrager.

Hoofdstuk 2 Historische ontwikkeling

Paragraaf 2 Verzuiling en corporatisme
Hoofdmotieven voor verzuiling (opdeling van een samenleving in bevolkingsgroepen die
zich verenigd hebben in sterk van elkaar gescheiden maatschappelijke of politieke
organisatie en instellingen):
 Belangenbehartiging: groepen hadden steeds meer de behoeften hun belangen te
verdedigen.

 Integratie: verhuizing van platteland naar stad en geleidelijk meer vrije tijd
betekenden dat mensen loskwamen van hun traditionele gemeenschap en van de
normen die daar golden.

Gevolgen verzuiling
De gevolgen (invloeden) van de verzuiling:
 Het openbaar bestuur mocht voor instellingen (scholen, omroepen) nooit te veel
bepalen omdat de levensbeschouwelijke identiteit van die instellingen zou
aantasten.

 Er kon geen beleid gevoerd worden zonder voorafgaand overleg met de
betreffende maatschappelijke organisaties.

Corporatisme
Corporatisme houdt in dat per beleidsveld de actoren met verschillende belangen
overleggen en zo mogelijk samenwerken. Het houdt ook in dat de actoren zelf
verantwoordelijkheid dragen voor het beleid.

Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie
Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie houdt in dat arrangementen, de product- en
bedrijfschappen (behoren net als waterschappen tot functioneel bestuur), normen
opstellen voor hun eigen sector.
Tegenwoordig zijn de meeste normen voor economische sectoren onderdeel van
Europees beleid.




2

, Inleiding bestuurskunde



Paragraaf 3 Na de Tweede Wereldoorlog
‘Crisis van de verzorgingsstaat’: in de jaren ’70 moest niet verzuiling en corporatisme
maar marktwerking het principe zijn van de maatschappelijke ontwikkelingen. Hierdoor
volgende decentralisatie (overheden werden kleiner of probeerde dit), verzelfstandiging
en privatisering.

New public management: bestuurskundigen ontwikkelen methoden om prestaties van de
overheden te meten. Het ideaal hierbij is dat het openbaar bestuur net zo effectief en
flexibel gaat werken als het bedrijfsleven.
Kort gezegd: zuinigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid staan centraal.

Benchmarketing: organisaties vergelijken onderling hun prestaties en zo leren ze wat
goede werkmethoden zijn.

Hoofdstuk 3 Nederlandse overheden

Paragraaf 1 Rechtsstaat, democratie en decentralisatie
Parlementaire democratie: de regering is verantwoording schuldig aan het parlement.
Het executieve of uitvoerende deel van het openbaar bestuur wordt dus gecontroleerd
door de volksvertegenwoordiging en sinds de 20e eeuw ook de rechtelijke macht.

De trias politica is niet compleet, want
wetten worden gemaakt door de
regering en het parlement gezamenlijk.

Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Gedecentraliseerde eenheidsstaat:
lagere overheden hebben traditioneel
veel autonomie. Het nationale bestuurd
wordt geacht veel zaken aan de
decentrale besturen over te laten.

Rechtsstaat
De idee van rechtsstaat betekent dat de
staat gebonden is aan zijn eigen wetten
en dat beschermt burgers tegen
willekeur. Een onafhankelijke rechter
ziet daarop toe.

Bezwaar en beroep
 Een bezwaarschrift tegen een besluit wordt behandeld door hetzelfde orgaan dat
het betreffende besluit genomen heeft.
 Een eerste vorm van beroep houdt in dat een besluit van een bestuursorgaan
wordt heroverwogen door het naast hogere bestuursorgaan. Een tweede vorm
houdt in dat een belanghebbende een onafhankelijk gerecht om zijn oordeel
vraagt over een besluit.

Provincies en gemeenten verrichten veel taken in opdracht en volgens regels van de
hogere overheid, dat heet medebewind.
De taken die zij op eigen initiatief en volgens eigen inzichten inrichten, worden autonome
taken genoemd (moeilijk omdat ze afhankelijk zijn financiën van rijksoverheid).

Paragraaf 2 Nationaal bestuur
 Regering: koning en ministers (bevoegd bij ‘Wet in formele zin’).
 Ministerraad: de ministers (neemt belangrijke beslissingen).
 Kabinet: ministers en staatssecretarissen.



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikesmitss. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  66x  sold
  • (12)
Add to cart
Added